Noorse duikers inspecteren onderzeeër

Bemanningsleden
Koersk omgekomen

De Russische regering maakte geen gebruik van de Britse reddingsboot LR5 om in de Koersk te komen, aldus Klebanov. Russische en westerse deskundigen waren van mening dat de inschakeling van de LR5 „niet effectief” zou zijn. De kans dat er nog mensen leven in de Koersk was toen al bijzonder klein. De atoomonderzeeër heeft een bemanning van 118 koppen. De Britse marinebevelhebber David Russell zei vandaag nog tegen de BBC dat het bij lange na niet zeker was of de LR5 eraan te pas zal hoeven komen, omdat de Koersk vol water staat.

Noorse duikers stelden gisteren vast dat het ontsnappingsluik op het achterschip intact was. Twee van hen zijn gisteren naar een zusterschip van de Koersk gevlogen om te kijken hoe het luik precies werkt en hoe het in elkaar zit. De kernonderzeeër ligt op een diepte van 108 meter op de bodem van de Barentszzee. De werkomstandigheden voor de duikers zijn goed. Het zicht is zo'n 15 meter en van de stroming hebben ze weinig last.

De Noren begonnen gisteren met de inspectie van de Koersk, nadat zij uren hadden gewacht voordat alle Russische schepen uit het gebied waren vertrokken. Volgens hun chef, schout-bij-nacht Einar Skorgen, „zou het nog wel geruime tijd duren” voordat een poging zou worden ondernomen het luik te openen.

Uitproberen
's Avonds spraken de Noren met klem aanhoudende officiële Russische mededelingen tegen dat het enig overgebleven ontsnappingsluik van de Koersk beschadigd was en daardoor niet te openen. Volgens vice-premier Klebanov was een beslissing genomen het luik los te trekken met behulp van een kraan op een schip aan de oppervlakte. Het Noorse team wilde dat eerst op het land uitproberen. Maar een woordvoerder van de Noorse legerstaf zei: „Het luik is niet zo beschadigd dat het niet kan worden geopend, het bevindt zich in redelijke conditie, zodat wij denken dat het kan worden geopend met een Brits dan wel een Russisch vaartuig.”

De Noorse duikers, die eerst ook de hele romp afklopten op zoek naar luchtbellen, zagen er op de tv-beelden van onder water uit als astronauten die in de ruimte buiten hun ruimteschip werken. Het was voor het eerst dat de Russische bevolking werkelijk mensen te zien kreeg die pogingen deden de opvarenden te redden. Te zien was hoe duikers bouten losdraaiden van het ontsnappingsluik op het achterschip en hoe helpers op het moederschip aangepast gereedschap en onderdelen voor hen maakten.

De Koersk had nog twee andere ontsnappingsmogelijkheden, een klein luik op het voorschip en de grote capsule boven op de romp. Die kan zich in zijn geheel losmaken van het schip en de hele bemanning in één keer meenemen. Maar een enorme explosie in het voorschip ontzette beide systemen en maakte ze zo goed als zeker onbereikbaar voor de bemanning.

Volgens Klebanov verwoestte de explosie zes compartimenten van het schip en hadden alleen de zeelieden in de andere drie enige kans op overleven.

Aandacht
De afgelopen dagen leek het erop dat de aandacht begon te verschuiven van het redden van eventuele overlevenden naar het uitzoeken wat de ramp met de Koersk veroorzaakt kan hebben. Ook rijst de vraag weer op of er geen radioactiviteit is vrijgekomen, omdat ervan wordt uitgegaan dat er zich een grote explosie heeft voorgedaan.

President Vladimir Poetin, die zwaar onder vuur is gekomen omdat hij niet meteen buitenlandse hulp heeft aanvaard en zich in eerste instantie niet naar de plaats van de ramp spoedde, zei gisteren dat zijn regering „tot het laatste moment alles zal doen om te redden wie er nog kan worden gered.” „We zullen vechten voor het leven van elk van onze matrozen.”