OpinieOpinie

Noodkreet: misbruik in reformatorische gezindte houden we zelf in stand

Na een congres op de TUA verschenen diverse berichten over seksueel misbruik. Wat onderbelicht bleef, wil ik als een noodkreet aan de orde stellen: door onze houding houden we misbruik in de reformatorische gezindte zelf in stand. Het is erger dan we denken!

Bas van Dijk
13 April 2023 06:37Gewijzigd op 17 April 2023 08:00
„Het is letterlijk tenhemelschreiend hoe in de kerk en de familie vaak wordt omgegaan met misbruik, doorgaans ten gunste van de dader en ten koste van het slachtoffer.” beeld iStock
„Het is letterlijk tenhemelschreiend hoe in de kerk en de familie vaak wordt omgegaan met misbruik, doorgaans ten gunste van de dader en ten koste van het slachtoffer.” beeld iStock

Door mijn werk spreek ik veel mensen die te maken hebben met seksueel misbruik. Meer en meer ben ik gaan beseffen dat het gaat om een diepgeworteld, wijdverbreid kwaad in onze reformatorische gezindte. Dit is deels te verklaren door het meergenerationele karakter van trauma; we geven het onbewust door aan onze kinderen en kleinkinderen. Het nestelt zich in allerlei patronen en verhoudingen.

Schadelijke houding

Onze houding is echter een groot deel van het probleem. Het is letterlijk tenhemelschreiend hoe in de kerk en de familie vaak wordt omgegaan met misbruik, doorgaans ten gunste van de dader en ten koste van het slachtoffer.

Moet ik vertellen van de jonge vrouw en moeder, als kind misbruikt, die daarover moet zwijgen om de familieband in stand te houden? Moet ik vertellen van de predikant die het meisje dat in haar pleeggezin werd misbruikt, aanraadde in een brief haar ‘pleegfamilie’ te bedanken voor de tijd dat ze onderdak kreeg in dat gezin en het zo goed moest maken? Of van de jonge man die de dader snel moest vergeven, omdat die precies een kind wilde laten dopen?

Moet ik vertellen van een steeds wisselende groep van twintig tot dertig (reformatorische) jongens en mannen, tussen de 12 en 25 jaar oud, in een dorpje in de Biblebelt, die elkaar gedurende vele jaren bevredigden, sommigen tot ver in hun huwelijk? Ze zijn inmiddels getrouwd of single, soms ambtsdrager. Niemand weet van hun geheim. Ze dragen in hun boezem allemaal de last van deze zondige en traumatiserende periode. Moet ik vertellen van de jonge vrouw die werd misbruikt, terwijl haar moeder, die zelf ook misbruikt was, het merkte maar door haar eigen trauma niet adequaat kon reageren? Moet ik vertellen van het meisje in een Veluwse keet dat zich aan jongens aanbood voor seks in ruil voor sigaretten, omdat ze van haar moeder, die jong was misbruikt, niet had geleerd dat ze waardevol is? Moet ik vertellen van het jonge meisje dat door een gemeentelid werd betast, maar dat omwille van de rust in de kerk en het dorp werd aangeraden snel te vergeven en te zwijgen? Van de oude vrouw die me huilend vertelde dat ze al tachtig jaar haar misbruikgeheim meedraagt? Wat zal ik zeggen tegen de jonge moeder, door haar vader jarenlang misbruikt, als ze me wanhopig huilend vertelt dat haar vader het erkent, de kerkenraad het net als haar familie weet, maar niemand iets doet?

Dadergedrag

Met onze lauwe, wegkijkende, toedekkende houding herhalen we op allerlei wijze de omkering die de daders eigen is. De dader (de grensoverschrijder) geeft het slachtoffer het gevoel waardeloos, slecht, schuldig en walgelijk te zijn en zelf zielig, hulpeloos, rechthebbend of zuiver te zijn. De dader maakt daarbij gebruik van zijn macht. Die macht kan gebaseerd zijn op zijn kerkelijke, maatschappelijke of sociale positie of op psychologisch overwicht.

Op schrijnende en onthutsende wijze zie ik die daderhouding terug in huwelijken, gezinnen, families, kerken en andere sociale of maatschappelijke structuren. Voelt u de overeenkomst tussen de incest plegende vader die zegt: „Niet over praten, want dan moet papa in de gevangenis en dat vindt mama erg” en de omgeving die zegt: „Laten we dit maar met de mantel der liefde bedekken, anders smaadt de wereld Gods naam?”

Ziet u de gelijkenis tussen een dader die zijn verwoestende misbruik bagatelliseert („het was niet zo vaak”) en een predikant die tegen een slachtoffer zegt dat ze gelukkig verhuisd is en de dader niet meer ziet? Snapt u dat deze dynamiek sowieso in stand blijft als we onze kinderen of gemeenteleden een waardeloos, schuldig en slecht gevoel geven om met een beroep op onze (vermeende) machtspositie vervolgens hun grenzen te overschrijden? Voelt u dat de doofpot waar we als familie of kerk de verhalen van slachtoffers in willen stoppen hetzelfde is als het zwijgen van een dader?

Rijk en verrijkt

Laten we ernstig onszelf aanzien. Wát maakt toch dat we dit kwaad toelaten, toedekken of wegwuiven? Zijn we bang geworden om elkaar ernstig en concreet te waarschuwen? Houden we de zonde in onze eigen boezem in stand, door die bij de ander toe te laten? Hoe kunnen we onder het mom van de mantel der liefde en vergevingsgezindheid de doofpot in stand houden en daders vrijuit laten gaan? Hoe kunnen we toch menen rijk en verrijkt te zijn, terwijl er een vuur van goddeloosheid brandt onder de fundamenten van onze gezindte?

Ernstige oproep

Ik wil een ernstige oproep doen aan iedereen. Stop met wegkijken, als u ziet dat er grenzen worden overschreden. Doorbreek het verschrikkelijke zwijgen, als u weet hebt van misbruik in uw omgeving. Steun slachtoffers. Houd daders niet de hand boven het hoofd. Mannen, toon uw vrouwen respect. Vaders, spreek liefdevol en eervol over uw vrouwen, zeker in het bijzijn van uw kinderen. Laat uw zoons zien hoe ze respect tonen voor vrouwen. Vrouwen, draag uw vrouw-zijn waardig. Moeders, laat uw dochters weten dat ze waardevol zijn en grenzen verdienen. Ouders, stop met het kijken van tv-series en andere troep die de seksuele moraal van u en uw kinderen vernietigt. Waak voor de dader-slachtofferdynamiek (onder andere het oproepen en gebruik maken van de inferieure positie of schuldgevoelens van de ander om iets voor elkaar te krijgen). Vraag nooit eerst om een knuffel vóór het kind iets mag. Zo beginnen daders namelijk hun grensoverschrijding. Ambtsdragers, sta voor het recht, strijd tegen de leugen, laat er geen ongerechtigheid aan onze vingers zijn (Jesaja 59). Onderzoek uzelf ernstig hoe u in kerkelijke en pastorale relaties de dader-slachtofferdynamiek voedt, ook in zaken die geen seksueel misbruik betreffen. Daders, stop je schadelijke gedrag en zoek hulp. Laten we samen, biddend om Gods Geest, de zonde van misbruik en seksuele ontsporing in de volle breedte ”henen uit” wijzen en, naar Jesaja 58, de knopen der goddeloosheid losmaken.

Het voelt kwetsbaar en spannend om dit te schrijven. Al hoop ik op weerklank, ik vrees ook het schouderophalen. Toch zwijg ik niet, vanwege de ernst van de zaak. Zolang we onze schouders ophalen of denken dat het ons niet aangaat of dat het meevalt, blijft misbruik onder ons, christenen, een vreselijke realiteit. Het is erger dan u denkt.

De auteur is zelfstandig psychosociaal therapeut en coach.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer