Nuchterheid én waakzaamheid geboden als reactie op terreur
Het is al vaak gezegd: 100 procent beveiliging tegen terroristische aanslagen is onmogelijk. De brute moord dinsdagochtend op de 86-jarige priester Jacques Hamel in het Noord-Franse dorp Saint-Etienne-du-Rouvray, vlak bij Rouen, levert opnieuw het treurige bewijs. Terwijl de mis aan de gang was, drongen twee terroristen de kerk binnen, gijzelden de aanwezigen, dwongen de priester te knielen voor het altaar en sneden vervolgens zijn keel door, onder het uitspreken van een islamitisch gebed. Gruwelijker en vernederender kan bijna niet.
Wat betekent deze laffe terreurdaad voor kerken in Nederland? Moeten zij allemaal hun gebouwen tot in het absurde gaan beveiligen? Moeten de deuren voortaan op slot tijdens de dienst? Moeten er buiten camera’s worden opgehangen, die elke bezoeker registreren? Moet er permanent politie aanwezig zijn om de veiligheid te garanderen? Begrijpelijk dat deze vragen, opnieuw, rijzen.
Kerken zijn naar hun aard openbare gebouwen. In letterlijke, maar ook in figuurlijke zin. Het behoren plaatsen te zijn waar mensen, wie ze ook zijn en waar ze ook vandaan komen, zich veilig moeten kunnen voelen. De aanslag van dinsdag maakt aan die gedachte een wreed einde. Op een plek en een tijdstip dat niemand het verwachtte, sloegen IS-aanhangers bruut toe. Opmerkelijk overigens dat het dagelijkse Bijbelleesrooster dat de Rooms-Katholieke Kerk wereldwijd verspreidt, dinsdag een tekst uit Jeremia 14 bevatte. In de Canisiusvertaling: „Zelfs profeten en priesters worden weggesleept naar een onbekend land.”
Hoewel het een begrijpelijke reactie zou zijn, is het niet verstandig om van kerken, en andere openbare gebouwen, zwaar beveiligde bastions te maken. Daarmee zou worden toegegeven aan de angst die IS-terroristen bewust proberen te creëren onder de bevolking. Daarnaast kan geen enkele vorm van beveiliging een zorgvuldig voorbereide en geraffineerde aanslag altijd voorkomen. Het is niet gewenst dat burgers met een gevoel van veiligheid rondlopen dat op elk moment en op elke plaats een zeepbel kan blijken te zijn.
Het dreigingsniveau voor ons land is al geruime tijd substantieel, weten we van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Daar is geen enkele locatie van uitgezonderd. Dus ook kerken en synagogen niet. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat er aanslagen tegen religieuze instellingen in ons land worden beraamd. Maar die uitspraak blijft een momentopname. Wat vandaag geldt, kan morgen achterhaald zijn. Dat is een angstig, tegelijk realistisch scenario, waar we terdege mee te rekenen hebben.
Hét antwoord op terreur bestaat niet. Ook niet omdat aanslagen onderling te verschillend zijn. Dat laat de afgelopen tijd zien. De daders kunnen overduidelijk IS-aanhangers zijn, die in naam van Allah dood en verderf zaaien, maar ook psychisch gestoorde eenlingen. Soms worden deze ”lone wolves” wel geïnspireerd door bloederige beelden van terreuraanslagen, maar met de islam hebben ze niets te maken. Nuchterheid én waakzaamheid blijft in alle gevallen geboden. Dat geldt voor de overheid, voor veiligheidsdiensten en voor individuele burgers.