Woon jij ook al in een ”NoM”-woning? Zo’n Nul-op-de-Meter-woning is energieneutraal. Je kunt tegenwoordig ook in een ZEN-huis wonen: Zeer-Energiezuinige-Nieuwbouw! Tja, ook ik heb enkele jaren geleden een warmtepomp aangeschaft en zonnepanelen op het dak gelegd.
Wilde ik ZEN wonen? Nee, dat gaat met mijn woonhuis niet lukken, maar ik wilde zeker energiezuiniger worden. Mijn huis is nog immer op gas aangesloten. Die gasbehoefte is echter wel met twee derde gedaald. En qua opwekken, verbruiken en terugleveren van stroom kom ik redelijk dicht bij de nul. ”Nul-op-de-meter” is tegenwoordig het adagium.
Waar komt die nul toch vandaan? Ooit hadden we namelijk geen nul in ons rekenstelsel. Dat kan iedere wiskundige je vertellen. Voor zover bekend wordt er pas in 628 na Christus voor het eerst door de Indiaanse sterrenkundige en wiskundige Brahmagupta over de nul geschreven. In zijn boek ”Het universum opengelegd” schrijft hij: „Nul is het resultaat van het aftrekken van een getal van zichzelf.” Dat lijkt nu zo normaal, maar het is een geniale gedachte. Hij geeft ‘niets’ een naam. Nul is vanaf dan een echt getal en hoort erbij. Optellen met nul brengt geen verandering en vermenigvuldigen met nul eindigt in het niets.
Eind twaalfde eeuw horen we weer meer over de nul van Leonardo van Pisa, beter bekend als Fibonacci. Hij beschrijft de Arabische cijfers die vanuit India, via de Arabische cultuur, tot ons gekomen zijn. Fibonacci neemt de nul niet serieus. Het is volgens hem een ”nulla figura”, wat in het Latijn geen getal betekent. En ja, daar komt dus ons woord nul vandaan.
Inmiddels zijn we alweer jaren gewend aan computers, waarvan het stroomverbruik verre van nul-op-de-meter is. Een computer werkt met zogeheten transistoren, die wel of geen stroom doorlaten. Het tweetallige stelsel van de computer kent dus twee cijfers: de één en de nul. Voor een computer betekent 1 aan (wel stroom) en 0 uit (geen stroom).
De digitalisering van onze samenleving heeft veel computercapaciteit nodig voor de digitale opslag en verwerking van gegevens. En dat vergt veel stroom. De datacenters van Google, Microsoft en andere techbedrijven zijn echte stroomvreters.
In heel Nederland gebruiken we jaarlijks zo’n 120 miljard Kilowattuur, waarvan 4 procent door datacenters wordt gebruikt, volgens de lector energietransitie van de Hanzehogeschool in Groningen. Nederland heeft in de doelstellingen van het Klimaatakkoord afgesproken om 35 miljard Kilowattuur duurzame, hernieuwbare energie op te wekken in 2030. Daarvoor moeten fikse investeringen worden gedaan.
Wanneer vandaag de dag iets nul kost, wordt bedoelt dat het gratis is. Bij nul-op-de-meter staat dit echter niet voor gratis energie, want zonnepanelen, warmtepompen, windmolens en andere technologie –zelfs gesubsidieerd– zijn verre van gratis.
En nu wordt saldering nog toegestaan. Dit betekent dat je de energie die bij volle zon wordt opgewekt maar die je niet verbruikt, teruglevert aan het landelijke netwerk. Vervolgens wordt dit verrekend met het gebruik van de energie als je zelf niet kunt opwekken.
En dat is nodig als er sprake is van bijvoorbeeld ”dunkelflaute”. Deze Duitse term is een combinatie van de woorden Dunkelheit (duisternis) en Flaute (weinig wind). Hiervan is sprake op dagen dat er vrijwel geen zonne- en windenergie kan worden opgewekt, omdat er te weinig zonlicht en wind is.
In het kader van de energietransitie moeten er naar geschikte oplossingen worden gezocht om leveringszekerheid te waarborgen in zowel nettransportcapaciteit als in het elektrische ongrijpbare goedje zelf. Want als er geen stroom uit het stopcontact komt en er zelf geen elektriciteit kan worden opgewekt, vrees ik dat de bevolking snel tot nultolerantie, oftewel geen verdraagzaamheid, geneigd gaat zijn.
Daarmee leidt de Nul-op-de-meter (ik spreek uit eigen ervaring), wel tot een lagere energierekening. Maar als onderhoudskosten en het wegvallen van het salderen in de toekomst worden meegenomen, wordt het zeker geen nul op de rekening. Wie naar gratis natuurlijke energie op zoek is, krijgt hier nul op het rekest.
De auteur werkt bij de CHE en Nyenrode Business Universiteit.