Welke bekende Nederlandse kunstenaar had een houten gebit? Tip: als kind verzamelde hij vogeleieren. Peter van Zoest uit Gouda schreef een bundel met 75 korte biografieën van bekende personen. Maar hij vertelt er niet bij om wie het gaat.
Schaduwbiografieën noemt Van Zoest (1952) ze. Korte levensbeschrijvingen van „beroemdheden” uit binnen- en buitenland. Mannen en vrouwen, schrijvers, dichters, beeldhouwers, musici, filosofen, theologen, architecten, politici, mensen van de klassieke oudheid tot de twintigste eeuw, van Plato tot Obama. „Bij een normale biografie gaat het erom dat de schrijver iemand zo duidelijk mogelijk in beeld brengt”, vertelt Van Zoest, voormalig docent geschiedenis aan scholengemeenschap Goudse Waarden in Gouda. „De figuren die ik echter beschrijf, leven als het ware in de schaduw. Het is aan de lezer om ze in het zonnetje te zetten. Voor mij was het een puzzel om de juiste balans te vinden: geef ik niet te veel aanwijzingen weg? Of maak ik het juist te cryptisch?”
Hoe kwam u op het idee om dit boek te schrijven?
„Dat heeft te maken met mijn onderwijsloopbaan. Ik heb in de lespraktijk vaak geprobeerd om redelijk saaie dingen –ik praat nu even vanuit de denkwijze van de leerling– interessant te maken door er een spelelement aan toe te voegen in de vorm van bijvoorbeeld authentieke teksten, beeldmateriaal, muziekfragmenten of rollenspellen.
Na mijn pensionering in 2016 had ik ineens zeeën van tijd. Maar het onderwijs bleef door mijn hoofd spelen. Ik had er behoefte aan om dingen te vertellen, me ergens in te verdiepen, informatie te verwerken. Toen kwam ik op de gedachte om een bundel met anonieme biografieën te gaan schrijven. In de bibliotheek ging ik op zoek naar levensbeschrijvingen die zich hiervoor leenden. Daar ben ik mee aan de slag gegaan. Na veel schaven en herschrijven kwam ik tot een vorm die me beviel.
De speelse aanpak uit mijn lespraktijk heb ik in dit boek toegepast. Ik beschrijf het leven van 75 mannen en vrouwen die de meeste mensen wel zullen kennen, in elk geval van naam. Al te bekende feiten heb ik echter weggelaten. De lezer moet dus overal spoortjes vandaan halen om te raden over wie de tekst gaat. Dat vraagt om een andere manier van lezen.”
Is dit boek ontstaan vanuit uw lespraktijk?
„Ja, zeker wat betreft de vorm. Daarnaast heb ik me wel afgevraagd hoe ik nu eigenlijk bij dit idee ben gekomen. Misschien speelde een herinnering uit mijn jeugdjaren een rol. Ik woonde toen in het centrum van Gouda. Elke zaterdag kwam mijnheer IJsselstein met zijn Kever naar de Markt om er boeken te verkopen. Hij was al in de zeventig en in de oorlog nogal door de Duitsers mishandeld; ze hadden zijn rug kapotgeslagen. Met een vriend hielp ik hem de auto uitladen. We keken dan meteen in de dozen of er voor ons nog iets interessants in zat. Ik vond toen een keer een vertaald boekje dat ging over vooraanstaande Duitse politici en generaals aan het einde van de 19e eeuw. Het was bedoeld om te laten zien wat voor geweldige Duitse generaals en politici er wel niet waren. De lezer moest ook hier raden om wie het ging, al werden er geen bekende biografische gegevens weggelaten. Wellicht speelde de herinnering aan dit boekje mee bij het ontwikkelen van mijn eigen concept.”
„Via een biografie kun je op een fijne manier andere mensen leren kennen en daarmee stuit je dan op het raadsel van de mens” - Peter van Zoest, historicus
U vertelt veel anekdotes. Hoe zou u de biografische stukjes omschrijven?
„Ze neigen naar vie romancée, een literair genre dat tegen de officiële geschiedschrijving aanschurkt. Daarbij wordt de romanvorm gebruikt om het lezen prettiger te maken. Soms ontkwam ik niet aan enige inlegkunde, bijvoorbeeld bij het weergeven van dialogen waar verder niemand bij is geweest. Die aanpak is altijd wat omstreden, maar als je er transparant over bent en die zorgvuldig onderbouwt, kan het volgens mij prima.”
Hoe kwam u aan uw informatie?
„Vrijwel alle gegevens zijn afkomstig uit recente Engelstalige biografieën. Ze staan achter in dit boek vermeld, waarbij ik uiteraard de namen uit de titels heb weggelaten. Als mensen van bepaalde figuren meer willen weten, dan kunnen ze terecht bij die boeken.”
Wat trekt u zo aan in biografieën?
„Ik vind de biografie een fascinerend genre in de geschiedschrijving. Ik zeg wel eens dat de kortste biografieën op grafzerken zijn te vinden: datum van geboorte en datum van overlijden – eventueel met een korte tekst of een versiering. Daartussen heeft zich een leven afgespeeld. Van sommige mensen wordt het levensverhaal opgeschreven. Dan ontstaat er een beeld van die personen. Ze komen als het ware opnieuw tot leven. Op zich is dat discutabel, want waarom moet je iemand met woorden weer tot leven wekken? Daar staat tegenover dat er mensen geweest zijn die ons tot voorbeeld kunnen zijn, van wie we wat kunnen leren omdat ze ons mooie dingen en interessante ideeën hebben nagelaten. Maar het kan ook zijn dat ze juist verschrikkelijke dingen hebben gedaan. Dat ze oorlogen hebben ontketend en verderf hebben gezaaid, of vreselijke uitvindingen hebben bedacht. Die uitersten –met alles wat ertussen zit– vind ik reuze-interessant. Je ziet dan hoe verschillend mensenlevens zich kunnen ontwikkelen.”
Wat kunnen we daarvan leren?
„Via een biografie kun je op een fijne manier andere mensen leren kennen en daarmee stuit je dan op het raadsel van de mens. De ene mens stort in bij het uitbreken van een oorlog, de ander krijgt juist energie om in actie te komen. Er zijn mensen die een paar jaar aan een onderzoek werken en dan stoppen omdat er nog geen resultaat is behaald. Anderen werken dertig jaar aan iets en: bingo! Het fascineert mij mateloos hoe divers mensen zijn en vooral hoe uniek. Wat is de wereld toch bijzonder gemaakt.
„Ik weet meer over Van Gogh dan over mijn zwager” - Peter van Zoest, historicus
Je zou kunnen zeggen dat een biograaf iemand onder de microscoop legt. Hij of zij beweegt niet meer, de feitelijke gegevens liggen min of meer vast. Bij een nog levende persoon duurt het een hele tijd voor je hem of haar leert kennen, maar als je een goede biografie leest, heb je met vier, vijf uur al een vrij helder beeld van de persoon over wie het gaat. Door het lezen van biografieën wordt je familie groter. Ik weet meer over Van Gogh dan over mijn zwager. Daarnaast weet ik dat elke tijd zijn eigen biografieën heeft. De Chopin van nu levert een ander beeld op dan de Chopin van een eeuw terug. Nieuwe bronnen zorgen vaak voor nieuwe interpretaties, zodat een bestaand beeld dient te worden bijgesteld. Dat is het rijke van het genre. Dé biografie bestaat niet.”
Een goede biografie zegt ook iets over de tijd waarin iemand leefde. Heeft u daar ook rekening mee willen houden in uw boek?
„Een biografie is een levensbeschrijving waarbij het handelen van een persoon van een achtergrond wordt voorzien. We worden allemaal gevormd door onze tijd, bewust of onbewust. Een oud-docent van mij zei eens gekscherend daarover dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn in de keuze van je vader en moeder. Want daar begint het allemaal. Wat krijg je mee? Wie leert je lezen? Wat lees je? Wat is je milieu? Welke vrienden ontmoet je daar? Je kunt een persoon nooit los zien van de tijd waarin hij of zij leefde.”
Wat hoopt u met dit boek te bereiken?
„Het boek is ter lering en vermaak. Ik hoop vooral dat de lezer zich zal verbazen, want dat is het begin van alle kennis. Hij kan wat opsteken van dit boek omdat er relatief onbekende feiten over de beschreven personen aan bod komen. Hij ziet een andere kant van de man of de vrouw die hij dacht te kennen. Dat is het leerzame element. En het is natuurlijk ook een sport om te kijken hoeveel figuren iemand herkent. De antwoorden staan in een eenvoudige code achter in het boek, zodat de lezer snel ziet of hij of zij de goede persoon te pakken heeft.”
Weet u wie dit zijn?, Peter van Zoest; uitg. Cactus; 382 blz.; € 25,-