Het is een vreemde tijd voor ons als kerkgangers. Al lange tijd is het niet mogelijk om als hele gemeente samen te komen. En dat is jammer. Het is zo veel beter om in de kerk Gods Woord te horen dan thuis.
Misschien baart het ons ook wel zorgen. We denken: pikken mijn kinderen thuis wel iets op? Of: zouden er geen gemeenteleden afhaken omdat ze thuis moeten luisteren? Dat zijn begrijpelijke vragen. Maar in het licht van de woorden van Jezus zijn het misschien ook ongelovige vragen.
Kracht in zichzelf
De Heere Jezus neemt ons in deze gelijkenis mee naar een zaaier. Als een zaaier het zaad gestrooid heeft, dan zit voor hem het belangrijkste werk erop. De zaaier kan naar huis, hij kan zijn gewone dagelijks leven weer oppakken. Hij slaapt en staat op, nacht en dag (vers 26). En de akker? Die laat hij aan zijn lot over, zo lijkt het. Er zit enige overdrijving in deze gelijkenis. Als u een moestuin hebt, weet u dat u er ook werk aan hebt buiten het zaaien om. Maar daar wil de Heere Jezus het nu niet over hebben. Hij wil benadrukken: dat het zaad opkomt, daar kun je als zaaier niets aan bijdragen. De zaaier begrijpt niet hoe het kan dat het zaad opkomt en lang wordt (vers 27). Op de groei van het zaad hebben de zaaiers geen grip. Het zaad heeft kracht in zichzelf.
De Heere Jezus wil ons ermee leren: de Heere God is niet afhankelijk van de zaaiers of afhankelijk van de manier waarop er gezaaid wordt. Het zaad, het Woord, heeft kracht in zichzelf omdat de Heere Zich eraan verbonden heeft. Misschien herkent u dat wel in uw eigen leven. U was vertrouwd met de Bijbel. Maar opeens begon u te merken: dat Woord begint zijn werk te doen. U ging de Bijbel anders lezen, u ging anders naar preken luisteren. En u begon het met Petrus mee te zeggen: „Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens” (Joh. 6:68). Lag dat aan de manier waarop er gezaaid werd? Lag dat aan de zaaier, de prediker? Lag dat aan die akker van uw hart, die zo keurig klaarlag? Nee toch? Het lag aan het zaad zelf, het lag aan het Woord, dat krachtig zijn werk deed. En als u hier niet van weet? Hoe komt dat? Aan het Woord ligt het niet! Dat heeft de kracht om levens te veranderen. Dat heeft de kracht om geloofsgroei te geven. Daarom staat u niets anders te doen dan met grote verwachting Gods Woord te openen. De Heere wil en zal erdoor werken.
Voorspoedig
We komen nog even terug op de zorgen over de werking van het Woord in deze tijd. Moeten we ons zorgen maken? Nee! Misschien mag het niet eens. Van de zaaier leren we dat we heilig ontspannen mogen zijn. Het Woord heeft namelijk kracht in zichzelf. Dan zal het zijn werk ook wel doen via de digitale wegen. „Het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen hetgeen dat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend” (Jes. 55:11).