„Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet.”
Hebreeën 4:7
Zo u heden Christus verwerpt, zult u Hem, naar alle menselijke berekening, ook morgen verwerpen. Zonder ons te verdiepen in de soevereiniteit van Gods Geest, Die werkt in wie en wanneer Hij wil, is de enige gevolgtrekking waartoe ieder verstandig mens moet komen, dat het heden, van alle dagen tussen nu en het oordeel, de beste en geschiktste dag is voor uw bekering. En dat de dag van uw dood, die droevige tijd van onrust en benauwdheid, wanneer de geest zijn aardse woning verlaat, de ongeschiktste dag van uw leven is om u tot God te bekeren. Wanneer de dienstknecht van Christus de gordijnen van uw bed wegschuift om u de woorden van Jezus toe te spreken, dan zal dat oor, dat gedurende een hele levenstijd voor de boodschap des heils doof geweest is, in dat uur zijn alsof u het niet hoorde. Het hart, dat zich zo lang tegen de scherpte van het Woord des levens gekant heeft, zal dan zijn gelijk de onderste molensteen.
„Heden dan, indien gij Zijn stem hoort, verhardt uw harten niet.” De roepstem des Heeren om zich nu tot Hem te wenden, moet ons dringen haar te gehoorzamen, omdat de Zaligmaker niet altijd zal roepen. „Mijn Geest zal niet altijd twisten met de mens”, was het waarschuwende woord van God tot de mensen vóór de zondvloed.
Robert Murray M’Cheyne,
predikant te Dundee
(”Leerredenen”, 1862)