Column (ds. J. Belder): Partij van de bomen
Als er één soort kappers is die ik met argwaan volg, dan zijn het de bomenkappers. Nergens lijkt een boom z’n leven nog zeker te zijn. Onlangs nog zag ik twee mannen verlekkerd staan kijken bij een imposante reus. Een kettingzaag in hun handen. Het slachtoffer gilde op hoge toon: „Blijf van me af! Laat me staan.”
Helaas, het was tevergeefs. Tandenknarsend beet de gemene zaag zich vast in de bast van de oude boom, die er zo veel jaren had gestaan en er decennia over had gedaan om tot zijn huidige omvang en grootte te komen. Er is in dit land geen respect meer voor de ouderdom.
Altijd is er wel een reden te verzinnen waarom bomen het veld moeten ruimen. Hij heeft een verkeersdode op zijn geweten, is ziek of kan dat ieder moment worden. Gaat zo’n boom in de rui, dan kunnen levensgevaarlijke situaties ontstaan. Wie is verantwoordelijk voor het uitglijden van een toevallige passant?
De gemeente Den Haag spant de kroon in boomvijandig beleid. De afgelopen jaren ging de zaag in duizenden exemplaren. Vaak van respectabele leeftijd. Geruisloos verdwijnen in steeds meer steden en dorpen bomen. Lommerrijke lanen, straten en pleinen ondergaan een complete kaalslag. Gelukkig groeien overal protestbewegingen tegen onbezonnen kappen, waar veelal jonge, bomen hatende managers verantwoordelijk voor zijn, de ”Jantjes Beton”. Wie de gemeentelijke meldingen volgt, ziet tot zijn schrik dat er niettemin nog heel wat slachtoffers op de plaatselijke ‘dodenlijsten’ staan, wachtend op hun executie. Een lot bezegeld door ‘deskundigen’. Terwijl we hele bomen opzetten over luchtkwaliteit en biodiversiteit, worden stad en land in rap tempo ‘ontgroend’. Weg met die onontbeerlijke longen.
Ook in de Nederlandse bossen legt boom na boom het af tegen het geweld van de bomenkappers. Doen economische belangen hier een fikse duit in het zakje? Die groenorganisaties zijn immers in het kader van de veel geroemde marktwerking verzelfstandigd en hout kun je goed verkopen. Natuurlijk wordt niet zomaar gekapt. Met „onderhoud” en „terug naar vroeger” wordt het publiek gepaaid. In 1800 waren hier stuifzanden, heidevelden en wat al niet meer. En daarvoor dan? Lachwekkend dat geknutsel met natuur.
Onze overheden roeren luid de trom over de vernietiging van bossen elders in de wereld. Het is het bekende liedje van de balk en de splinter. Ik overweeg bij de volgende verkiezingen mee te doen met een eigen lijst om boomvriendelijk beleid op de politieke agenda te krijgen. Er is vast en zeker breed maatschappelijk draagvlak voor. ”Partij voor de bomen”. Ik reken op uw stem en steun.