„Ik ben van nature niet zo paars”, was een gevleugelde uitdrukking van de zaterdag overleden oud-premier Wim Kok. Toch boog hij als bestuurder stevig voor de wensen van VVD en D66.
Kok kwam na het CDA/PvdA-kabinet-Lubbers III waarin hij minister van Financiën was, in 1994 met enig fortuin aan de macht. Zijn PvdA raakt 12 zetels kwijt, maar coalitiepartner CDA maar liefst 20. Kok werd daardoor met 37 zetels de grootste, voor CDA (34), VVD (31) en D66 (24).
Een merkwaardige formatie volgde. VVD-onderhandelaar Bolkestein wilde een fors bedrag van 5,7 miljard besparen op de sociale zekerheid. Voor Kok, wiens politieke carrière in 1991 aan een zijden draad hing vanwege de WAO-crisis in de PvdA, was dat onbespreekbaar. In de impasse die volgde, verzocht koningin Beatrix hem een proeve van een regeerakkoord te schrijven. Het kostte de PvdA-leider, die zich vanwege een bloedhete zomer op sandalen naar het Binnenhof begaf, een week.
Kok leek af te stevenen op een PvdA/CDA/D66-coalitie, totdat CDA’er Brinkman in de onderhandelingen over het conceptakkoord de hoogte en de duur van de WAO- en WW-uitkeringen ter discussie stelde. Kok ging om, en het eerste paarse PvdA/VVD/D66-kabinet was een feit. Na het bekendmaken van het akkoord sloot Kok zich op in het Torentje. „Daar heb ik een halfuur op de vloer gelegen. Ik was werkelijk doodop”, blikte hij later terug.
Gemakkelijk had hij het niet in zijn eerste kabinet. Binnen de PvdA gevoelige thema’s, zoals de invoering van marktwerking op tal van overheidsterreinen, waaronder de sociale zekerheid, bleken te zijn gekaapt door de VVD. Bolkestein, die bewust niet toetrad tot het kabinet, poetste vanuit de Tweede Kamer het VVD-profiel op met provocerende statements over vreemdelingen. Linkse PvdA’ers zoals Karin Adelmund zochten daarop de samenwerking met de oppositie om zo het socialezekerheidbeleid naar links bij te sturen. Om Adelmund in het gareel te houden, moest Kok al in het tweede jaar dreigen met een kabinetscrisis.
Strakke regie
Al snel koos de PvdA-premier noodgedwongen voor een strakke regie. Besluiten werd eindeloos voorgekookt in het befaamd geworden Torentjesoverleg. Kok I haalde de eindstreep, met dank aan de aantrekkende economie. Die ontwikkelde zich zo gunstig dat de VVD geen punt meer maakte van het ontkoppelen van de lonen en de uitkeringen.
De populariteit van Kok leverde de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1998 45 zetels op. Hij koos voor een voortzetting van paars I, maar moest daarvoor wel zware concessies doen aan D66, dat door de regeringsdeelname tien zetels was kwijtgeraakt. D66 legde tijdens de onderhandelingen enkele „punten van eminent belang” op tafel, zoals de invoering van het homohuwelijk en de legalisering van euthanasie. Kok dacht over deze thema’s conservatiever dan D66 en wenste zich er zeker niet mee te profileren. Toch zette zijn tweede kabinet veel ethische wissels om; ook prostitutie werd gelegaliseerd.
In augustus 2001 liet Kok weten dat hij bezig was aan zijn laatste termijn. Een maand later boorden twee door terroristen gekaapte vliegtuigen zich in de Twin Towers van het World Trade Center in New York. De campagne van Pim Fortuyn van de LPF kreeg vleugels. Tot overmaat van ramp zag Kok zich genoodzaakt voortijdig af te treden, na het harde oordeel van de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek deed naar het Nederlandse aandeel in de val van de VN-enclave Srebrenica. Langzaam brokkelde zijn gezag af.
De verkiezingen van 2002 verliepen chaotisch, mede door de moord op Fortuyn. PvdA-lijsttrekker Melkert, door Kok aangewezen als opvolger, verloor 22 zetels. Als regenten die het contact met de burgerij waren kwijtgeraakt, stapten beiden van het podium.
Vakmanschap
In de jaren na zijn premierschap nam in de terugblikken op zijn optredens de waardering toe. Kok een saaie polderaar? Misschien, maar dan wel eentje die op een aantal cruciale momenten een imponerend vakmanschap aan de dag had gelegd. Dankzij zijn inspanningen zag Jorge Zorreguieta, de omstreden vader van Máxima, met wie kroonprins Willem-Alexander zich had verloofd, er van af aanwezig te zijn bij de bruiloft zonder dat de verstandhouding met het Koninklijk Huis al te forse deuken opliep.
Ook na de moord op Fortuyn liet het boerenverstand van timmermanszoon Wim Kok hem niet in de steek. Hij ontbood de LPF-top en de nabestaanden van Fortuyn op het Catshuis en betrok hen nadrukkelijk bij de afwegingen om de verkiezingen in 2002 door te laten gaan. Mede daardoor kon er aan het Binnenhof toch nog tamelijk soepel worden overgegaan tot de orde van de dag.
In 2004 stemde Kok als commissaris in met een forse salarisverhoging van ING-topman Ewald Kist. Zes jaar later werd hij over dat besluit publiekelijk doorgezaagd door de parlementaire commissie-De Wit, die onderzoek deed naar het financieel stelsel. Voor het oog van de camera toonde hij zich weer dezelfde kalme pragmaticus met verantwoordelijkheidszin als in zijn tijd als premier. Hij begreep de verontwaardiging, maar de burger moest begrijpen dat deze exorbitante loosverhoging ook zonder hem was doorgegaan.
Als 75-jarige accepteerde Kok in 2014 nog een commissarisfunctie bij de China Construction Bank; de op een na grootste bank van de Volksrepubliek.
Koks echtgenote Rita Roukema, met wie hij in 1965 trouwde, bedong wel dat hij op gezette tijden beschikbaar was als familieman. Het paar had drie kinderen. Twee ervan waren geboren uit een eerder huwelijk van Roukema, onder wie de meervoudig gehandicapte André. In een van zijn zeldzame interviews liet Kok weten dat de (stief)vader-zoonrelatie stukken hechter was geworden sinds hij vaker thuis kon zijn.
Kuria
Vorig jaar zomer gaf de Amsterdammer Kok nog acte de présence op een jubileumsymposium van het mede door de kerken opgerichte Amsterdamse hospice Kuria. Bij die gelegenheid stelde hij zich voor als mantelzorger die het reilen en zeilen in de instelling die in 1992 van start ging, goed kende. Zijn zwager en zijn schoonzuster werden er kort voor hun overlijden opgenomen. De oud-premier noemde de ruimte die de hospice de nabestaanden bood om afscheid te nemen tijdens het symposium zeer lovenswaardig. Eén politiek statement wilde hij nog wel maken: digitalisering in de zorg was prima, mits de persoonlijke communicatie maar centraal bleef staan.