In coronatijd verdiepte hij zich in geestelijke oplevingen in de negentiende eeuw. Het resulteerde in het boek ”Zegen op de Veluwe, herinneringen aan geestelijke oplevingen”. Vijf vragen aan auteur Bas Hooghwerff.
Waar komt uw belangstelling voor de geestelijke opwekkingen op de Veluwe vandaan?
„In coronatijd verdiepte ik me in oplevingen die plaatsvonden in de negentiende eeuw. Cholera-uitbraken werden als middel in Gods hand gebruikt tot bekering van velen. Gegevens daarover kregen een plaats in het boek ”Een middel in Zijn hand”. Daarna hield ik me bezig met de opleving die plaatsvond onder catechisanten van ds. P.J. Resler in Oud-Beijerland, beschreven in ”Uw dochters zullen profeteren”. Uit beide onderzoeken bleek dat deze geestelijke oplevingen niet zonder vrucht zijn gebleven. Dit bracht me ertoe om ook onderzoek te doen naar de opwekkingen op de Veluwe.”
Hoe goed is de informatie over de opwekkingen bewaard gebleven?
„Het was echt speuren naar gegevens. Over de eerste opwekking, van 1749 tot 1752 in Nijkerk, is best veel geschreven. Daarna is er nog minstens zes keer sprake geweest van een geestelijke opleving in een gedeelte van de Veluwe. Daarover was tot op heden weinig bekend. Uit allerlei bronnen kwam waardevolle informatie tevoorschijn. Denk aan kerkelijke archivalia, familiearchieven, brieven, tijdschriften, levensbeschrijvingen en gelegenheidspreken. Het boek is ontstaan uit tal van brokstukken.”
De Nijkerkse beroeringen zijn heel bekend. Waren de opwekkingen in de omgeving daaraan gelinkt?
„De opwekking in 1749 bleef niet beperkt tot Nijkerk, maar breidde zich in het voorjaar van 1750 uit naar omliggende plaatsen als Putten, Barneveld, Kootwijk, Voorthuizen, Lunteren en Nunspeet. Later vond er in Nijkerk nog twee keer een opleving plaats, rond 1800 en in 1821. De opleving rond 1800 bestreek een groot deel van de Veluwe. De opleving begon in Scherpenzeel en bereikte daarna ook plaatsen als Woudenberg, Otterlo, Kootwijk en Ede.”
Wat kenmerkte deze geestelijke oplevingen op de Veluwe?
„Een grote honger naar het Woord. De nood van hun ziel dreef de mensen naar Gods huis. Kerkgebouwen waren tot de laatste plaats bezet, op zondag en doordeweeks. Gezelschappen en oefeningen werden door velen bijgewoond. Predikanten gingen in afgelegen buurtschappen zelfs voor in huizen en boerenschuren. De prediking van Gods Woord werd rijk gezegend. Dit had zijn uitwerking in de plaatselijke gemeenschappen. De Veluwe kwam echt onder het beslag van Gods Woord. Ik denk dat we wel mogen stellen dat de vele oplevingen die op de Veluwe hebben plaatsgevonden, de streek hebben gestempeld, tot op de dag van vandaag.”
Wat hebben de geestelijke oplevingen van destijds ons nu te zeggen?
„Ik ben ervan overtuigd dat de Veluwe er nu in geestelijk opzicht anders zou hebben uitgezien als deze oplevingen niet hadden plaatsgevonden. Dat deze streek zo’n prominente plaats inneemt op de zogenoemde Biblebelt, staat daar naar mijn mening niet los van. Maar dat zou weleens voor meer plaatsen in Nederland kunnen gelden. Er zijn heel wat oplevingen geweest die in de vergetelheid zijn geraakt, maar waarvan de zegen wel heeft doorgewerkt.
Er is ook nu nog een overblijfsel naar de verkiezing van Gods genade. Wel moeten we helaas vaststellen dat er in de gereformeerde gezindte sprake is van een enorme afkalving en uitholling van binnenuit. De enige remedie daartegen is het krachtige werk van Gods Geest. Die werking wordt, net als in de oplevingen van destijds, gekenmerkt door een innerlijke doorleving van de drie stukken die de Heidelbergse Catechismus op grond van de Schrift aanwijst.”
Bas Hoogwerff, auteur ”Zegen op de Veluwe, herinneringen aan geestelijke oplevingen”