De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) sturen aan op de inrichting van interim-classes voor gemeenten die afwijken van de synodale besluiten over homoseksualiteit en vrouw en ambt.
Dat blijkt uit een vrijdagmiddag openbaar gemaakt document bij de rapporten van de commissie toekomst kerkverband van de CGK.
De generale synode van de CGK vergaderde de afgelopen dagen zeker een kwart van haar tijd achter gesloten deuren over de aanpak van de crisis binnen het kerkverband. Die concentreert zich, aldus de commissie, rond de thematiek van ”vrouw en ambt” en het feit dat „rond de dertig gemeenten zijn afgeweken van de besluiten” van eerdere synodes. „We staan als kerkverband op een kruispunt.”
Om het kerkelijk leven voortgang te laten vinden, stelt de commissie voor dergelijke gemeenten voor een periode van negen jaar te „onttrekken” aan hun huidige classis en een plaats te geven in (minimaal) vier interim-classes. „In deze classes doen zij alles wat kerkordelijk gezien des classis is. De andere kerken blijven classicaal samenkomen in hun huidige classes.”
De tijd tot de generale synode van 2033 kan dan worden gebruikt voor „voortgaande studie en kerkelijk gesprek”.
Middengemeenten
Een „groot voordeel” van dit interim-model vindt de commissie dat „middengemeenten” niet noodzakelijk voor een keuze worden geplaatst, wat anders tot „grote interne spanning zou kunnen leiden”. Het is nog niet duidelijk hoe de classes eruit komen te zien. „Wel is het vrijwel zeker dat ook bij dit model maatwerk nodig zal zijn.”
De commissie wil niet spreken over „ontvlechting” van het kerkverband, een van de opties die dit voorjaar op het convent van de CGK aan de orde kwamen. „Plaatselijke kerken worden weliswaar (classicaal) ontbonden en nieuw verbonden, maar de ontbinding strekt principieel vooralsnog niet verder dan het beleid aangaande homoseksualiteit en vrouw en ambt. Bij een echte ontvlechting raken de delen op een veel breder terrein los van elkaar.”
Het interim-model mag volgens de commissie ook niet worden gezien als een vorm van „gedogen”. Dat woord heeft „de geur van legitimeren en is daar in de praktijk niet zelden inderdaad een voorfase van. Wij zouden liever spreken van ”verdragen”, het ”langer met elkaar uithouden”, namelijk totdat er sprake is van een verhoopt –onder de zegen van de Heere– zich weer kunnen en willen voegen in het geheel, op basis van meer licht bij het geheel.”
Naar de particuliere en generale synode zullen alleen mannelijke ambtsdragers kunnen worden afgevaardigd. Het is de bedoeling dat de kansels van gemeenten binnen en buiten de interim-classes over en weer „in principe” open staan. „Met het geweten van predikanten (en studenten die een stichtelijk woord mogen spreken) die moeite hebben om in een interim-gemeente voor te gaan, wordt rekening gehouden.”
Noodgreep
De commissie toekomst kerkverband schrijft dat deze wijze van kerk-zijn geen permanent karakter kan hebben. „Op den duur zal duidelijk moeten worden of de plaats van interim-gemeenten in ons kerkverband houdbaar is. Daarbij zal een rol spelen hoe de dingen zich in een interim-classis ontwikkelen, hoe de kerken daar hun eigen plaats zien, maar ook hoe de voortgaande studie en het kerkbrede gesprek over fundamentele thema’s zich gaat ontwikkelen. Met de bede dat in plaats van verdere vervreemding juist een nieuwe toenadering gevonden zal kunnen worden.”
Kortom, het interim-model is volgens de commissie een „noodgreep, waarin wij menen samen een toevlucht te mogen vinden om de eenheid in Christus”.
Niet zonder hoop
Tijdens de synode deze week werd het interim-model van de commissie toekomst kerkverband door een deel van de 52 synodeleden „met instemming begroet”. Maar bij een ander deel bleek het niet of deels niet op steun te kunnen rekenen, „en zelfs principieel niet te dragen”, aldus de commissie.
De generale synode gaf de commissie de opdracht om de komende tijd te onderzoeken of er „een weg te vinden is die zou kunnen leiden tot een zo breed mogelijke eenparigheid binnen de synode, met de bede, maar zonder de verwachting te kunnen wekken dat dat lukt. Zonder hoop is zij zeker niet.”
Er wordt onder meer gedacht aan een consultatieronde langs de kerken in de maanden februari en maart, als het in januari mogelijk blijkt om binnen de synode een „breder draagvlak voor een toekomstig model van kerkelijk samenleven te vinden”.
Afscheid
De synode nam vrijdagmorgen afscheid van Rita Blankenstijn (66), die ruim 27 jaar voor het Dienstenbureau van de CGK in Veenendaal werkte. Ze was onder meer officemanager en eindredacteur van het tijdschrift Doorgeven en zorgde ervoor dat alle synodestukken op tijd klaar waren om besproken te worden. Blankenstijn gaat per 1 december met pensioen.