Beeld voegt in de digitale kerkdienst iets toe
Met onder meer het ”digitaal kerken” doen kerkenraden hun uiterste best om de gemeente door deze moeilijke tijd heen te herderen. De moderne techniek biedt daarvoor gelukkig mogelijkheden. Inmiddels zijn de leden gewend –voor zover dat mogelijk is– aan de digitale diensten. Niet alleen kan de Woordverkondiging worden gehoord, maar vaak kan ook via internetverbindingen worden meegekeken. De video staat daarbij vooral gericht op de voorganger. Bij het zingen zwenkt het beeld naar het orgel en de organist. Tijdens het bidden richt de video zich op een ander punt in de kerk, bijvoorbeeld een veelkleurig raam of een tekst aan de wand of op de doopschaal. Het onderstreept zonder woorden de soberheid van de liturgie in calvinistische kerken.
Luther en Calvijn dachten op het punt van de kerkdiensten verschillend. De eerste wilde, kort gezegd, de mis zuiveren, maar niet opheffen. Calvijn en andere reformatoren schaften de mis geheel af en weerden altaar, beelden en rituelen uit de kerk. Zij gingen uit van de gedachte –ontleend aan Gods Woord– dat God de gelovigen oproept om voor Zijn aangezicht te verschijnen. Het gaat om de ontmoeting van God met Zijn volk. God spreekt en de mens antwoordt, zingend en belijdend. Zo is de gereformeerde liturgie opgebouwd. In het votum belijdt de gemeente afhankelijkheid, in de groet zegt God Zijn genade en vrede toe. De wetslezing is het spreken van God, het zingen daaropvolgend is het antwoord van de gemeente. En zo verder. De afsluitende zegen is belofte van God.
Hier openbaart zich het eerste en grootste probleem van de digitale kerkdienst. De ontmoeting tussen God en Zijn volk bestaat uit woord en antwoord. Maar de gemeente ís niet bijeen en kan dus niet antwoorden. Of het moet op afstand zijn. Dat wringt. In dat licht is het te begrijpen dat de Italiaanse bisschoppen er deze week voor pleitten de kerkdiensten te hervatten. Erediensten verdienen prioriteit.
Kan in de digitale kerkdiensten het beeld veel toevoegen, of hebben we genoeg aan de kerktelefoon, het gehoorde woord dus? Het zojuist genoemde probleem –het afwezig zijn van de gemeente– laat zich noch door audio- noch door beeldverbinding oplossen. Ook vanuit liturgisch oogpunt voegt, in de huidige omstandigheden, het beeld niet veel toe aan het woord. Of het moeten de opgeheven handen zijn, die de zegen ondersteunen. De doop en het heilig avondmaal, zichtbare prediking van het Evangelie, worden in reformatorische kerken veelal uitgesteld.
Hoogstens geeft het beeld de kerkganger een sterker gevoel van betrokkenheid, omdat hij ziet, wat hij in de zondagse kerkdienst normaliter ook ziet. Behalve de gemeente. Het beeld van de lege banken heeft veel te zeggen. De digitale kerkdienst is een noodgreep, een incomplete vervanging. Dat maakt het verlangen des te sterker naar de ‘gewone’ eredienst: met elkaar als gemeente verschijnen voor het aangezicht van God.