In het kinderboek ”Meester gezocht!” heeft groep 8 te maken met een bekend onderwijsprobleem: personeelswisselingen door lerarentekort. Hoofdpersoon Maarten –hij is hoogbegaafd, blijkt in de loop van het verhaal– heeft er last van.
Juf Janneke, de directrice, komt na de zomervakantie vertellen dat de meester voor langere tijd ziek is. Vanaf dat moment is het een komen en gaan van ervaren en onervaren leraren.
Die wisselingen zijn voor niemand fijn, maar zeker niet voor Maarten, die snel afgeleid is en in zijn eigen wereld leeft. Hij vraagt zich tijdens de les af hoeveel mensen dezelfde pincode hebben en hoe een antiaanbaklaag wordt aangebracht. Ook gebruikt hij moeilijke woorden en leest hij Franse boekjes.
Niet alleen de leraren, maar ook zijn ouders weten niet wat ze met hem aan moeten. Zijn moeder zegt: „Je lijkt heel slim te zijn, maar op school zijn de resultaten erg wisselend.” Maarten weet wel hoe dat komt: school is saai.
Dan komt meester Taco, een vaste invaller. Hij begrijpt Maarten en geeft hem ruimte: „Als jij het op deze manier fijn vindt, dan doe jij het zo.” Een intelligentieonderzoek maakt veel duidelijk: door zijn hoge intelligentie mist Maarten de aansluiting met zijn leeftijdgenoten en verliest hij zijn interesse in het gewone schoolwerk.
Op een aansprekende manier maakt Van Winkel duidelijk wat er in het hoofd van een kind met hoge intelligentie omgaat en hoe onbegrepen het zich kan voelen. Dit zorgt voor verwarring en boosheid. Het verhaal leest makkelijk, is beeldend geschreven en verveelt door de vele gebeurtenissen geen moment.
Meester gezocht!, Joke van Winkel; uitg. Den Hertog; 109 blz.; € 13,90