Wekelijkse meditatie: Christus’ sterven
De lijdensweken nemen een heel aparte plaats in. Op de feestdagen mag er gegronde blijdschap zijn. Maar in de lijdensweken hebben we ook gevoelens van verdriet om hetgeen onze Heere Jezus Christus moest doormaken.

Zijn lijden was noodzakelijk vanwege onze zonde. Denkt u dáár weleens aan, wat Hij heeft willen lijden voor de zonde van u? Er is droefheid, maar ook mag er verwondering zijn om hetgeen de Zaligmaker heeft willen doen voor zondaren, om hun heil te verwerven.
Toen Christus de kruiswoorden gesproken had, gaf Hij de geest. Hij stierf. Het sterven brengt ook mee: gedachten aan het sterven. Dikwijls wordt dan de vraag gesteld: hoe is hij heengegaan? Het is een heel groot verschil. Lezer, hoe zult u sterven?
Hoe was het sterven van de Zaligmaker? Er kwam duisternis midden op de dag. Hij was van God verlaten opdat u nimmermeer van God verlaten wordt. Het werd weer licht. Christus riep: „Mij dorst.” Hij ontving zure wijn, zodat Hij de laatste kruiswoorden duidelijk uit kon spreken. „Het is volbracht!” Het werk dat God de Vader Hem had opgedragen. Er is verzoening door voldoening.
Het laatste kruiswoord was niet tot de mensen gericht, maar tot de Vader. „Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest.” Christus leefde dicht bij de psalmen; Hij citeert Psalm 31. Als David daar zegt: „In Uw hand beveel ik mijn geest”, dan is dat een gebed. Hij dacht niet dat hij sterven zou, maar hij sprak ermee uit dat God zijn leven bewaarde.
De Vader waakte en wekte Zijn Zoon op
Joodse kinderen in de tijd van de Bijbel baden ’s avonds voordat ze gingen slapen: „In Uw handen beveel ik mijn geest. Gij hebt mij verlost.” Christus heeft aan het kruis dat avondgebed gebruikt. Met dat gebed is Hij heengegaan, alsof Hij Zich te ruste legde. Hij mocht slapen tot de paasmorgen. Hij vertrouwde Zich helemaal toe aan God de Vader. De Vader waakte en wekte Zijn Zoon op.
Christus bad: „Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest.” Dat woord ”Vader” staat niet in Psalm 31, maar dat voegt Hij erbij. Hier is volledig vrede en hier klinkt een danktoon. De Zoon keert terug naar het huis van Zijn hemelse Vader – als Middelaar. Dan mag Hij zeggen: Vader…
Hij mag ook zeggen: „In Uw handen beveel ik hún geest.” Hij neemt de Zijnen –de gegevenen– met Zich mee. Dat is een troostvolle gedachte.
Het komt erop aan dat wij met Christus verenigd worden. Gods kinderen mogen weten: Als Hij sterft, sterf ik – door de vereniging met Christus. Als Hij uit de doden opstaat, wij eveneens. Als Hij ten hemel vaart, wij met Hem.
Daardoor kunt u behouden worden, door het geloof één geworden met Hem, Die wij nergens anders hebben te zoeken dan in Zijn Woord. Zó neemt de Zaligmaker de Zijnen met Zich mee, ook naar het Vaderhuis met zijn vele woningen.
Lezer, als uw sterven komt… Als u de Heere Jezus Christus echt hebt nodig gekregen, als u Hem mag kennen, dan mag u ook dat avondgebed bidden: „Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest.”
Wie leeft er, die de slaap des doods niet eens zal slapen? Gods Woord spreekt van ”ontslapen”, het zachte heengaan om te ontwaken daar waar het eeuwig licht is, de eeuwige dag, de grote dag van Christus.