Aanschuiven in een kerkbank. Uitwaaien in het bos. Naar een prachtig kunstwerk kijken. Het nieuwe salontafelboek ”Eeuwenoude stilte” van Mirjam van der Vegt gaat over die stille momenten waar we allemaal naar verlangen. Op zoek naar rust.
De winterzon schijnt door de glas-in-loodramen en maakt rode, gele en blauwe patronen op de vloer. Hier en daar neemt iemand plaats op het hoekje van een oude, houten bank. Even kraakt het meubilair protesterend, dan keert de rust terug. In de verte schuift de grote kerkdeur open. De luide stemmen in het portaal gaan vanzelf zachter praten, zelfs fluisteren. Hier, in deze kerk, heerst de rust. De eeuwenoude stilte.
Wie op vakantie weleens een oud kerkje is binnengelopen, zal die rust herkennen. Er is iets aan een Godshuis dat oproept tot eerbiedige stilte. Je wordt gegrepen door iets dat groter is dan jezelf. Het besef dat mensen hier al eeuwen voor jouw bestaan bij elkaar kwamen om naar Gods Woord te luisteren.
Die stilte is overigens niet alleen voorbehouden aan oude kerken. Ook in de kerkzaal van een net gebouwde kerk hangt een eerbiedige rust. Wie doordeweeks in de kerk moet zijn om schoon te maken of om voorbereidingen te treffen voor de zondagse diensten, gaat doorgaans vanzelf zachter praten, fluisteren of zwijgen zolang hij tussen de kerkbanken staat.
Over stiltes als deze gaat het pas verschenen boek ”Eeuwenoude stilte” van schrijfster Mirjam van der Vegt. Het grote boek –dat speciaal is bedoeld om op tafel te leggen en rustig eens door te bladeren– gaat over de eeuwenoude zoektocht van de mens naar rust. Van der Vegt kwam op het idee voor het boek tijdens een moeilijke periode in haar leven. „Ik werd als druk mens gegrepen door stilte, toen ik volkomen onverwachts in een burn-out terechtkwam”, schrijft ze in het voorwoord. „In die stilte ontstond langzaam ruimte, een wisseling van perspectief.”
Ze las mooie gedichten, bezocht oude kerken, liep veel in natuurgebieden en ging naar musea om naar kunst te kijken. Al kijkend kwam ze tot rust. „Beelden kunnen je zonder woorden bij de essentie brengen.”
Herademen
In het boek brengt de schrijfster veel van die beelden bij elkaar. Op de pagina’s zijn prachtige foto’s te vinden van Diana Nieuwold van de website kerkfotografie.nl. Ook is er veel ruimte voor werk van fotografen en kunstenaars als Martijn Duifhuizen, Jophie Huisman, Lianne Polinder en Sjaak Verboom. Ernaast staan quotes of teksten van Van der Vegt zelf.
Ze bouwt het boek op aan de hand van de „drie treden van de stilte”, een metafoor die benedictijner monniken ooit bedachten. Stilte begint met herademen, pas op de plaats maken. De eenzaamheid opzoeken. Even niet de tikkende klok checken. Omhoog kijken. Naar het plafond van de oude Lebuïnuskerk in Deventer bijvoorbeeld. De kerk is vernoemd naar een Engelse missionaris die in 768 de IJssel overstak om de Saksen te bekeren. Hij bouwde op een rivierduin, vlak bij een nederzetting, een eerste houten kerk. Toen wist hij nog niet dat de nederzetting ooit een bloeiende stad zou worden en zijn houten kerk een gotische hallenkerk met muurschilderingen. „Wanneer je onder de bogen staat en het licht naar binnen ziet vallen, denk dan ook eens aan de pioniers, aan de mensen die je zijn voorgegaan”, schrijft Van der Vegt erbij. „We zijn in lijn van de geschiedenis verbonden met anderen.”
Herademen is ook tijd maken om in de Bijbel te lezen of te bidden – dat heet niet voor niets stille tijd. Juist in de stilte spreekt de Heere, zo staat bijvoorbeeld in 1 Koningen 19. Elia ontmoet God niet in de grote en sterke wind, niet in de aardbeving, en niet in het vuur. „Na het vuur kwam het suizen van een zachte stilte. En het geschiedde, als Elia dat hoorde, dat hij zijn aangezicht bewond met zijn mantel, en uitging, en stond in den ingang der spelonk. En ziet, een stem kwam tot hem, die zeide: Wat maakt gij hier, Elia?”
Donkerte
Toch is stilte niet altijd positief. Soms is er sprake van gedwongen stilte. De donkerte van een depressie. Rouw. Afscheid. Dit is de tweede trede van stilte: struikelen.
Beeldend kunstenaar Martijn van Duifhuizen deelt in dit gedeelte van het boek bijvoorbeeld een ingrijpend kunstwerk, dat hij maakte na een fietsongeluk waarbij hij hersenletsel opliep. Niets klopte meer in zijn hoofd. Hij wist niet meer hoe het leven op te pakken. Toch bleef hij zijn kunst delen. Het leverde het ingrijpende ”Ik weet het gewoon niet meer” op, een woordenbrij met steeds dezelfde regel tekst op papier waarmee de kunstenaar probeert aan te geven hoe het er in zijn hoofd aan toe ging.
Sommige mensen zijn ook bang voor stilte en eenzaamheid. Opgesloten zijn met je eigen gedachten; dat kan confronterend voelen. „In de stilste kamer ter wereld houden maar weinigen het lang vol”, schrijft Van der Vegt.
De stiltekamer, met alleen maar geluiddempende elementen aan de muren, op de vloer en het plafond, is te vinden in het Orfield-laboratorium in het Amerikaanse Minneapolis. De bedenker van dit experiment, Steven Orfield, daagt mensen uit om er in het donker te verblijven. De meesten zijn de kamer gauw weer uit. Het record is dat van een journalist die het 45 minuten wist vol te houden. Erg lang is dat niet.
De derde trede van de stilte is volgens de benedictijner monniken bemind zijn. Je verbonden voelen met anderen. Accepteren dat we als mensen niets zelf in handen hebben. „Het bestaan is een raadsel”, schrijft kunstenaar Jopie Huisman bij een tekening van een maannacht. „Je mag niets weten. Je mag alleen geloven.”
Van der Vegt bedacht zelf nog een vierde trede: uitreiken en delen met anderen. In dit deel van het boek deelt ze bijvoorbeeld een kunstwerk van Johanneke de Ruiter. Uit een vierkant van robuust cement komen zeepbellen. „Het contrast tussen vasthoudend streven en frele vrijheid”, staat erbij. „Wat nu rest is verwondering.”
Niets zeggen
Soms is het boek mij wat te zoet en zweverig, bijvoorbeeld in zinsneden als „Je bent verbonden met het heilige van het leven. Je voelt je opgetild, een lichter wezen.” Of in de zin „Je bent bedoeld als een geschenk aan de wereld en wie uitdeelt van rust, ontvangt er meer van.” Maar dat is persoonlijk.
Wat vooral naar voren komt is hoe waardevol stilte kan zijn, zeker in deze tijd van knallend vuurwerk, voortdurende nieuwsstromen, haastige meningen, propvolle agenda’s en eindeloze discussie. Even niets zeggen en stil zijn, dát is nou nog eens een goed voornemen voor het nieuwe jaar.
Boekgegevens
Eeuwenoude stilte. Hier en nu, Mirjam van der Vegt; uitg. KokBoekencentrum Uitgevers; 208 blz.; € 39,99
Eén dag van eenzaamheid
Geef, Heer, één dag, dat mensen mij niet vragen:
waarheen en waarvandaan, waarom en hoe,
één dag, dat niemand let op wat ik doe,
niemand mij stoort met juichen of beklagen.
En laat de vele stemmen, die mij moe
maken, verstommen; doe van wielen ’t jagen
verstillen, dat de rust der eerste dagen
me omgeve. Sluit de mensenwereld toe.
Dan wil ik op een open vlakte rusten
en voelen, hoe mijn wezen zich verbreidt
één met de aarde, tot de verste kusten.
Dan weet ik, dat Gij mij als akker splijt
en strooit uw zaden in mijn onbewuste.
geef, Heer, één dag van zo grote eenzaamheid.
Bede van dominee en dichter Jan Wit (1914-1980)