Meditatie: Vreemdeling
U komt vast weleens vreemdelingen tegen. In ons land zijn behoorlijk wat vluchtelingen. Als je in je thuisland alles hebt wat je nodig hebt om te kunnen leven, en je je daarin veilig voelt, doet deze tekst op het eerste gezicht wel wat vreemd aan.
Toch is het woord vreemdeling een Bijbels woord. Het komt in het Oude Testament 33 keer voor. De aartsvaders hebben het vreemdeling zijn in hun trektochten zeker ervaren. Toen Mozes en Zippora een zoon kregen en hem Gersom noemden, betekende dat ”ik ben een vreemdeling geworden in een vreemd land”. De Heere had al tegen Abram gezegd dat zijn zaad vreemd zou zijn in een land dat hunlieder niet is. Het volk van Israël zou 400 jaar verdrukt worden in Egypteland. David refereert daaraan als hij zegt in Psalm 39: „Want ik ben een vreemdeling bij U, een bijwoner, gelijk al mijn vaders.”
Er kan soms zo afstandelijk, zelfs smalend, over vluchtelingen gesproken worden. Hebt u, jij, al geleerd wat het vreemdeling zijn Bijbels gezien inhoudt? Het is geen best teken als we ons hier in deze wereld thuis voelen. Is onze domicilie beneden of boven? Bent u aards- of hemelsgezind? De kanttekening zegt: „Ik ben als een arme pelgrim en wandelaar, niet wetende noch kennende de weg die ik moet ingaan; daarom bid ik U, o Heere, dat Gij mij wilt leren en leiden door Uw wetten.”
Wandelen doen we meestal voor ons plezier, maar een geestelijke pelgrim, in het Latijn ”peregrinus”, dat ”vreemdeling” betekent, is onderweg naar de plaats van het hemels Kanaän. Hij weet onderweg niet welke weg hij moet ingaan. Wie heeft Hij daarin nodig? De leiding van de Heilige Geest. Die Geest gaat een zondaar –door wedergeboorte en geloof– onderwijs geven in de weg die hij moet gaan. Zo’n geestelijke vreemdeling voelt zich hier niet thuis, omdat hij met de zonde en de zondige wereld niet meer mee kan doen, hoewel hij die zonden en die zondige wereld juist in zijn hart gevoelt. Vanbinnen en vanbuiten gevoelt zo iemand zich een vreemdeling. Herkent u dat?
Wat moet die vreemdeling leren om uiteindelijk in dat hemels Kanaän te komen? Hij heeft onderwijs nodig door de Heilige Geest van Hem Die de Vader naar deze aarde gezonden heeft om als een vreemdeling hier te zijn. Hij heeft gezegd tegen de Joden: „Gijlieden zijt van beneden, Ik ben van boven.” Hebt u al geleerd waarom Hij als vreemdeling hier op aarde wilde zijn? Geen vaste woon- of verblijfplaats: „De vossen hebben holen, de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft niet waar Hij het hoofd nederlegge.” Hij wist Zich zelfs van Zijn Vader verlaten, waar Hij uitriep: „Eloï, Eloï, lama sabachthani.” Van God verlaten, opdat in die weg Godverlaters, Godvergetenden, hier wel vreemdeling, maar straks als een burger, als een huisgenoot Gods, Thuis mogen zijn.
Wat nemen zij onderweg mee? Waar had Christus vermaak in op de aarde? De geboden Gods. Wat een liefde Gods als die heilzame geboden niet alleen ontdekkend, heenwijzend, maar ook, zoals in de tekst bedoeld, als een leefregel, om Gode dankbaar te zijn, voor ogen gesteld en onderhouden mogen worden. Uw wet is mij lief, hij is mijn betrachting de ganse dag. Om die te doen uit dankbaarheid. Kent u dit gebed van deze vreemdeling?
„Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.”
Psalm 119:19