Vier vragen over mager resultaat klimaattop Madrid
Toen de klimaattop in Madrid zondag sloot, bleven de onderhandelaars ontgoocheld achter. Tot op het laatste moment gingen ze rollebollend over straat. Met als resultaat een magere slotverklaring.
Uit de verklaring blijkt vooral dat de landen het grondig met elkaar oneens zijn. „De internationale gemeenschap heeft een grote kans gemist om hogere ambities te laten zien”, twitterde VN-baas António Guterres bij de sluiting van de klimaatconferentie (COP25 in jargon). „Maar we mogen niet opgeven en ik geef nooit op.”
Wat stond er op de agenda in Madrid?
De wereld moest het er eens worden over de verlaging van de CO2-uitstoot, waarbij het opzetten van de handel in CO2-emissie een belangrijk punt was. Daarnaast moesten er afspraken worden gemaakt over hoeveel de rijke landen zouden bijdragen aan het Green Climate Fund dat in 2009 in Kopenhagen is opgezet. Dat fonds compenseert arme landen en moet hen helpen zich aan te passen aan klimaatverandering. Momenteel moet door klimaatverandering elke twee seconden één persoon uit zijn huis vertrekken, aldus Oxfam Novib.
Is de top mislukt?
Dat is misschien te sterk uitgedrukt. Internationale klimaatonderhandelingen verlopen nu eenmaal stroperig. Maar klinkende resultaten zijn evenmin geboekt.
Afspraken over een handelssysteem voor CO2-uitstoot zijn er niet gekomen. En in plaats dat de rijke landen jaarlijks gezamenlijk 100 miljard dollar (90 miljard euro) doneren in het Green Climate Fund, zegden ze eenmalig 90 miljoen dollar (81 miljoen euro) toe.
De slotverklaring geeft wel aan dat alle landen volgend jaar hun klimaatbeschermingsdoelstellingen voor 2030 willen aanscherpen. Al met al maakt de uitkomst van de top vooral duidelijk dat landen het niet met elkaar eens zijn. Met name de Verenigde Staten, Brazilië, Australië, Saoedi-Arabië, China en Rusland willen hun belangen in de fossiele energie zo lang mogelijk uitbuiten.
Wat hebben de Europese klimaatafspraken (Green Deal) te maken met de klimaattop?
Die twee zaken hebben op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken. Toch is het waarschijnlijk geen toeval dat de Green Deal juist tijdens de onderhandelingen in Madrid is gepresenteerd. Het signaal aan de rest van de wereld was duidelijk: Europa wil flinke stappen zetten in strijd tegen klimaatverandering.
En dat was ook te merken in Madrid. Terwijl in 2015 in Parijs de Verenigde Staten en China het voortouw namen, ging nu in de Spaanse hoofdstad de EU voorop. Nu Europa doorpakt, kan dat gevolgen hebben voor de ambities van de rest van de wereld. Willen andere landen zaken blijven doen met Europa, dan moeten hun producten in de toekomst aan de Europese standaarden voor CO2-uitstoot voldoen.
Hoe nu verder?
Een afspraak over de handel in CO2-emissies is doorgeschoven en staat alvast op de agenda van de klimaatconferentie (COP26) volgend jaar. Deze heeft plaats in het Schotse Glasgow.
De agenda in Glasgow zal overvol zijn. Behalve het genoemde handelssysteem en een nadere invulling van de financiering van klimaatbeleid, zal ook het Akkoord van Parijs moeten worden herzien.
In Parijs is namelijk afgesproken dat landen hun doelen eens per vijf jaar tegen het licht zullen houden. Als de wetenschappelijke feiten daartoe dringen, moeten ze hun doelstellingen aanscherpen. Die ambitie hebben de landen zondag dus al uitgesproken in Madrid.
VN-baas Guterres wil „meer dan ooit van 2020 het jaar maken waarin alle landen toezeggingen doen om de wereld koolstofneutraal te maken in 2050 en om de opwarming te beperken tot 1,5 graad.”