Minister Reinette Klever treft deze week in de Tweede Kamer een kritische oppositie tegenover zich in het debat over de begroting voor ontwikkelingshulp. De Eerste Kamer kan de plannen in het uiterste geval torpederen.
Onaangenaam verrast. Dat was een flink deel van de Tweede Kamer toen in september bekend werd dat het kabinet nog méér ging bezuinigen op ontwikkelingshulp dan al was afgesproken in het hoofdlijnenakkoord. In de formatie kwamen PVV, VVD, NSC en BBB overeen om vanaf 2027 jaarlijks 2,4 miljard euro te bezuinigen op het budget voor de verre naaste.
Daar bovenop besloot de ministerraad deze zomer ook het budget voor ontwikkelingshulp niet mee te laten groeien met het bruto nationaal inkomen (bni), een maatstaf voor de omvang van de economie. Dat mag gerust een ommezwaai worden genoemd. Die koppeling, die ertoe moet leiden dat het budget op lange termijn uitkomt op de internationale norm van 0,7 procent van het bni, is al sinds 1975 staande praktijk.
Daarmee breken betekent voor 2025 een extra bezuiniging van 319 miljoen euro. Houdt het kabinet ook de jaren daarna vast aan de bezuiniging, dan gaat het tot en met 2029 opgeteld om ruim 2 miljard euro. Dat komt dus boven op de jaarlijkse bezuiniging van 2,4 miljard.
In de toekomst bepaalt het kabinet per beslismoment of het ontwikkelingsbudget meegroeit met het bni, liet minister van Financiën Eelco Heinen de Tweede Kamer weten. Maar let wel, voortaan geldt het wél koppelen van het budget aan de bni-groei als extra uitgave, waar dus over onderhandeld en voor gestreden moet worden.
In elk geval oppositiepartijen GL-PvdA, D66, CDA, SP, PvdD, SGP, CU en Volt hekelen de zogeheten ontkoppeling, zo maakten zij kenbaar in de Tweede en/of de Eerste Kamer. Opgeteld hebben deze acht partijen in de Eerste Kamer een meerderheid, zij het de kleinst mogelijke: 38 van de 75 zetels.
Graat in de keel
Het standpunt van deze acht partijen is dus helder. Maar is zicht op het opnieuw instellen van de koppeling voor hen ook een voorwaarde voor het steunen van de begroting voor ontwikkelingshulp? Het RD legde hun onder meer die vraag voor. Hoewel veel partijen nog niet het achterste van hun tong laten zien, maken de reacties duidelijk dat de extra bezuiniging meerdere van hen als een graat in de keel steekt.
„De bni-koppeling is heel belangrijk voor ons”, aldus CU-Kamerlid Don Ceder. „Wanneer deze definitief wordt losgelaten, betekent dit de grootste bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking ooit. Laat duidelijk zijn: we zijn als partij constructief, maar niet destructief. En deze begroting bezuinigt juist op de meest kwetsbaren.”
Ceder wil de krachten bundelen met SGP, CDA en coalitiepartij NSC. Vorige week werden deze vier partijen er door hun jongerenorganisatie onder meer toe opgeroepen de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking te stoppen en de internationale afspraak over de hoogte van het budget na te komen.
„Laat duidelijk zijn: we zijn als partij constructief, maar niet destructief. En deze begroting bezuinigt juist op de meest kwetsbaren.” - Don Ceder, Kamerlid ChristenUnie
SGP’er Chris Stoffer wijst erop dat zijn partij al eerder heeft benadrukt „dat we de bezuinigingen op ontwikkelingshulp niet zomaar slikken.” Een woordvoerder vult aan dat de SGP in het debat over de begroting de nadruk zal leggen op de koppeling tussen het budget voor ontwikkelingshulp en de bni-groei.
CDA-Kamerlid Derk Boswijk, die nog niet vooruitloopt op het al dan niet steunen van de begroting, maakt zich „grote zorgen”. Het CDA streeft altijd naar koppeling van het budget aan de groei van de economie, aldus Boswijk. „Maar”, stelt hij, „daar moet ook een Kamermeerderheid voor zijn. Voor nu is de inzet om zo veel mogelijk te doen.”
CDA-fractievoorzitter in de Eerste Kamer Theo Bovens klonk vorige maand in het FD dreigender. Het loslaten van de 0,7 procentsnorm „gaat echt tegen ons eigen CDA-program in”, stelde hij. „Eigenlijk zou je dan als CDA moeten zeggen: dat kunnen wij niet dragen.”
Wijzigingsvoorstel
GroenLinks-PvdA-Kamerlid Daniëlle Hirsch noemt de bezuinigingen op de begroting van minister Klever „harteloos en kortzichtig”. „Samen met andere partijen zullen wij ons uiterste best doen om dit afbraakbeleid te voorkomen”, aldus de politica. Hirsch heeft een wijzigingsvoorstel ingediend om de koppeling in 2025 te herstellen.
„Samen met andere partijen zullen wij ons uiterste best doen om dit afbraakbeleid te voorkomen” - Daniëlle Hirsch, Kamerlid GL-PvdA
Kamerlid voor de Partij voor de Dieren Christine Teunissen stelt dat haar partij „de enorme bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking” niet kan steunen. De PvdD stemde vorig jaar in de Tweede Kamer tegen de begroting voor ontwikkelingssamenwerking, net als PVV, FVD, JA21 en de SP. FVD zal dat dit jaar opnieuw doen, laat een woordvoerder desgevraagd weten.
NSC
Allereerst is de Tweede Kamer nu aan zet. De belangrijkste vraag die daar speelt, is: Wat doet NSC? Doet de partij van Pieter Omtzigt bijvoorbeeld mee als de Kamer wil markeren dat het niet delen van extra Nederlandse welvaart beperkt moet blijven tot 2025? Duidelijk is in ieder geval dat de coalitiepartij zelf ook niet gelukkig is met de ontkoppeling.
Mocht de Tweede Kamer echter alle moties en wijzigingsvoorstellen van de oppositie om bezuinigingen ongedaan te maken wegstemmen, dan komt een paardenmiddel waar de Eerste Kamer in het uiterste geval op kan terugvallen een stap dichterbij: het wegstemmen van de héle begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO) voor 2025. Zeker voor partijen als CDA en SGP is dat een grote stap. Maar wel een die gezien hun weerstand tegen het kabinetsvoornemen niet bij voorbaat valt uit te sluiten.