De Duitse predikant ds. Olaf Latzel is woensdag veroordeeld wegens „aanzetten tot haat.” Kan zoiets ook in Nederland gebeuren?
De predikant uit Bremen noemde tijdens een huwelijksseminar in 2019 de ”Gender-Dreck” „een aanval op Gods scheppingsorde” en „ten diepste duivels en satanisch.” Ook noemde hij homo-activisten „misdadigers” (”Verbrecher”). Met deze uitlatingen, die een halfjaar later via YouTube openbaar werden, heeft ds. Latzel „opzettelijk aangezet tot haat”, aldus de kantonrechter. Dat ds. Latzel stelde dat hij de homoseksuele praxis op grond van de Bijbel afwijst, maar een homoseksueel niet –en daarmee staat voor het „afwijzen van de zonde, niet de zondaar”– ging er bij de rechter niet in. „Homoseksualiteit zonder mensen is niet voorstelbaar”, aldus de rechter in een verslag van omroep NDR.
Kerkrechtadvocaat mr. Bart Bouter van Post & Bouter Advocaten in Barneveld stelt donderdag dat hij de volledige uitspraak en onderbouwing nog niet heeft gezien. In welke mate de spanning tussen verschillende grondrechten naar voren kwam in de procedure, is hem nog niet helemaal duidelijk. „In ieder geval is het binnen de strafrechtelijke context beoordeeld als opruiing wat de predikant heeft gedaan.”
Meer in het algemeen klopt het wel dat hier meerdere grondrechten een rol spelen. „Ds. Latzel heeft binnen zijn kerkgemeenschap uiting gegeven aan het geloof, gebruik gemaakt van de vrijheid van godsdienst. Er zijn grondrechten die de godsdienstvrijheid kunnen versterken, maar er zijn ook grondrechten die de godsdienstvrijheid kunnen beperken. Naast de grondrechten zijn er de bepalingen van het strafrecht waar iedereen zich aan moet houden.”
Of een openbaar ministerie besluit om tot strafrechtelijke vervolging over te gaan, hangt volgens Bouter onder meer af van de feiten, de specifieke context, de menskracht en de maatschappelijke druk. „Denk bijvoorbeeld aan het proces van Geert Wilders. Hij beriep zich op zijn positie als politicus, het politieke debat, de grote mate van vrijheid van meningsuiting, enzovoorts. In strafrechtelijke context werd hij veroordeeld wegens groepsbelediging. Overigens is hij tegen die veroordeling in cassatie gegaan. Het hof sprak Wilders wel vrij van het aanzetten tot haat.”
Ds. Latzel baseert zijn opvattingen op de Bijbel. Neemt de ruimte daarvoor in de samenleving af?
„Ik vind het te kort door de bocht om te zeggen dat de ruimte afneemt om in de samenleving opvattingen uit te dragen die gebaseerd zijn op de Bijbel. Wat was er gebeurd als ds. Latzel bij de bijeenkomst de uitspraak had gedaan in de trant van zijn toelichting die hij pas achteraf gaf?
De zaak past wel in een tendens waarin het onderwerp homoseksualiteit steeds gevoeliger ligt én er steeds minder ruimte lijkt te zijn voor een open debat gebaseerd op argumenten in plaats van op emoties en het denken van een meerderheid.”
Hoe aannemelijk is het dat een soortgelijke zaak in de toekomst ook in Nederland plaatsheeft?
„Als je realistisch bent, is de kans aanwezig dat er een keer een predikant vervolgd wordt voor een bepaalde uiting. Maar dat zal niet bij elke willekeurige uitlating uit een preek zo zijn. Overigens is er niets nieuws onder de zon. Er is al eens een procedure geweest van een predikant en uitspraken over homoseksualiteit. Dat ging om ds. E. S. Herbig die in Tubantia een uitspraak had gedaan over onder andere homofilie. Toen was de vraag of hij zich opzettelijk beledigend had uitgelaten over een groep mensen wegens hun homoseksuele gerichtheid. Het hof in Arnhem oordeelde dat dit niet het geval was. De Hoge Raad liet die uitspraak in stand. Dat was in 2001 en 2003.
Ik verwacht dat er veel ruimte zal blijven voor predikanten om te preken gebaseerd op de Bijbel. Als het altijd maar in directe relatie staat met de geloofsovertuiging. En preken gebeurt als het goed is met een bewogen hart.
Wel is duidelijk dat bijvoorbeeld een kerk die een groot bereik heeft met een onlineaccount op YouTube of Instagram, zich als het ware meer begeeft in het maatschappelijk verkeer. Dan kan er wat meer van de kerk verwacht worden dat zij rekening houdt met anderen die een bericht kunnen lezen of een fragment kunnen zien.
De afgelopen periode zijn door corona veel kerkelijke gemeenten ook diensten online gaan uitzenden. Dit zorgde recent voor wat ophef toen een predikant in de media belandde met een fragment waarin het ging over kerkbezoek in coronatijd.”
Het lijkt verwarrend dat een rechtbank in Berlijn onlangs in een andere zaak rond ”volksopruiing” een ander oordeel velde. Hoe consequentis het dat ds. Latzel nu wél wordt veroordeeld?
„Dat kan inderdaad verwarrend overkomen. Mijn eerste constatering is dat het om twee verschillende rechtbanken gaat. Daarnaast deed de eigenaresse van het restaurant –voor zover ik snel kon nagaan– niet zelf bepaalde uitspraken, maar had zij letterlijk Bijbelteksten op haar muur gezet of geverfd. Bovendien ging dat niet alleen om een Bijbeltekst die voor niet-gelovigen misschien als intolerant kon worden opgevat of als schurend werd ervaren, maar ook om andere teksten die gingen over Gods liefde en dergelijke.
Zo’n uitspraak van de rechtbank in Berlijn zal in het hoger beroep van ds. Latzel in ieder geval echt wel worden meegenomen door zijn advocaat.”