„Bidt u graag?” Deze vraag stelde ds. A. Th. Van Olst zaterdag tijdens een bondsdag in Ede. „Als we werkelijk geloven dat Hij Zijn oor neigt, dan is het gebed een dialoog, een spreken met God.”
De bondsdag van de Christelijke Gereformeerde Mannenbond vond ook dit jaar plaats in kerkgebouw ”De Tabernakel” in Ede. De opkomst op de bondsdag was volgens ds. C.J. Droger, voorzitter van de mannenbond, „verblijdend”. „Het is beduidend meer dan de laatste jaren.”
Ds. A. Th. van Olst, directeur van de Evangelische Hogeschool en christelijk gereformeerd predikant, hield zijn lezing naar aanleiding van het thema: ”Als bidden moeilijker wordt”. De predikant stelde in zijn inleiding dat weinig zo eenvoudig is als bidden.
Het gebed is een dialoog, een spreken met God. „Het geloof dat er een Heere in de hemel is, een trouwe Vader, die luistert naar het gebed, tilt het gebed uit boven een monoloog.” Daarom is er een wisselwerking van Woord en gebed. „Wij luisteren naar God, we antwoorden op God. In het lezen van Zijn woord zoeken we de omgang met God.”
Bidden is meer dan vragen. Het Onze Vader bestaat uit lofprijzing aan het begin en aan het eind. „Onze vragen worden ingeklemd en op toon gezet door de lofprijzing. We moeten doordringen naar de kern wat bidden is: omgang met God.”
Bidden is eerder antwoorden dan vragen, zo stelde ds. Van Olst. „Het wezen van het gebed wil zeggen dat het begint bij Gods spreken en dat wij antwoorden op de sprekende God.” Vanaf het begin van de wereld sprak God. „Als er een mens op aarde is die gaat bidden, geeft dat vreugde in de hemel, er komt antwoord op het spreken van God. Bidden is antwoord geven op Zijn Woord.”
Vertrouwensvol
We hoeven voor het gebed geen omhaal van woorden te gebruiken, zoals de Heere Jezus ook zegt in de Bergrede in Mattheus 5. „Dat maakt het gebed kinderlijk eenvoudig. De Heere nodigt uit om tot een vertrouwensvol gebed te komen. U mag zoveel woorden gebruiken als u wilt, maar het hoéft niet.”
Er is veel diepgang en rijkdom over het gebed te vinden in de Schrift, maar er zijn weinig voorschriften. Als voorbeeld noemde de predikant het Onze Vader. „Een gebed van nog geen halve minuut, maar zo inhoudsvol, zo krachtig.”
Op elk moment, elke omstandigheid en elke plaats kun je –zij het in geest en in waarheid– bidden. „Je hoeft geen ervaren christen zijn, het hoeft niet prachtig te zijn, oprecht en eenvoudig. Het mag zo ruw en ongepolijst als de psalmen.”
Waar komen de moeiten met bidden dan vandaan? Soms is het niet duidelijk wat er gebeden moet worden, lukt het niet om regelmaat te vinden of is er de concentratie niet. „Mensen leggen de lat vaak hoog, er moet zoveel. Daartegen zei de predikant: „Het gebedsleven is op de leest van de dankbaarheid geschoeid, omdat het diep in ons zit om toch weer aan bepaalde dingen te willen voldoen.”
In Romeinen 8 staat dat we niet kunnen bidden zoals het behoort. „In Romeinen 8 gaat het over de belofte van de Heilige Geest, wij kunnen niet altijd de woorden vinden. Die belofte mag voor ontspanning zorgen.”
Wanneer wordt bidden moeilijk? „Als soms de diepste diepten worden gevonden, breekt daar de hoop doorheen. Aanvechting is vaak meer brandstof, dan een blokkade.”
In de Bijbel zijn er twee levensgrote moeilijkheden voor het gebed: zonde en ongeloof. Daarom spoorde de predikant de bezoekers aan om in alle levensomstandigheden eenvoudig en vreugdevol te blijven bidden. „Het is mij goed om nabij God te zijn.”