Kerk & religie

Haagse straatpastor Klaas Koffeman: Dakloze kwam altijd met zijn kraai naar de kerk

Mensen zonder huis, en vaak met schulden, verslaving of andere problemen. Veertien jaar lang zocht straatpastor Klaas Koffeman hen op in Den Haag. Donderdag gaat hij met pensioen. „Ik ga de mensen missen.”

17 May 2022 19:23
Straatpastor Klaas Koffeman: „Ik heb vaak gesprekken met mensen over het geloof, maar ook over leven en dood, schuld en de religieuze kant daarvan.  beeld RD, Anton Dommerholt
Straatpastor Klaas Koffeman: „Ik heb vaak gesprekken met mensen over het geloof, maar ook over leven en dood, schuld en de religieuze kant daarvan.  beeld RD, Anton Dommerholt

Een zonnige middag in mei, kwart voor twaalf. Koffeman –spijkerjack, rugzakje– arriveert op zijn fiets bij een locatie voor dagbesteding aan de Zinkwerf in Den Haag, waar hij elke donderdag present is. Hij blijkt een goede bekende van de mensen die hier tegen een kleine vergoeding productiewerk doen en net aan hun middagpauze zijn begonnen. Vrijwel iedereen begroet de pastor hartelijk, klampt hem aan met een vraag of wil even zijn verhaal kwijt.

Een man die Koffeman al een jaar of drie kent –„Hij is een grote steun voor me”– vertelt aan de straatpastor dat hij sinds twee weken een plek heeft in een locatie voor beschermd wonen. Eerder leefde hij op straat, met zijn hond. Zijn huisdier heeft hij nu bij een kennis ondergebracht. „Ik ben blij te horen dat je een plekje gevonden hebt”, reageert Koffeman.

Even later schuift een ander bij hem aan tafel in de koffieruimte. „Bent u van de kerk?” De man vertelt dat hij verslaafd is geweest aan alcohol en cannabis en nu bij de dagbesteding een taakstraf uitvoert. Hij informeert waar de kerkdienst wordt gehouden. Koffeman geeft hem het adres van de wekelijkse viering van het straatpastoraat op vrijdagmiddag, met aansluitend een maaltijd.

Verschillende bezoekers benaderen de pastor met de vraag om geld. Koffeman legt uit dat mensen een tientje bij hem kunnen lenen. „Dat kan hen net even helpen om een paar broodjes of een telefoonkaart te kopen.” Zonder dat het bedrag is terugbetaald, is een nieuwe lening niet mogelijk.

Een van de bezoekers steekt een 10 eurobriefje bij zich, nadat zijn gegevens zijn ingevoerd in de telefoon die Koffeman binnenkort overdraagt aan zijn opvolger. „Het is wel de bedoeling dat het terugkomt, hè?” zegt Koffeman. De man knikt. „Ja, ja, natuurlijk, 100 procent.”

Daklozenloket

Sinds 2008 is Koffeman een van de drie pastores van de Stichting Straatpastoraat. Voor die tijd was hij tien jaar als predikant verbonden aan een wijkgemeente in Den Haag (Julianakerk en Valkenboskerk), behorend tot de Protestantse Kerk in Nederland. „Ik wilde nog weleens iets anders doen. Toen ik de vacature voor straatpastor zag, heb ik gesolliciteerd, zonder goed te weten wat het inhield.”

Gaandeweg vond hij zijn weg in de wereld van dak- en thuislozen. Als straatpastor zoekt hij hen her en der op, vaak letterlijk op straat. „We komen ook op vaste tijden op een aantal locaties in de stad, zoals hier de dagopvang, zodat mensen weten dat ze ons daar kunnen vinden. Want we hebben bewust geen eigen inloophuis.”

18259672.JPG
Viering van het Haagse straatpastoraat in de St. Jozefkapel. beeld Gerhard van Roon

In 2021 klopten in Den Haag ruim vierduizend personen aan bij het daklozenloket, onder wie een behoorlijke groep met een migratieachtergrond. De situaties van de dak- en thuislozen zijn divers, schetst Koffeman. „Sommigen slapen op straat of in de nachtopvang, anderen verblijven op een locatie voor beschermd wonen. Ik ontmoet ook mensen die wel woonruimte hebben, maar zich daar zodanig niet thuis voelen dat ze er zo weinig mogelijk zijn.”

Met sommigen heeft Koffeman al jaren contact. „Soms zie ik mensen een poos niet en dan ineens duiken ze weer op.” Hij noemt als voorbeeld daklozen die woonruimte krijgen en daardoor in een stabielere situatie terechtkomen. „Vaak moeten ze wennen aan het runnen van een huishouden, hoe klein ook, en aan het bijhouden van de post. Dit leidt regelmatig tot moeilijkheden. Soms word ik te hulp geroepen. Dan probeer ik te ondersteunen, bijvoorbeeld bij het aanvragen van ontheffingen van de gemeentebelastingen.”

Vergeving

Hoewel een deel van zijn bezigheden een vorm van maatschappelijk werk is, heeft Koffeman als straatpastor meer te bieden. „Ik heb vaak gesprekken met mensen over het geloof, maar ook over leven en dood, schuld en de religieuze kant daarvan. In mijn werk kom ik regelmatig mensen tegen die gelovig zijn. Ze formuleren dat niet dogmatisch, maar hebben wel een soort basisvertrouwen: wat er ook gebeurt, God laat mij niet los.”

Van de vrijdagse vieringen in de Haagse St. Jozefkapel heeft Koffeman altijd „erg genoten.” „Er komen gemiddeld dertig tot veertig bezoekers. In coronatijd was er slechts plek voor de helft. De ene week mensen met een achternaam van A tot K, de andere week van L tot Z. Iemand zei toen: „Ik ben de hele week verdrietig als ik niet naar de kapel mag.” Dat raakte me.”

Tijdens de vieringen gaat het onder meer over „de basisboodschap van de Bijbel: je bent een schepsel van God en daarom mag je er zijn. Dat is voor mensen die in de maatschappij vaak met een scheef oog worden aangekeken en soms letterlijk worden weggestuurd, een mooie boodschap. Ook een onderwerp als vergeving komt geregeld terug. Iedereen draagt een rugzak mee met dingen die niet goed zijn gegaan in het leven. Maar je mag altijd een nieuwe start maken.”

Borrelfles

In de loop der jaren leidde Koffeman geregeld een uitvaart van dak- en thuislozen. „Stichting Straatpastoraat heeft een aantal graven aangeschaft op Oud Eik en Duinen, de mooiste begraafplaats in Den Haag, waarvan er inmiddels ruim dertig in gebruik zijn.”

Terugdenkend aan de afgelopen jaren komen Koffeman allerlei mensen in gedachten die op zijn pad kwamen. Zo noemt hij een ondernemer die een eigen bedrijf had, met 240 man personeel. „Hij kwam in een patroon van zakenafspraken waarbij aan het eind van de middag de borrelfles op tafel kwam. Dan werd er flink gepimpeld. Hij raakte zo verslaafd dat het zakelijk en privé helemaal verkeerd met hem ging en hij dakloos werd.”

De man –hij is inmiddels overleden– bezocht vaak de vieringen van het straatpastoraat. „Als huisdier had hij een kraai. Die nam hij overal mee naartoe, ook naar de dokter en de kerk. In die tijd hadden we geregeld een kraai in de kapel, naast twee honden.”

Afscheidsfeestje

In het centrum voor dagbesteding aan de Zinkwerf gaan na de middagpauze diverse mensen weer aan het werk. Anderen gaan de straat op. Een bezoeker groet Koffeman met een brede armzwaai. De scheidende pastor attendeert hem nog op zijn „afscheidsfeestje”, donderdag, dat ook in het teken staat van het 20-jarig bestaan van het Haagse straatpastoraat. „Kom je ook?” „Is er ook drank?” reageert de man met een lach. En weg is hij.

Koffeman rondt zijn laatste bezoek aan deze dagopvanglocatie af. Hij gaat de mensen missen en de mensen gaan hém missen, dat is duidelijk. „Ah, je gaat lekker met pensioen”, zegt een bezoeker. „Maar je komt toch nog wel een keertje langs?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer