BinnenlandGodsdienstig vormingsonderwijs

Jacoline Geldof vertelt Bijbelverhalen op openbare basisschool: „Heilzaam voor ieder kind”

Het kabinet wil de geldkraan dichtdraaien voor godsdienstig vormingsonderwijs op openbare basisscholen. Daarmee hangt het voortbestaan van de lessen waarin leerlingen Bijbelverhalen horen en levensvragen stellen aan een zijden draad. Een kijkje in de klas bij juf Jacoline Geldof (43) uit Groot-Ammers.

18 November 2024 15:25Gewijzigd op 19 November 2024 06:59
Reportage bij godsdienstles op openbare school, met  Jacoline Geldof
Reportage bij godsdienstles op openbare school, met Jacoline Geldof

Het wordt stil in het klaslokaal van openbare basisschool Het Tweespan in Schelluinen, een dorpje naast Gorinchem. Jacoline Geldof slaat de Bijbel open. De kaars op tafel laat een klein vlammetje flikkeren in het lokaal. „Die steek ik aan om te laten zien dat ik niet zomaar een prentenboek uit de kast heb gevist”, zal ze later uitleggen.

Vier keer vertelt Geldof deze morgen het verhaal van Daniël in de leeuwenkuil. Aan groep 5, 6, 7 en 8. Hoe mensen jaloers waren op Daniël, die een hoge positie kreeg van koning Darius. Hoe ze hem begonnen te bespioneren, in de hoop hem te betrappen op een misstap. Maar dat lukte niet. „Daniël was een eerlijke en betrouwbare man. Hij deed zijn werk goed. Maar één ding was een beetje vreemd: hij had een ander geloof en hij bad drie keer per dag tot zijn God.”

Intussen zitten de leerlingen gebogen over een tekening. Stiften krassen op het papier. „Deze kinderen zijn niet gewend naar een verhaal te luisteren”, legt Geldof na afloop uit. „Op een christelijke school leren ze in de kleuterklas al dat ze bij een Bijbelverhaal stil in de kring moeten zitten. En van jongs af aan luisteren ze in de kerk naar een preek. Voor deze kinderen is dat nieuw.”

Geldof vertelt hoe Daniël uiteindelijk in de leeuwenkuil belandt. En over de ontdekking van koning Darius dat de leeuwen hem niets gedaan hadden. „Daarom schreef de koning een brief die het hele land doorging: „De God van Daniël moet alle eer krijgen. Hij is de levende God. Want Hij redt en bevrijdt.””

Ze blaast de kaars uit. „Wow. Wat een verhaal, hè!”

Respect

Elke woensdagmorgen is Geldof te vinden op de school in Schelluinen. Een openbare basisschool is verplicht levensbeschouwelijk onderwijs aan te bieden als er zeven of meer leerlingen zijn van wie de ouders dit wensen. In Schelluinen koos de school op basis van de vraag vanuit ouders voor de protestants-christelijke variant van godsdienstig vormingsonderwijs (GVO). „We zijn de enige school in het dorp”, legt clusterdirecteur Anita Groen uit. „En we vinden het belangrijk dat iedereen zich op onze school welkom voelt. Voor een deel van het dorp is protestants-christelijk onderwijs wenselijk.” Voor sommige christelijke ouders geeft dat aanbod de doorslag in de keuze voor Het Tweespan, weet Groen.

In principe gaan alle leerlingen naar GVO, tenzij hun ouders bezwaren hebben. Dat geldt slechts voor een enkeling. De directeur zelf is erg blij met de lessen. „Een manier waarop leerlingen leren wat respect is, is door kennismaking met geloof. Ze krijgen veel mee over normen en waarden. En alles kan besproken worden. Heel belangrijk is dat er in deze lessen tijd is om naar elkaar te luisteren.”

Heilzaam

Terug naar de klas. „Wat vonden jullie het mooiste?” vraagt Geldof aan groep 8. En dan blijkt wat de leerlingen hebben meegekregen. „Dat Daniël bleef geloven en zich niet liet tegenhouden”, zegt Sofie. En Sara: „Dat de koning zei dat Daniëls God hem ging redden, voordat hij in de leeuwenkuil ging.” Geldof knikt. „Waarom stopte Daniël niet gewoon met bidden?” Ze kijkt de kring rond. „Hij wist dat hij gered zou worden”, zegt een meisje zacht. „Hij vertrouwde op God.”

„Het mooiste vond ik dat Daniël bleef geloven en zich niet liet tegenhouden” - Sofie, leerling uit groep 8

De juf vertelt wanneer het verhaal gebeurd is: 2500 jaar geleden. „Waarom hebben we dit verhaal nog steeds?” wil ze weten. „Iedereen heeft iemand waar hij op vertrouwt”, zegt een kind. „Mooi!” vindt Geldof. „Die vraag roept het verhaal inderdaad op. Wie of wat vertrouw je?” Ze draagt de leerlingen op daar de komende week over na te denken.

Nee, ze spoort hen niet aan om net als Daniël op God te vertrouwen. Ze bidt ook niet met hen. „Ik mag niet evangeliseren”, legt ze daarover uit. „Mijn taak is de kinderen kennis te laten maken met het christelijk geloof.” Lastig? In het begin was het een zoektocht, zegt Geldof. „Hoe doe je dat dan? Maar de Bijbelverhalen zijn genoeg, heb ik geleerd. Ze hebben kracht in zichzelf. Ik geloof van harte dat het voor elk kind heilzaam is die verhalen te horen. Ik zie ook dat ze de kinderen aan het nadenken zetten, hun een spiegel voorhouden en verder helpen.”

Dat blijkt wel bij de verwerking. Geldof spreidt briefjes met allerlei woorden op een kleed uit. „Welk woord past volgens jou bij dit verhaal?” De kinderen duiken op de vloer. Een meisje kiest voor „volg je hart”. „Omdat Daniël toch bleef bidden.” „Dus dat heeft met zijn hart te maken?” reageert Geldof. Het meisje aarzelt. „Niet twijfelen, hè. Bij GVO is een antwoord nooit goed of fout.” Daar wijst Geldof deze ochtend vaker op: GVO is anders dan sommen en spelling.

In groep 5 kiest Joery voor een kaartje met het woord „buitensluiten”. De kinderen vertellen dat dat ook weleens op school gebeurt. „Jullie snappen dus wel hoe Daniël zich voelde?” vraagt de juf. „Wat hielp hem als hij verdrietig was?” „Bidden!” roepen de kinderen in koor. „Inderdaad. Daniël wist: als ik bid, luistert God naar mij.”

„Bijbelverhalen zetten kinderen aan het denken, houden hun een spiegel voor en helpen hen verder” - Jacoline Geldof, docent godsdienstig vormingsonderwijs

Oma

Elke les begint met een rondje hoe het met iedereen gaat. Het ene kind vertelt over z’n verjaardag, de ander over een sportwedstrijd. Een meisje zegt dat haar oma in het ziekenhuis ligt. „Het gaat niet zo goed.” De juf informeert of ze er veel aan moet denken. En waarom oma zo speciaal voor haar is. „Fijn dat je het even vertelt. Als je er niet over praat, wordt het nog groter.”

In een andere groep barst een jongetje in tranen uit, omdat ze de hond moeten laten inslapen. Geldof legt een arm om hem heen en vraagt zijn buurman een doekje te halen. Bij GVO vindt niemand dit gek. „Kinderen voelen feilloos aan dat dit de plek is waar ze levensvragen mogen stellen”, zegt Geldof, die eerder op christelijke scholen werkte. Ze heeft nu zes jaar ervaring met GVO.

„Kinderen voelen feilloos aan dat dit de plek is waar ze levensvragen mogen stellen” - Jacoline Geldof, docent godsdienstig vormingsonderwijs

In de lessen staat ze stil bij diepe vragen. Wat is van waarde in het leven? Wat is geloven? „Ik hoop de kinderen aan het denken te zetten. Juist hier leren ze niet meteen te oordelen, maar te vragen: waarom is dat voor jou belangrijk? Niemand zei vanochtend: Wat gek dat Daniël toch bleef bidden. Ik hoop dat de leerlingen aanvoelen dat geloven meer is dan je aan bepaalde regels houden. Dat het gaat om een diepe innerlijke overtuiging.”

„We hebben het vaak over begrip voor elkaar”, gaat ze verder. „Maar daaraan gaat kennismaking vooraf.” Zo herinnert ze zich een jongen die na een halfjaar GVO zei: „Ik vond geloven echt gek en begreep totaal niet waarom er mensen zijn die in God geloven. Nu wel. Ik vind de verhalen over Jezus mooi en inspirerend.” Vormingsonderwijs mag niet verdwijnen, vindt Geldof. „Deze leerlingen hebben recht op een plek waar ze kunnen nadenken over levensvragen en Bijbelverhalen horen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer