Kiezen is moeilijk. Hoe kun je weten op welke baan je moet solliciteren, met wie je moet trouwen, hoe je de tijd na je pensioen moet invullen? En welke rol speelt je geloof bij die keuzes? Theoloog Kees van der Knijff schreef er een praktisch boekje over.
Vorig jaar promoveerde dr. Kees van der Knijff (1989) uit Rotterdam op een dik, Engelstalig proefschrift over Gods leiding in het mensenleven, beschouwd vanuit gereformeerd perspectief. Nu heeft hij een toegankelijk boekje over dat onderwerp geschreven: ”De Heer is mijn Herder, maar hoe leidt Hij mij?” Pas daarmee is zijn onderzoek écht voltooid. Het is wat hem vanaf het begin voor ogen stond: onderzoek doen en dan iets schrijven waar ‘gewone’ mensen in het dagelijks leven wat aan hebben. „Ik vind het belangrijk dat theologen zich met praktische levensvragen blijven bezighouden.”
Zijn het vooral jongeren die vragen hebben over Gods leiding?
„Tussen je twintigste en dertigste moet je in het algemeen belangrijke keuzes maken: je studie, je baan, je echtgenoot, je woonplaats, je kerk. Logisch dat de vraag naar levensleiding in die periode een grote rol speelt. Maar ik heb ook oudere mensen gesproken die tot ambtsdrager verkozen zijn en niet goed weten hoe ze een beslissing moeten nemen. Of mensen die net met pensioen zijn en zich afvragen: Wat moet ik nu gaan doen, hoe kan ik mezelf de komende jaren nuttig maken? In onze tijd is het niet meer zo dat je op je twintigste een keus maakt voor de rest van je leven; mensen komen geregeld voor nieuwe situaties te staan, ook op latere leeftijd.”
Wat voor werk bent u zelf na uw promotie gaan doen?
„Het is misschien een ongebruikelijke volgorde, maar ik ben alsnog gestart met de kerkelijke opleiding tot predikant. Op korte termijn zal ik waarschijnlijk geen gemeentepredikant worden, want we zijn ons als gezin aan het voorbereiden op een vertrek naar Libanon. Daar hoop ik theologie te gaan doceren aan het Arab Baptist Theological Seminary in Beiroet. Voor dat werk is het goed als je zelf ook eerst de predikantsopleiding hebt gevolgd. Esther, mijn vrouw, is arts en zij hoopt in een achterstandswijk in Beiroet te gaan werken.”
Dat vertelt meteen iets over uw kijk op het begrip ”roeping”.
„Ik denk dat je in het leven niet achterover moet leunen en op je roeping gaan zitten wachten, maar dat je op pad moet gaan. Gaandeweg kom je erachter waar je taak ligt. Zo ben ik na de middelbare school eerst econometrie gaan studeren, maar ik vroeg me algauw af: Moet ik nou in deze wereld mijn leven besteden? Toen ben ik er een tweede studie bij gaan doen, theologie. Na afronding daarvan kwam ik in het promotieonderzoek terecht. En nu staan we dan weer bijna op een kruispunt. Esther en ik hebben al jaren het verlangen om ergens in de wereldkerk te dienen, en nu is het de beste tijd daarvoor. Onze oudste is bijna zes. Als je kinderen in de puberteit zitten, moet je ’t niet meer doen. Dat raden zendingsorganisaties sterk af.”
Nuchtere afwegingen spelen voor u dus een grote rol.
„We moeten niet doen of ”nuchter” en ”geestelijk” een tegenstelling vormen. Dat rationele afwegen van de consequenties hoort er helemaal bij. Je kunt diep serieus bidden om Gods leiding en tegelijk, juist in het geloof dat God je door dat proces heenleidt, je verstand gebruiken en de voor- en nadelen op een rij zetten.”
Veel mensen hopen bij zo’n moeilijke levenskeuze toch op een teken van God.
„Soms zitten mensen, bij wijze van spreken, te wachten op een briefje uit de hemel, een tekst, een bijzondere ervaring. Maar eigenlijk staat die behoefte haaks op het idee van roeping dat Luther en Calvijn hadden. Zij verzetten zich juist tegen het idee dat priesters en monniken, omdat ze veel tijd konden besteden aan gebed en meditatie, een ‘hoger’ soort roeping zouden hebben dan mensen die met hun handen moesten werken. Iederéén, zei Luther, heeft de roeping om in de dagelijkse praktijk God te dienen. Juist in dat gewone leven moet het geloof handen en voeten krijgen.”
Mag je niet uitkijken naar bijzondere ervaringen of aanwijzingen?
„We hoeven niet uit te sluiten dat mensen op een bijzondere manier geroepen worden. Dat laten allerlei verhalen uit de kerkgeschiedenis wel zien. Maar we moeten oppassen dat dat bijzondere de norm wordt voor iedereen. De meeste mensen zullen op de gewone manier keuzes moeten maken, door biddend hun verstand te gebruiken.”
Hoe weet je welke kant je op moet, op welke plek je moet zijn?
„Je roeping ligt allereerst op de plek waar je je nu bevindt. Je hele leven als mens is een roeping, en die bestaat altijd uit de verschillende rollen en taken tegelijk. In je familie, je studie, je werk, je gezin, de gemeente, de kerk, de wereld. Dat kan per periode in je leven verschillen. Als je jonge kinderen hebt, ligt daar een belangrijke roeping. Als je kinderen het huis uit zijn komt er wellicht meer ruimte voor andere dingen. Het gaat erom dat al die verschillende taken die je in het leven hebt, met elkaar in balans zijn. Als een ensemble van musici die samen één muziekstuk moeten uitvoeren.”
Maar stel dat je op een kruispunt in je leven staat en een weg moet kiezen.
„Er zijn verschillende manieren om daarmee om te gaan. Ik heb voor mijn proefschrift onderzoek gedaan in de evangelicale literatuur, en daarin zag ik drie benaderingen. De eerste is: God geeft je op kruispunten een stukje informatie –een Bijbeltekst, een lied, een onverwacht advies van een bekende– waardoor je ineens ziet wat de juiste weg is. De tweede benadering is bevindelijker, die gaat ervan uit dat God je de weg wijst door een ”stille stem” in je binnenste, door ”innerlijke vrede” op je beslissing. Maar zelf voel ik me het meest thuis bij de derde benadering. Die gaat ervan uit dat we zelf verantwoordelijk zijn voor onze eigen keuzes, maar dat we daarbij mogen vertrouwen op de wijsheid die de Heilige Geest ons, in het proces van heiliging, wil geven.”
Hoe zit het dan met onze zondigheid, onze geneigdheid tot het kwade?
„Welk model we ook aanhangen, we zullen altijd moeten rekenen met de aanwezigheid van zonde in onze verlangens en keuzes. Daarom is zelfkennis belangrijk, en eerlijke kritiek van de mensen om ons heen. Zij kunnen ons helpen om zicht te krijgen op onze valkuilen en onze zondige voorkeuren. Toch kunnen we ook te veel nadruk op onze zondigheid leggen en te makkelijk denken: Ik ben onbekeerd, dus ik kan geen goede keuzes maken. Als je zoekt naar de wil van God maar je hebt je leven nog niet aan Hem overgegeven, dan is dát het eerste wat God van je wil. Al het andere komt pas daarna. Vanuit de kennis van Gods genade worden we toegerust om Zijn wil te onderscheiden.”
Toch kunnen we zelfs dan verkeerd kiezen.
„Het is een illusie om te denken dat wie door God geleid wordt, geen verkeerde keuzes meer kan maken. Maar we hoeven niet bang te zijn dat het voor altijd misgaat, dat de zaken God uit de hand lopen omdat wij verkeerd kiezen. Dan maken we onszelf veel te belangrijk.”
Wat is dat precies, die wijsheid die ontstaat in het proces van heiliging?
„Steeds meer gericht raken op God en je naaste, en vanuit die houding keuzes maken. Wijsheid is in het algemeen een deugd die je moet leren door dingen te dóén, niet door er boeken over te lezen. Christelijke wijsheid ontwikkel je door je te oefenen in de praktijken van de kerk: de prediking, het gebed, het Bijbellezen, de sacramenten, het gemeenteleven. Door gesprekken met andere christenen die al wat verder op de levensweg zijn. Langzaam, met vallen en opstaan, kun je leren dat de vraag niet is hoe je kunt ontdekken wat Gods plan met jouw persoonlijke leven is –alsof jij daar zomaar inzicht in zou krijgen– maar hoe je de heilzame weg van Gods geboden kunt gaan. Wanneer Paulus in zijn brieven de gelovigen aanspoort te doen wat God wil, dan heeft hij het over iets wat niet gezocht, maar gehoorzaamd moet worden.”
Praten over levensleiding
Het boekje ”De Heer is mijn Herder, maar hoe leidt Hij mij?” is geschikt voor persoonlijk gebruik, maar ook voor gesprekskringen. Elk hoofdstuk eindigt met een aantal gespreksvragen. Van der Knijff, zelf lid van de hervormde wijkgemeente Maranathakerk in Rotterdam: „Ik hoop dat mensen die vragen met elkaar gaan bespreken. Bij veel kerkelijke gesprekskringen, zeker als ze een studiekarakter hebben, kun je als deelnemer eenvoudig buiten schot blijven. De échte vragen komen niet aan de orde. Mensen praten nu eenmaal niet makkelijk over de dingen waar ze persoonlijk mee zitten. Maar als je met elkaar over het onderwerp van Gods leiding in je leven gaat nadenken, en een of twee mensen zijn zo eerlijk om iets over zichzelf en hun eigen dilemma’s te vertellen, dan kan dat zorgen voor verdieping van het gemeenteleven. Het is mooi als ouderen en jongeren meer op die manier met elkaar in gesprek zouden raken.”
Boekgegevens
De Heer is mijn Herder, maar hoe leidt Hij mij? Denken over Gods leiding in tijden van keuzestress, Kees van der Knijff; uitg. Groen (Artios-reeks); 160 blz.; € 13,95