OpinieOpgemerkt

Lezersbrieven: asielbeleid en woningnood, de transgenderwet en oorlogsdreiging

In de rubriek ‘Opgemerkt’ reageren lezers op artikelen uit het Reformatorisch Dagblad of op actuele thema’s.

24 April 2025 18:52Leestijd 5 minuten
beeld RD
beeld RD

Asielbeleid en woningnood

De Zwolse jurist mr. Jan de Beer vertelde bij de overhandiging van de oproep tot „barmhartigheid met mensen die onze hulp nodig hebben” aan leden van de vaste Kamercommissie voor asiel en migratie (RD 15-4) dat „onze opgenomen asielzoeker studeert en nu werkt als tandtechnicus”. Dat is mooi voor beiden. Want elk mens is er één en telt mee.

Nederland telt thans echter 3.230.000 miljoen buitenlanders. En naast barmhartigheid is er ook het aspect mogelijkheden ofwel de bestaande werkelijkheid in dit zeer kleine landje met gemiddeld 433 mensen per vierkante kilometer. Alleen al in 2022 kwamen er 403.000 mensen vanuit het buitenland hier wonen. Huizen genoeg? Nee, want gelet op de groeiende aantallen inwoners in 2025 en 2026 moeten er nog 900.000 níéuwe woningen worden gebouwd. Vaststaat dat Nederland blij mag zijn als de helft ervan kan worden gehaald! Daarbij zijn ook energie en goed drinkwater noodzakelijk.

Dit jaar en in 2026 zijn er meer dan 100.000 opvangplekken nodig voor mensen „met recht op opvang”, terwijl er tegen de 400.000 eigen werklozen thuis op de bank zitten. Omscholing?! Bel maar eens een burgemeester of gemeenteraad op met de vraag: „Kunnen jullie er een paar honderd hebben?” Het antwoord laat zich raden: „Helaas, we hebben geen woningen!” Nu niet en in 2026 ook niet.

Tien jaar geleden waren de mogelijkheden heel anders. Maar vandaag staat Nederland niet meer voor zogenoemde uitdagingen, maar voor onmogelijkheden. En die lopen, als we zo doorgaan, uit op een problematische catastrofe. Migratieminister, sterkte gewenst!

Maris den Engelsman (ex-controleur huisvestingszaken), Waddinxveen

Transgenderwet

SGP-Tweede Kamerlid Diederik van Dijk reageert in zijn artikel ”Voorstanders transgenderwet willen keerzijde niet zien” (RD 16-4) op mijn artikel over de transgenderwet (”Wie debat mijdt, miskent kern van parlementaire werk”, RD 15-4), maar ontkracht het niet. Hij bevestigt juist precies wat ik schreef.

In plaats van procedureel uit te leggen waarom het blokkeren van een Kamerdebat gerechtvaardigd zou zijn, richt Van Dijk in zijn reactie de pijlen op de jongeren van de ChristenUnie. Hij beweert dat wij ons „vastklampen aan een progressieve erfenis” en legt ons standpunten in de mond die we niet hebben ingenomen. We stellen de SGP in ons opinieartikel één principiële vraag: Waarom wordt een voorstel zónder debat van tafel geveegd? Die vraag beantwoordt Van Dijk niet.

Opmerkelijk is bovendien dat Van Dijk in zijn reactie wél allerlei argumenten aandraagt die prima tijdens het Kamerdebat ingebracht hadden kunnen worden. Er zijn zorgen, er is onderzoek, er zijn overwegingen. Maar het Kamerlid dat nu roept om zorgvuldigheid haalde zelf dat gesprek onderuit nog voor het kon plaatsvinden.

Wat resteert, is precies het Amerikaanse cultuurstrijdmodel: schijntegenstellingen, verdachtmaking van politieke collega’s, ronkende woorden richting de eigen achterban (die het RD leest) en het ontwijken van echte politieke confrontatie (in de Tweede Kamer).

Die theatrale stijl lijkt een breuk met de traditie van de SGP. Want Van Dijks voorgangers gingen het publieke debat niet zomaar uit de weg. Die wisten wat het betekende om op onderwerpen getuigenis te geven. In de Tweede Kamer, op de inhoud, met overtuiging.

Jerke Setz, voorzitter PerspectieF, ChristenUnie Jongeren

Oorlogsdreiging

Er is een duidelijke parallel tussen de berichtgeving in De Banier in de jaren dertig en de berichtgeving in het RD nu. De toenemende macht van Hitler kreeg vanaf 1932 duidelijk een plek in de media. Nu domineert onder anderen Poetin de krantenberichten. Bovendien worden we voorbereid op de volgende oorlog.

Op 10 april overleed een 21-jarige Nederlandse soldaat tijdens militaire oefeningen in Duitsland. Zullen onze twee zoons en drie kleinzoons straks aan het front moeten staan voor de verdediging van ons vaderland? Maar wie wil er nog sterven voor koning en vaderland? Koningin Wilhelmina zat in mei 1940 al in Engeland voordat goed en wel beseft werd dat er oorlog was.

Ds. M. Hofman hield op 10 juli 1932 een tijdrede getiteld ”De toebereide troon”, over voortekenen van Jezus’ wederkomst: De Heere komt niet „opeens” met Zijn gericht, maar Hij „bereidt het gericht voor”, met als doel dat de mensen zich nog zouden bekeren. Als voortekenen noemde hij de financiële crisis, het „revolutiemonster”, ontredderde regeringen en de „on- en wangestalten der kerk”. Want „het binnenkamersleven is veelal zoek”.

Nu is deze rede weer actueel. Ligt het onafwendbare noodlot van een nieuwe oorlog niet daarin dat we halsstarrig weigeren God te gehoorzamen? Voelen we ons veilig in ons eigen kerkje van gelijkgezinden en gepleisterd met dogmatisch gips? Kom van achter die dikke muren vandaan en begin in de wijde, Godloze wereld God lief te hebben boven alles en je naaste (je vijanden) als jezelf.

Marinus Hofman, Ridderkerk

In Opgemerkt reageren lezers van het Reformatorisch Dagblad op de inhoud van de krant. Ook reageren? Stuur uw reactie (maximaal 250 woorden) naar opinie@refdag.nl. Op ingezonden brieven kan niet worden gereageerd.

Meer over
Opgemerkt

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer