Kerk & religieOnrust in Staphorst

Hhg Staphorst: „Inloophuis met andere boodschap doet ons pijn”

In scherpe bewoordingen keerde ds. H.J. van Marle, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Staphorst, zich de afgelopen jaren tegen de initiatieven van evangelist Cees van Beek en de stichting Volg Jezus. Samen met ouderling Jan Talen licht hij toe waarom hij hiervoor koos.

Janita van Hoeven
15 November 2024 10:45Gewijzigd op 16 November 2024 15:58
Ouderling Jan Talen en ds. H.J. van Marle van de hersteld hervormde gemeente in Staphorst. beeld Sjaak Verboom
Ouderling Jan Talen en ds. H.J. van Marle van de hersteld hervormde gemeente in Staphorst. beeld Sjaak Verboom

Het gesprek vindt plaats in voorlichtingscentrum Kerkzicht , pal tegenover de hersteld hervormde dorpskerk. Voor een grote foto van het interieur van de kerk, waar bijna 2300 mensen in passen, zitten ds. Van Marle en ouderling Talen al klaar.

Op een interview over de activiteiten in Staphorst van evangelist Cees van Beek en van de stichting Volg Jezus zitten de predikant en de ouderling niet te wachten. De stichting organiseert Geloofsavonden en heeft deze maand een inloophuis geopend, Herberg De Fontein, in dezelfde straat als de hersteld hervormde kerk en het voorlichtingscentrum. „Onze zorgen worden nu publiek. Ik vraag me af of het Koninkrijk van God daarmee gediend is”, zegt Talen. Toch stemmen ze in, om hun kant van het verhaal duidelijk te maken.

Vanaf de kansel heeft u verschillende keren gewaarschuwd tegen evangelist Cees van Beek en tegen de Geloofsavonden in Staphorst. Wat dreef u om dat te doen, dominee?

„Deze evangelist heeft zijn pijlen gericht op leden van onze gemeente. Als iemand vooral mensen van buiten de kerk zou aanspreken, dan had ik me daar niet zo over uitgelaten. Maar dat is niet zo. Hij komt zelf uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Daar is hij voor zijn gevoel uitgehaald en nu wil hij vooral reformatorische mensen bereiken. Zijn bediening is een pure antikerkbeweging.”

Talen: „Als hij werkelijk een evangelist was, zou hij de mensen op de markt oproepen om zondags naar de kerk te gaan. Hier wordt, in alle gebrek, elke week het Evangelie van vrije genade verkondigd. Maar hij weerhoudt hen daar juist van.”

Ds. Van Marle: „Als je op zijn website leest wat hij leert, zijn er bevindelijk wel raakvlakken. Maar in de uitwerking komen mensen op een dwaalweg terecht, met name als het gaat over het geloof, het werk van de Heilige Geest en de doop. Hij benadrukt sterk dat mensen zich moeten laten overdopen en weekt hen op die manier los van onze gemeente. En daarmee is deze evangelist een directe bedreiging voor de kudde waarover wij zijn gesteld.

„De bediening van de evangelist is een pure antikerkbeweging” - Ds. H.J. van Marle, predikant hhg Staphorst

De initiatiefnemers van Geloofsavonden zie ik als een verlengstuk van Van Beek. Deze jongens zijn een soort discipelen van hem. Wat zij doen, is in lijn met zijn denken. Zij zijn ook voorstander van de geloofsdoop en hun leer heeft ook trekken van de pinksterbeweging. De evangelist, Geloofsavonden en De Fontein hebben dus alles met elkaar te maken.”

Waar maakt u zich zorgen over?

Ds. Van Marle: „Als herder ben je geroepen om je kudde te waarschuwen voor gevaren. De tekst waarmee ik in Staphorst ben bevestigd, was Ezechiël 33:7: „Gij nu, o mensenkind, Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israëls; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen en hen van Mijnentwege waarschuwen.” Het gevaar dat nu op ons afkomt, richt zich heel direct op onze gemeente. En waar ben ik dan bezorgd over? Over gemeenteleden, over wie ik bewogen ben en die ik liefheb, die in handen komen van dwaalleraren.”

Ds. H.J. van Marle, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Staphorst. beeld Sjaak Verboom

Talen: „Ik hoorde van de zomer een preek over de Amalekieten. Zij vielen het volk Israël van achteren aan. Daar bevonden zich de zwakken, de kleinen, de kinderen. Daarin zag ik een lijn naar deze initiatieven. Als Mozes en Jozua zijn we daarom geroepen om achter in het leger onze gemeenteleden te verdedigen. De zwakken, degenen die gauw beïnvloedbaar zijn. Het is onze plicht om hen voor deze mensen te waarschuwen, want zij leren een weg die niet naar het geheel van Gods Woord is.”

U, dominee, noemde het werk van evangelist Van Beek en van Geloofsavonden in een preek ,aanslagen van de vorst der duisternis.” Kunt u dat uitleggen?

„Het zijn initiatieven van mensen die op een andere manier geloven. Het gaat niet om een klein leerverschil. Er wordt door hen totaal anders gedacht over het geloof, de verhouding tussen Woord en Geest, de kerk, de ambten en de doop. Er gaan tal van wissels om. Dan kunnen we niet spreken over mensen die het goed menen en het misschien ook bij het rechte eind hebben.”

Talen: „Over de heiligheid van God wordt zo horizontaal gedacht. Dat doet pijn. Aan de ene kant hebben wij sympathie voor die jongens (van de stichting Volg Jezus, JvH). Ze gaan niet naar de disco, ze doen geen verkeerde dingen, ze zijn vriendelijk. Aan de andere kant voelen we medelijden. Hoe kom je toch bij zo’n dwaalleer terecht? Dat doet ons verdriet. We hebben gesprekken met hen gehad, onder andere bij mij thuis, maar ze zijn ontzettend overtuigd van hun eigen gelijk.”

U maakte zelfs de vergelijking met Hamas en stelde dat Staphorst werd bestookt met raketten uit de hel. Voert zo’n omschrijving niet te ver?

Ds. Van Marle: „Je probeert soms met beelden het gevaar duidelijk te maken. En zoals ik al zei, inhoudelijk praten we niet over een klein verschil. Het gaat niet om het belang van ons bolwerk, maar om Gods eer en het welzijn van zielen. Deze mensen richten zich op onze gemeente. Hun inloophuis bevindt zich op nog geen vijftig meter hier vandaan. Er zit slechts één huis tussen. Men verstoort erediensten door het woord daarin te nemen of te willen nemen. Men uit openlijk kritiek op de preek tijdens de dienst. Als men rustig zijn gang was gegaan, dan had ik daar op een andere toon tegen gewaarschuwd.”

Talen: „De dominee had die zondag dat de eredienst werd verstoord door Harmen Top een heel aansprekende preek over Filippus en de Moorman. Maar waar gaan de mensen mee naar huis? Met de verstoring van één minuut. Dat komt niet van de goede kant. Dat kan niet. Als je hen daar op aanspreekt, baseren ze zich op de Geest. En dan ben je uitgepraat.”

„Waar gaan de mensen mee naar huis? Met de verstoring van één minuut. Dat komt niet van de goede kant” - Jan Talen, ouderling-scriba hhg Staphorst

Ds. Van Marle: „Ze zijn nergens op aan te spreken, want het is allemaal van de Geest. Voor hen klopt het, maar iedereen kan zien dat het niet overeenkomt met het geheel van Gods Woord.”

Evangelist van Beek gaf aan: Ik sta 400 meter van de pastorie. Ik had het Bijbelser gevonden als de dominee eerst met mij het gesprek aan was gegaan, voordat hij zijn kanselboodschap uitsprak. Wat is uw reactie daarop?

Talen: „Ik vind dat de boel omdraaien. Hij wil hier evangeliseren. Waarom gaat hij dan niet eerst bij de dominee langs? Paulus ging tijdens zijn evangelisatiereis ook altijd eerst in gesprek met de Joden van die plaats. God is een God van orde.”

Ds. Van Marle: „Hij zou zich ook kunnen afvragen: heb ik aanleiding gegeven voor het feit dat een predikant zich zo over mij uit? Mijn gemeente weet heel goed dat ik pas scherp ben als er echt wat aan de hand is. En dat is in de jaren dat ik hier sta bijna niet gebeurd.

Ik hoef, als ik op de preekstoel sta en duiding geef aan gebeurtenissen, niet altijd eerst met de betrokkenen in gesprek te gaan. Als ik een reflectie geef op de algemene politieke beschouwingen, is het niet nodig om daar eerst minister-president Schoof voor te bellen. In mijn preek heb ik duidelijk aangegeven waar het verkeerd zit bij deze evangelist. De informatie daarvoor haalde ik van zijn website. Hij kiest voor een aanval op de vorm. Maar op de inhoud weet ik dat ik geen woord te veel heb gezegd. Hij doet onschuldig, maar dat is het niet als je je op de schapen van de gemeente van Christus richt.”

„Als ik een reflectie geef op de politiek, is het ook niet nodig om daar eerst minister-president Schoof voor te bellen” - Ds. H.J. van Marle, predikant hhg Staphorst

Tijdens de Staphorstermarkt in april vorig jaar koppelde een jongen uit uw gemeente de caravan van Van Beek los, waardoor hij behoorlijk wat schade had. Hoe kijkt u daarnaar?

Ds. Van Marle: „Dat kan gewoon niet. Je blijft van iemands spullen af. Sommige jongeren uiten zich agressief richting de evangelist. Dat is op geen enkele manier goed te praten. Wel vind ik dat de evangelist ook zelf in de spiegel moet kijken. Zijn benadering roept soms agressie op.”

Ouderling Jan Talen van de hersteld hervormde gemeente in Staphorst. beeld Sjaak Verboom

Wat bedoelt u daarmee?

Talen: „Niet iedereen is in staat om zich op een goede manier uit te drukken als ze door de evangelist worden benaderd. Dat maakt dat mensen zich niet meer vrij voelen op de markt uit angst om aangesproken te worden. Het leidt tot een gevoel van onmacht en frustratie.”

Ds. Van Marle: „Jongeren zijn oprecht boos over deze initiatieven. Dat hoor en merk ik. Als een van die jongens van Geloofsavonden in de eredienst komt, bouwt de spanning zich op bij de mensen. Wat gaan we nu weer krijgen? Een van die jongens droeg eens een shirt met een bepaalde christelijke tekst en ging expres staan onder het gebed. Zodat iedereen zijn shirt kon bekijken. Als je je zo provocerend gedraagt, lokt dat reactie uit.”

En nu heeft de stichting Volg Jezus een inloophuis geopend op nog geen vijftig meter van de kerk.

Talen: „’s Zomers komen er veel toeristen in het dorp. Wat voor indruk maakt dit op een buitenstaander? Vorige week kwamen er een paar studenten uit Delft in Kerkzicht. We dronken een bak koffie en ik gaf hun een tasje met christelijke folders en lectuur mee. Als er dan vijftig meter verderop een inloophuis staat met een andere boodschap, doet mij dat pijn.”

„Als er vijftig meter verderop een inloophuis staat met een andere boodschap, doet mij dat pijn” - Jan Talen, ouderling-scriba hhg Staphorst

Ds. Van Marle: „Tegen initiatiefnemer Arjan Dons heb ik gezegd: Ik doe een beroep op je gezond verstand. Stel, jouw broer heeft een kwekerij. En jij begint een kwekerij aan dezelfde weg met dezelfde plantjes, alleen in een andere kleur, zonder dat met hem te overleggen, hoe zou hij dat vinden? En hoe zou dat overkomen op de buurt? Zulke dingen doe je niet. Er gaat in ons dorp veel kapot door deze initiatieven, ook op sociaal vlak. Huwelijken, familieverbanden, vriendschappen komen onder spanning te staan of breken. Het is niet onschuldig.”

Heeft u weleens gedacht: misschien had ik deze initiatieven beter kunnen negeren? Wellicht ontstaat er dan minder onrust?

„Ik denk dat ik het slechts twee of drie keer heel expliciet in een preek aan de orde heb gesteld in de afgelopen vier jaar. En ik heb twee keer namens de kerkenraad een kanselboodschap afgelezen. Dat vind ik niet veel. Bij die Geloofsavonden werd een predikant uit ons eigen kerkverband uitgenodigd om het gedachtegoed van de initiatiefnemers te verspreiden. Dan wordt het wel heel ondoorzichtig voor gewone gemeenteleden. Wij willen wel dat zij doorzien wat er gebeurt.”

In de laatste kanselboodschap sprak u over ,godsdienstwaanzin, geestdrijverij en iemand die de weg kwijt is.” Waar baseerde u dat op?

Ds. Van Marle: „Als je met een beroep op de Geest de vrijheid neemt om de eredienst te verstoren, dan beweeg je je op het terrein van de godsdienstwaanzin. Dat geldt ook voor de motivatie van deze jongens om een inloophuis te openen. Deze en anderen dingen die gebeuren, wijken niet alleen af van het Bijbelse spoor, maar van wat redelijk is. Ook in de omliggende gemeenten leven er grote bezwaren en bezorgdheid.”

U zet hiermee wel een stempel van een psychische aandoening op iemand, waartegen diegene zich niet kan verweren.

„Psychische aandoening zijn niet mijn woorden, maar als iemand het pad van wat redelijk is verlaat, mag gezegd worden dat hij de weg kwijt is. Ik heb die jongens gebeld en gezegd: „Pas nou op dat je geen brokken maakt waar je over twintig jaar spijt van krijgt.” Maar er is een geestelijke verblindheid waardoor ze doorgaan op hun weg. Paulus kwam tot bekering, maar verbleef daarna drie jaar in de woestijn van Arabië om voorbereid te worden op zijn taak als evangelist. Deze jongens menen dat ze gelijk klaar zijn voor het grote werk.”

Deze initiatieven willen „Staphorst bij Jezus brengen”. Is dat ook niet uw doel met de prediking?

Ds. Van Marle: „Ten diepste is dat ook mijn heilig verlangen. Wij zaaien, maar God bekeert. Bij hen voelen we een bepaald remonstrants activisme. Dat zie ik ook terug op de website van Van Beek. Aan de ene kant hebben deze mensen hun mond vol van de Heilige Geest, aan de andere kant zijn ze hyperactief en bidden ze op een geloofsavond voor je om je tot Jezus te leiden. Enerzijds is het helemaal de Heilige Geest, anderzijds moet je zelf nog veel dingen doen. Ze zijn remonstrants, maar ook dopers. Het is toch duidelijk dat dat niet klopt?”

Ouderling Jan Talen en ds. H.J. van Marle, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Staphorst, lopen richting de ingang van de kerk. beeld Sjaak Verboom

Hoe wilt u zich in de toekomst verhouden tot Van Beek en de stichting Volg Jezus?

Talen: „Ik hoop dat de evangelist en de initiatiefnemers van Geloofsavonden en het inloophuis tot inkeer komen.”

Ds. Van Marle: „Wij bestrijden hun leer en wijze van doen, maar ten diepste hebben we deze mensen lief en zijn we met hun heil bewogen.”

Talen: „Er zit ook een positieve kant aan alle onrust. Onze gemeenteleden worden gedwongen om na te denken over wat ze geloven, over wat bijvoorbeeld de doop voor hen persoonlijk betekent. Je hebt honden nodig om de kudde bijeen te houden. Wij hopen en bidden dat alle commotie in Staphorst vruchten draagt die de eeuwigheid mogen verduren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer