Geen felicitatie bij 70-jarig bestaan Vereniging Zondagsrust
De Vereniging Zondagsrust bestaat zeventig jaar. Tot blijdschap leidt het jubileum echter niet. Een felicitatie is niet op zijn plaats, zei prof. dr. W.J. op ’t Hof zaterdagmiddag tijdens een herdenkingsbijeenkomst.
Terwijl de Barneveldse bevolking de intocht van Sinterklaas viert, komen zaterdagmiddag zo’n honderd belangstellenden naar het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Barneveld-Centrum om het zeventigjarig bestaan van de Nederlandse Vereniging tot bevordering van de Zondagsrust en Zondagsheiliging te herdenken.
Een felicitatie vindt ds. Op ’t Hof het jubileum niet waard, zegt hij tijdens de bijeenkomst. „Als je nu al zo lang bestaat en je doel niet hebt behaald, past een condoleance dan niet eerder dan een felicitatie?” Droefheid moet ons hart vervullen, stelt de hersteld hervormde predikant uit Gameren, al „zijn er wel wat dingen bereikt”.
Zondagswet
„We kunnen niet zeggen dat het werk altijd voor niets is geweest”, zegt ook mr. L. Vogelaar, voorzitter van de zondagsrustvereniging. Aan de hand van Psalm 77:12 –„Ik zal de daden des HEEREN gedenken, ja, ik zal gedenken Uw wonderen van oudsher”– , spreekt Vogelaar over de zeventig jaar na de oprichting door ds. J. van Prooijen in 1954.
Persoonlijk is Vogelaar de ontmoeting met oud-minister Plasterk –„de minister met het hoedje, weet u wel”– bijgebleven. Het bestuur van de Vereniging Zondagsrust ging bij Plasterk langs toen er gesproken werd over het intrekken van de zondagswet. „We werden zeer respectvol ontvangen”, vertelt Vogelaar. Uiteindelijk is de zondagswet niet ingetrokken, al is hij daarna wel verruimd.
Vruchten op het werk van de vereniging zag Vogelaar recent bij Vogelbescherming Nederland. Toen de bestuursleden daar het belang van de zondagsrust hadden aangekaart, kreeg de vereniging een „sympathiek briefje” met de toezegging dat de Vogelbescherming voortaan geen activiteiten meer op zondag zou organiseren.
De voorzitter hoopt dat de Vereniging Zondagsrust meer leden zal krijgen. „Op dit moment hebben we er ruim 25.000, maar het zijn er meer geweest. Als we onze doelstelling serieus nemen, moeten we juist ook de mensen bereiken die vervreemd zijn van de kerk en Gods Woord. Hoe goed is het als ook die mensen horen van het belang van een rustdag.”
Omhelzen
„De dag des Heeren moeten we niet koud gedenken, maar omhelzen”, zegt ds. Op ’t Hof in zijn meditatie. Hij spreekt over Johannes, die in Openbaring 1 op het eiland Patmos op de dag des Heeren „in den geest” is. „Openbaring is het Bijbelboek waarin het over de toekomst van de Heere gaat. Dat juist dát Bijbelboek begint met de dag des Heeren, laat zien hoe belangrijk het is dat ook door ons Gods dag onderhouden wordt. Dan zal de Heere Zich niet onbetuigd laten.”
„De dag des Heeren moeten we niet koud gedenken, maar omhelzen” - Prof. dr. W.J. op ’t Hof, predikant
Rust
Ds. B.J. van Boven, predikant in de gereformeerde gemeente te De Valk-Wekerom, spreekt vanuit Zondag 38 van de Heidelbergse Catechismus over een benodigde, geschonken en eeuwige rust. Als Gods Geest gaat werken, komt een zondaar in heilige onrust terecht, aldus de predikant. „De ware rustplaats is alleen te vinden aan de voeten van de Rustaanbrenger.”
Over die rust mediteert ds. Op ’t Hof eveneens. „De sabbat is de rustdag. In de wereld en ook in de kerk is voor Gods kinderen op aarde de rust niet te vinden. Maar het boek Openbaring eindigt met de beschrijving van het nieuwe Jeruzalem. In de hemel zal Gods volk niet stilzitten, maar op ontspannen wijze God loven. Dat is de eeuwige rust die voor hen is weggelegd.”