ANTWERPEN. Een terroristische aanslag in de Stille Week, hoe ga je daarmee om als kerk? In het Belgische Antwerpen-Deurne zochten dinsdagavond leden van de plaatselijke christelijke gereformeerde kerk elkaar op om met elkaar te bidden, te zingen en uit de Bijbel te lezen.
Even na acht uur heet ds. A. Th. van Olst de ongeveer vijftien aanwezigen welkom. „We zijn geschokt door wat er in ons land is gebeurd”, zegt hij. „We kunnen eigenlijk alleen maar zwijgen. En als we spreken, laten we dan onze stem tot God richten. Waar kunnen we dat beter doen dan in de kerk?” In de minuten die volgen, is het stil. Ieders gedachten zijn bij de slachtoffers en hun nabestaanden. Een kuchje, een zucht, wat geluiden vanbuiten.
Dan verbreekt ds. Van Olst het stilzwijgen en leest Psalm 46 voor, waarin staat dat God een Toevlucht en Sterkte is, zelfs als de aarde van plaats wordt veranderd. „Ik laat het hier vanavond bij. Laat het Woord maar spreken.”
Opnieuw volgt stilte nadat er eerst een lied is gezongen. Dan gaat de predikant voor in gebed. Hij bidt voor de mensen die zwaargewond in het ziekenhuis liggen, voor hulpverleners, de regering, de bevolking.
Nadat het amen van ds. Van Olst amen spreken diverse gemeenteleden hardop een gebed uit. Een chirurg en een verpleegkundige uit de gemeente worden opgedragen. Beiden hebben die dag gevochten voor de levens van anderen en heftige dingen gezien. Een vrouw bidt voor de daders die niet omgekomen zijn en voor hun families. Ze vraagt niet om wraak, maar of de daarvoor verantwoordelijken bevrijd mogen worden van hun satanische denkbeelden. „Mogen ze U leren kennen door Uw Zoon, de Heere Jezus Christus”, klinkt het. Iemand bidt dat kinderen die nacht rustig mogen slapen. Een ander gebed spreekt van uitzien naar de wederkomst. „Juist op deze momenten verlangen we hier sterk naar.”
„Ik heb voor de Heere God het leed van mijn volk neergelegd”, zegt Herman Verellen (60) na afloop. Hij woont in Zoersel, op 20 kilometer afstand van Deurne. De Vlaming is vaste bezoeker van de Bijbelstudiekring die eens in de twee weken samenkomt. „De andere week is er bidstond, dan probeer ik er ook altijd te zijn.” Verellen vindt dat kerken zich moeten laten horen in de samenleving. „We zijn bang, en angst is een slechte raadgever. Het Evangelie geeft rust. Laten we van daaruit reageren.”
Lishe van Boekel (38) woont in het aan Deurne grenzende Borgerhout. Zij heeft gebeden om solidariteit tussen de bevolkingsgroepen. „Ik ben bang voor verdeeldheid”, zegt ze. „Soms bekruipt me de gedachte dat ons land in twee tegenovergestelde kampen is verdeeld en dat het kamp dat weinig van allochtonen moet hebben steeds groter wordt. Ik ben bang dat dit soort gebeurtenissen het sentiment alleen maar versterkt.” Van Boekel is blij dat ze naar de bidstond is gekomen. „Het is belangrijk om juist op zo’n moment als christelijke gemeente elkaar op te zoeken, om samen te bidden en stil te zijn voor God.”
Wat wil God met de aanslagen in België duidelijk maken? Met die vraag worstelt ds. K. Groeneveld. De emeritus predikant van de gemeente zegt dat God in de Bijbel Israël strafte vanwege zijn zonden en daarvoor vijanden inschakelde. „Begrijp me goed”, zegt hij. „Ik zet geen isgelijkteken. Maar het geeft me wel te denken. Het zou niet verkeerd zijn als kerken zich hierop eens gaan bezinnen.”
„Psalm 46 geeft houvast”, blikt ds. Van Olst terug. „Dat hebben wij op dit soort momenten hard nodig. De aanslagen grijpen enorm in. Iedereen merkt er wat van. Op straat zie je militairen. De kinderen kregen van school een brief mee en mochten tussen de middag niet thuis komen eten. Je vraagt je af of dit een opmaat is naar een nieuwe tijd.”
De predikant leest tijdens de bidstond tot slot 1 Petrus 2. „Daarin staat hoe wij als christenen moeten reageren: niet met wraak en haat, maar met liefde.”