Kunst tussen wereldoorlogen; zoektocht naar het hogere
”Tussen hemel en oorlog”; Museum Catharijneconvent in Utrecht kiest ervoor om met die woorden werken uit de periode tussen beide wereldoorlogen voor het voetlicht te halen. Juist in het interbellum zoeken kunstenaars naar nieuwe vormen om lijden, leven en hoop in verbinding met het hogere vast te leggen, of daarmee juist af te rekenen.

Gevoel voor actualiteit kan Museum Catharijneconvent in Utrecht niet worden ontzegd. Nu de wereldwijde spanningen politiek en economisch oplopen, dringt de behoefte om parallellen te zien tussen toen en nu zich op. Maar zo eenvoudig ligt het niet.
De moderne kunst in het interbellum –een periode tussen twee oorlogen– is, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, volop geïnspireerd door religie en spiritualiteit. Een groot verschil met nu is dat de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw worden gekenmerkt door een verzuilde maatschappij en een toenemende mondialisering. De verzuiling is afgenomen, de globalisering alleen maar toegenomen. De destijds overwegend geldende christelijke autoriteit wordt bevraagd door de kunstenaars en die interesseren zich tegelijkertijd voor andere spirituele stromingen.

”Tussen hemel en oorlog” laat zowel figuratieve als abstracte werken zien en in de variatie aan stijlen is bijna voelbaar dat het interbellum een culturele zoektocht is. In de jaren 20 hebben economische vooruitgang en muziek, mode en dans uit de Verenigde Staten flinke invloed in Europa. In de jaren 30 daarentegen neemt de dreiging van een nieuwe oorlog toe.
De tentoonstelling past bij uitstek bij Museum Catharijneconvent, waarvan de vaste collectie haar oorsprong vindt in het christendom. In deze interbellumexpositie is veel aandacht voor de verandering in het rooms-katholicisme. Het protestantisme komt in de tentoonstelling echter vrijwel niet aan bod. Dat is een gemiste kans, temeer omdat in het museumtijdschrift wel aandacht is voor de vernieuwende vormgeving in bijvoorbeeld de architectuur van de protestantse Jeruzalemkerk in Amsterdam, gebouwd in 1928-1929.
Om de bezoeker in de veelheid aan stijlen en stromingen wat referentiekaders te geven, onderscheidt het museum in de tentoonstelling vier tijdcapsules – niet vastomlijnd door jaartallen. ”Op zoek naar…” is in elke capsule de invalshoek.