Marinedienst VS sluit botsing uit
Koersk zonk door ontploffing torpedoVan onze correspondent NEW YORK De Amerikaanse marine-inlichtingendienst is ervan overtuigd dat de Russische onderzeeër Koersk is gezonken door een torpedo-ongeluk. Uit akoestisch materiaal dat is opgenomen door de Amerikaanse onderzeeër Memphis zou blijken dat waarschijnlijk eerst de brandstoftank van de torpedo ontplofte en ruim twee minuten later de (conventionele) lading. In het hoofdkwartier van de marine-inlichtingendienst in Suitland in Maryland sluit men een botsing als oorzaak van de ramp uit. Sommige Russische bronnen meldden die mogelijkheid. De signalen die men opvangt van een explosie zijn duidelijk verschillend van die van een botsing. Wij weten vrijwel zeker wat er met de Koersk is gebeurd, aldus een defensiebron in Washington. De Amerikanen hadden twee onderzeeërs plus een observatieschip in de buurt om de Russische manoeuvres te volgen. Hadden de Amerikanen de Koersk kunnen helpen? Volgens een marinewoordvoerder hebben Amerikaanse onderzeeërs daartoe geen hulpmiddelen aan boord. Overigens zijn de Amerikanen bijna net zo zwijgzaam over hun onderzeeërs als Moskou over de Russische vloot van onderzeeërs. De Amerikanen willen niet kwijt op welke afstand de twee VS onderzeeërs de Russische manoeuvres volgden. Het is volgens defensiedeskundigen echter gebruikelijk dat men niet dichter bij komt dan 5 zeemijlen (9 kilometer), zeker als er wapens getest worden, hetgeen bij de Russische manoeuvres het geval was. (Tot zover onze correspondent.) Diepzeeduikers De Russische president Vladimir Poetin heeft Noorwegen en Groot-Brittannië gisteren bedankt voor de hulp die het land heeft geboden bij de pogingen de bemanning van de Koersk te redden. Poetin uitte zijn dank in telefoongesprekken met de Noorse premier, Jens Stoltenberg, en de Britse premier, Tony Blair. In het gesprek met Stoltenberg stelde Poetin voor een verdrag te tekenen dat voorziet in samenwerking tussen Rusland met Noorwegen bij toekomstige reddingsoperaties op de Barentszzee, waar de Koersk twee weken geleden met 118 opvarenden ten onder ging. Groot-Brittannië stuurde een mini-onderzeeër om de bemanning van de Koersk te redden en zowel Noorwegen als Groot-Brittannië stelde diepzeeduikers beschikbaar. Rusland aanvaardde de hulp echter pas na dagen van vergeefse reddingspogingen door de Russische marine. De Russen slaagden er maar niet in het reddingsluik van de Koersk te openen, terwijl de Noorse en de Britse duikers daar later weinig moeite mee hadden en zelfs zeiden dat het luik nauwelijks beschadigd was. Oslo uitte felle kritiek op de gebrekkige informatievoorziening van het Russische leger. |