„Als zoon van de moederkerk belijd ik schuld, betuig ik spijt en betreur ik onze eeuwenlang gebleven scheiding”, zei priester Antoine Bodar donderdagavond in Gouda, waar hij sprak over de scheiding tussen Rome en Reformatie, zoals die begin 16e eeuw plaatsvond.
De in Rome woonachtige priester, hoogleraar en schrijver vroeg zich met zoveel woorden af of „de formele splijting” wel echt nodig was geweest. „Zou de curie te Rome toen minder zeker van zichzelf zijn geweest, Luther minder hebben onderschat, minder arrogant, minder tactloos, minder verblind zijn geweest door het eigen gelijk, zou zij nederiger zijn geweest, voorzichtiger, dienstbaarder, zou de kerk van het Westen dan bijeen zijn gebleven?”
Met zijn schuldbelijdenis over de in 1517 en daarna ontstane breuk trad Bodar, die sprak op een door de stichting Reformatie Groene Hart georganiseerde Hervormingsavond, min of meer in het voetspoor van paus Adrianus VI. Die stuurde in 1522 een gezant naar de Rijksdag te Neurenberg in een poging Luther alsnog binnenboord te houden. In de instructie voor de pauselijke gezant stond, zo citeerde Bodar vrijdagavond Adrianus VI: „Wij erkennen oprecht dat God deze vervolging van Zijn kerk laat gebeuren wegens de zonden van mensen, in het bijzonder van de priesters en de prelaten.”
Vier sola’s
In een afgeladen Goudse Sint-Jan besprak Bodar ook de vier sola’s van de Reformatie: solus Christus, sola gratia, sola fide, sola Scriptura. In de eerste drie zei hij zich volledig te kunnen vinden. Zo verklaarde hij over het alleen door geloof: „Door Jezus Christus aan te nemen ontvangen wij het heil, alleen door Hem.”
En over het alleen Christus: „Christus is de enige Heiland, de enige Verlosser, het enige Gelaat van God. Maar dat betekent niet dat de moeder Gods, Maria, niet geëerd zou mogen worden, naar wat de apostel Lukas schrijft: „Vanaf heden prijst elk geslacht mij zalig.””
Deze overwegingen brachten de bekende priester tot de conclusie dat er „veel” is wat rooms-katholieken en protestanten „bindt, en weinig wat ons scheidt”. Tot dat laatste rekent hij de reformatorische visie op het alleen door de Bijbel: „Nee, dat delen wij niet. Niet het hele geloofsgoed is in de canon vastgelegd”, aldus Bodar. Zijn stelling „dat uit de openbaring in Jezus Christus zowel de Bijbel als de traditie voortvloeit”, verduidelijkte hij met een verwijzing naar het Concilie van Nicea (325), „toen Christus als wezensgelijk aan de Vader is afgekondigd, om aldus meteen de eenheid van het volk Gods te verzekeren”.
Het belang dat ook Bodar toekent aan het lezen en kennen van de Bijbel onderstreepte hij door een citaat van de kerkvader Hieronymus: „De gehele Bijbel is Christus. De Heilige Schrift niet kennen betekent Christus niet kennen.”
Gewetensvrijheid
Tweede spreker van de avond was oud-SGP-leider en tegenwoordig staatsraad Kees van der Staaij. Zijn voordracht richtte zich op de mede door de Hervorming in het Nederlandse staatsrecht vastgelegde vrijheid van conciëntie. „Gewetensvrijheid is een verworvenheid, liever nog: een Godsgeschenk. Maar tegelijk ook een opdracht. Het vraagt onze inzet en inspanning om die overeind te houden en te versterken.”
Gewetensvrijheid staat in veel landen in de wereld onder druk, betoogde Van der Staaij, maar ook in eigen land moet die soms nog wel degelijk bevochten worden. De oud-politicus verwees naar wetgeving rond levensbeëindigend handelen en zondagsarbeid.
Toch wilde hij het niet laten bij kritiek op anderen, maar als protestant en nazaat van de Reformatie „ook in de spiegel kijken”. Van der Staaij: „Verdraagzaamheid is voor ons allen als zondige en tekortschietende mensen een lastige opgave. Stevige overtuigingen, van welke kleur dan ook, hebben altijd een neiging tot onverdraagzaamheid.”
„Verdraagzaamheid is voor ons allen een lastige opgave” - Kees van der Staaij, staatsraad
Belangstellend
Wat volgens de oud-SGP-leider kan helpen, is „de echte ontmoeting met de ander, oog houden voor de menselijke maat, de ander licht en lucht gunnen. Een beetje belangstellend blijven naar de andersdenkende ander is een nuttig middel tegen rigide rechtlijnigheid.”
Volgens Van der Staaij heeft gewetensvrijheid alles te maken met het christelijk geloof en met de Reformatie. Hij verwees naar een van de beroemde glas-in-loodramen van de Goudse Sint-Jan, genaamd Vrijheid van conciëntie. Daarop is een vrouwenfiguur afgebeeld, zittend op een zegekar. Zij heeft de tirannie overwonnen. Van der Staaij: „Haar ogen zijn omhooggericht, naar de hemel. De triomfwagen wordt voortgetrokken door vijf andere vrouwen: liefde, gerechtigheid, eendracht, trouw en standvastigheid. Op de schoot van de vrouw rust een opengeslagen boek. Het lijkt mij niet te ver gezocht dit boek als de Bijbel te zien.”
Muziek
Op de Hervormingsavond in Gouda was veel tijd ingeruimd voor samenzang en ook voor muziek, uitgevoerd door het Ars Musica Orkest en het Ars Musica Concertkoor. Zo speelden orkest en concertkoor koraal BWV 416 van Johann Sebastian Bach, ”Vater unser im Himmelreich”, en –eveneens van Bach– cantate BWV 80, ”Ein feste Burg ist unser Gott”.
De avond, die door meer dan duizend mensen werd bezocht, was georganiseerd door de stichting Reformatie Groene Hart , die tot doel heeft het gedachtegoed van de Reformatie onder een breed publiek te verbreiden en in stand te houden. In 2023 vond de eerste Groene Hart Hervormingsavond plaats, eveneens in de Goudse Sint-Jan. Sprekers waren toen prof. dr. W. van Vlastuin, ds. G.J. Baan en Theoloog des Vaderlands dr. Kees van Ekris.