Noorse bergers denken
aan inzet Nederlanders

De Noorse onderneming Stolt Offshore sluit niet uit binnenkort een beroep te doen op een Nederlandse partner. Stolt zegde gisteren aan de Russische overheid „in principe” toe de lichamen van de omgekomen 118 zeelieden uit de gezonken kernonderzeeër te bergen.

De maatschappij bekijkt momenteel alle aspecten van de berging: materieel, personeel en risico's, aldus de Russische minister van Buitenlandse Zaken Ivanov. Stolt, dat begin deze week het wrak opende, vroeg tien dagen bedenktijd voordat het definitieve conclusies wil trekken. De nabestaanden van de Koersk-bemanning eisen dat de lichamen zo snel mogelijk worden geborgen, om een begrafenis mogelijk te maken. President Poetin beloofde dit gisteren later op de dag op de televisie.

Stolt Offshore acht het onwaarschijnlijk dat de duikboot zelf snel kan worden geborgen. Het vergt maanden onderzoek voor een poging denkbaar is. De Koersk komt in geen geval voor de zomer van 2001 boven water, aldus een woordvoerder van de Noorse onderneming. Experts wijzen er op dat het een enorm karwei zal zijn het wrak te bergen.

Gisteren rouwde heel Rusland om de Koersk-bemanning. Vlaggen hingen halfstok. In Russisch-orthodoxe kerken werden rouwdiensten voor de slachtoffers en de nabestaanden gehouden. Ook pasten televisie- en radiostations hun programmering op de dag van nationale rouw aan.

Geen zondebokken
Poetin reageerde gisteren opmerkelijk nederig op de ramp. Hij zei persoonlijk volledig verantwoordelijk te zijn voor het gevoerde beleid en dat alle verwijten bij hem moeten worden neergelegd. Poetin weigerde daarnaast het ontslag te aanvaarden van de Russische minister van Defensie Igor Sergejev en de commandant van de marine. Hij zei in een interview met de staatszender RTR dat geen personele consequenties getrokken worden totdat „volledig duidelijk is wat er is gebeurd en of er schuldigen zijn.” Het zoeken naar zondebokken noemde hij „het verkeerde antwoord.”

Veel waarnemers hadden verwacht dat Poetin op de kritiek zou reageren door de marineleiding te ontslaan, zoals zijn voorganger Boris Jeltsin waarschijnlijk zonder enige aarzeling gedaan zou hebben.

Ook sprak hij tegen dat hij te laat buitenlandse hulp zou hebben geaccepteerd. Volgens hem kwam het eerste aanbod op 15 augustus, een dag na het bekend worden van de ramp. Moskou zou het aanbod meteen hebben geaccepteerd.

Ongeveer vijftig mensen hebben gisteren bij de Russische ambassade in Den Haag hun deelneming betuigd aan de nabestaanden van de slachtoffers van de ramp met de onderzeeboot Koersk. De ambassade opende een condoleanceboek. Onder de bezoekers waren minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) en een hoge vertegenwoordiger van de landmacht. Verder hebben leden van het corps diplomatique in Den Haag en Russische en Nederlandse burgers het condoleanceregister getekend.