Zelfs de lokale bevolking toonde zich verbaasd over het optreden van de gewapende Hamasleden, die op motoren ongehinderd door de straten konden rijden. Het laat zien dat de Palestijnse terreurbeweging nog zeker niet verslagen is. Dat blijkt ook uit het feit dat er nog vrijwel dagelijks Israëlische militairen in de Gazastrook sneuvelen.

Maar belangrijker nog: dit voorval toont opnieuw aan dat het met de verdeling van voedsel en andere humanitaire hulp in de Gazastrook bijzonder slecht gesteld is. Ook afgelopen zaterdag berichtten de Verenigde Naties dat een konvooi van 109 voertuigen aan plunderaars ten prooi was gevallen. De inhoud van 98 vrachtwagens zou daardoor niet op de plaats van bestemming zijn beland.

Overigens waren er de afgelopen maanden ook regelmatig berichten dat Hamas zelf bij die berovingen was betrokken. Het is dan ook opmerkelijk dat de terreurbeweging zo hardhandig optrad tegen plunderaars.

Het plaatst ook de vele aantijgingen aan het adres van Israël –opnieuw– in een ander daglicht. Jeruzalem krijgt al sinds het begin van de oorlog tegen Hamas het verwijt dat het te weinig hulpgoederen in de Gazastrook toelaat. Mensenrechtenorganisaties beschuldigden de Joodse staat er ook onlangs weer van honger als wapen in te zetten in zijn pogingen om de Palestijnse terreurbeweging te verslaan en de laatste bolwerken van verzet uit te roeien. Diverse keren werd het afgelopen jaar de noodklok geluid wegens een dreigende hongersnood.

Aan de aanvoer van hulpgoederen ligt het echter niet. Vrijwel dagelijks passeren tientallen vrachtwagens met humanitaire hulp de grens tussen Israël en de Gazastrook. Dat zou normaal gesproken ruim voldoende moeten zijn om de bevolking van eerste levensbehoeften te voorzien.

Het zijn echter de Palestijnen zelf die een eerlijke verdeling van goederen verhinderen, zodra die hulp de grens is gepasseerd. Maar daar klinkt wereldwijd nauwelijks kritiek op. Evenmin op het feit dat Hamasterroristen plunderaars klaarblijkelijk zonder pardon doodschieten.

Critici zeggen dat het Israëlische leger beter op de distributie moet toezien. Dat gebeurt op sommige plaatsen ook. Maar dat vormt evenmin een garantie dat plunderaars of een gewelddadige menigte de verdeling verhinderen. Als het dan misgaat, klinkt direct weer het verwijt dat Israël doelbewust humanitaire hulp blokkeert of zelfs noodlijdende mensen aanvalt.

Intussen staat ook voor de Gazanen de winter, met het bijbehorende regenseizoen, voor de deur. Dat vormt een nieuwe uitdaging, vooral voor de inwoners die door het geweld hun huis zijn kwijtgeraakt. En er is vooralsnog geen perspectief op een spoedig einde aan de oorlog.