Als we ons in onze vooringenomen standpunten ingraven, is er geen ruimte meer voor een andere kijk op Israël en op de bijzondere taak die volgelingen van Jezus in het conflict in het Midden-Oosten zouden kunnen vervullen.
Onlangs verscheen er in een landelijk dagblad ( ND 11-10 ) een interessant interview met Shadi Khalloul, een Aramese christen die in Noord-Israël woont. Interessant vanwege de inhoud, maar ook vanwege de dynamiek tussen interviewer en geïnterviewde.
Op een gegeven moment vertelt Khalloul vol enthousiasme over zijn inspanningen die ertoe geleid hebben dat de Arameërs nu door de Israëlische overheid erkend worden als een zelfstandige etnische groep, iets wat belangrijk is in de context van het Midden-Oosten. Khalloul is van mening dat veel christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten zich in de loop van de eeuwen hebben laten arabiseren uit angst voor agressie. In plaats van door te vragen naar de achtergronden en de geschiedenis van deze culturele repressie begint de interviewer over beschuldigingen van onderdrukking en oorlogsmisdaden aan het adres van Israël. Dat wekt wrevel op bij Khalloul. Hij neemt het meteen op voor zijn land en poneert dat als Palestijnen werkelijk vrede willen, ze zich helemaal zullen moeten losmaken van de doodscultuur van jihadistische groeperingen. Die doodscultuur houdt veel mensen in het Midden-Oosten gevangen en is uit op de vernietiging van Israël.
Bijna 25 procent van de Nobelprijswinnaars heeft een Joodse achtergrond
De dynamiek in dit interview kenmerkt menig gesprek dat ik de laatste tijd voer over de toestand in het Midden-Oosten. Het loopt vroegtijdig dood omdat mijn gesprekspartner het optreden van Israël al bij voorbaat zo verschrikkelijk vindt, dat zelfs feitelijke informatie over de culturele en religieuze achtergronden van het conflict en over de geschiedenis van het Midden-Oosten niet landt. En dat is jammer, want wanneer we ons in onze vooringenomen standpunten ingraven, is er geen ruimte meer voor een andere kijk op Israël en op de bijzondere taak die volgelingen van Jezus in dit conflict zouden kunnen vervullen.
Hightechlandje
Israël is het door God geformeerde volk waardoorheen Hij zijn heil naar de wereld wil brengen. Niet omdat dit volk beter of gehoorzamer zou zijn dan andere volken maar alleen vanwege Gods verkiezende liefde, die daarmee het welzijn van alle volken op het oog heeft. Via Israël ontvingen we de Bijbel, de profeten, de apostelen en de Verlosser van de wereld. Het heil is uit de Joden, zegt Jezus (Johannes 4:22).
Er zijn mensen die Israël slechts zien als een lanceerplatform voor de Messias: het heeft Jezus voortgebracht en daarna heeft het afgedaan. Ik zie echter dat God zijn volk tot op de dag van vandaag gebruikt als kanaal van zegen. Bijna 25 procent van de Nobelprijswinnaars heeft een Joodse achtergrond, terwijl het volk slechts 0,2 procent van de wereldbevolking uitmaakt. In het bijzonder zou de Arabische wereld kunnen profiteren van de aanwezigheid van Israël in haar midden. Israël, dat kleine maar moderne hightechlandje dat vooroploopt in techniek, gezondheidszorg en ontginning van de woestijn.
In het bijzonder zou de Arabische wereld kunnen profiteren van de aanwezigheid van Israël in haar midden
In mijn werk voor de Near East Ministry heb ik heel veel gevallen gezien waarin Arabische mensen zegen ontvingen via de Israëlische overheid of via individuele Joodse mensen. Maar nog vaker zag ik onwil om zich te laten zegenen, omdat men Israël als de vijand zag.
„Wie u zegent, is gezegend, wie u vervloekt, is vervloekt!” Deze woorden moest de dubieuze profeet Bileam uitspreken over Israël, toen hij gegrepen werd door de Geest van God (Numeri 24:9). Intrigerende woorden, want ze worden omlijst door de verhalen van de koperen slang en de afgoderij met de Baäl van Peor – twee voorbeelden waarin Israël volledig over de schreef gaat. Klaarblijkelijk hangen Gods aanbod tot zegen en waarschuwing voor vloek niet af van het gedrag van Zijn volk: Zegen dat dwarse volk nou maar, dat volk dat Ik heb uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, mijn kostbaar bezit te zijn. En kijk wat er gebeurt…
Opwekking
Ik droom van een opwekking in het Midden-Oosten waarbij Arabische volgelingen van Jezus in het diepe durven springen en de woorden van hun Meester gaan uitleven: heb uw vijanden lief (Mattheüs 5:44). Wat zou er gebeuren als zij hun verstokte opvattingen en ideeën zouden laten varen en op een Jood zouden afstappen en zouden zeggen: jij bent weliswaar mijn vijand maar ik omarm jou omdat mijn Redder, de Messias van Israël, dat van mij vraagt.
„Op die dag zal er een gebaande weg zijn van Egypte naar Assyrië. De Assyriërs zullen in Egypte komen en de Egyptenaren in Assyrië. De Egyptenaren zullen samen met de Assyriërs de HEERE dienen. Op die dag zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assyrië, een zegen in het midden van de aarde” (Jesaja 19: 23-24).
De auteur is oud-directeur van de Near East Ministry (NEM).