Kerk & religie

Cijfers vertellen niet het hele verhaal

UTRECHT. De cijfers zijn nieuw, maar de trend is bekend. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) verloor in 2013 bijna 60.000 leden. De kerkelijkheid in Nederland neemt over de hele linie af, terwijl kerkelijke jongeren doorgaans orthodoxer denken dan ouderen, zo voegde een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) hier gisteren aan toe.

Wim van Egdom en Maarten Stolk
29 April 2014 11:57Gewijzigd op 16 March 2023 15:24
Doopvont in de hervormde kerk te De Rijp. Beeld RD, Henk Visscher
Doopvont in de hervormde kerk te De Rijp. Beeld RD, Henk Visscher

Wie de cijfers van de Protestantse Kerk en het SCP-rapport over de ontwikkelingen in kerkelijk Nederland naast elkaar legt, krijgt een goed beeld van wat er op dit moment statistisch gezien onder christenen in Nederland gebeurt.

In 1970 rekende nog ruim twee derde van de bevolking zich tot een kerkgenootschap, zo blijkt uit het rapport ”Geloven binnen en buiten verband”. In 1980 was dit de helft en in 2012 nog maar 30 procent. Het kerkbezoek nam eveneens rap af. Halverwege de jaren zestig ging de helft van de Nederlanders wekelijks naar de kerk; nu is dat nog maar 10 procent.

Je hoeft geen kenner te zijn om daaruit al direct te kunnen concluderen dat de ontwikkelingen niet positief zijn. De grootste protestantse kerk in Nederland krimpt snel. Het totale ledenaantal staat nog maar net boven de 2 miljoen. En dan hebben we het over de geregistreerde leden. In werkelijkheid is het aantal betrokken kerkleden vele malen lager.

De ontwikkelingen zijn negatief, maar ook bepaald niet nieuw. Wat dat betreft is het toch wel opvallend dat dit rapport van het SCP maandag alle kranten en zelfs het NOS-journaal haalde. De boodschap in de media is steeds dat de kerkelijke betrokkenheid en het aantal kerkleden afneemt, maar dat die trend niet wil zeggen dat mensen niet meer spiritueel zijn. Er wordt ook veel ‘geloofd’ buiten de kerken. Kerkelijke jongeren zijn volgens de onderzoekers vaak orthodoxer dan ouderen. Ze geloven traditioneler dan jongeren in vorige decennia deden.

Natuurlijk gaan sociologen meteen aan de slag om de cijfers te verklaren. Zo zou het gegeven dat jongeren rechter in de leer zijn, verklaard kunnen worden uit het feit dat we in een tijd van crisis leven. Dan zoeken mensen houvast, zo wordt gesteld.

Het loont de moeite om bij alle interpretaties nog eens wat in te zoomen op enkele cijfers van zowel de Protestantse Kerk als het SCP. Het feit bijvoorbeeld dat vorig jaar 7743 personen gedoopt werden in de Protestantse Kerk, van wie ruim 90 procent in het eerste levensjaar, laat zien dat een oude traditie zoals de kinderdoop nog steeds levend is. Het feit dat 4174 personen belijdenis aflegden van het geloof geeft aan dat er nog steeds mensen zijn die niet alleen openlijk voor hun overtuiging willen uitkomen, maar zich daarbij ook nadrukkelijk willen binden aan een instituut als de Protestantse Kerk. De aantallen gedoopten en mensen die belijdenis van het geloof afleggen liggen lager dan vroeger. Maar het is niet terecht om daaruit direct te concluderen dat tradities dood zijn en instituten er niet meer toe doen.

De scriba van de Protestantse Kerk, dr. A. J. Plaisier, reageert dinsdag op de website van de Protestantse Kerk op alle gepubliceerde onderzoeken en vooral op de geconstateerde trend dat jongeren „fundamentalistischer” geloven. „Ik probeer het anders te begrijpen”, aldus dr. Plaisier. „Veel jongere christenen geloven in God. Ze aanvaarden dat God de Schepper is en dat Hij de Verlosser is. Dat het kwaad een realiteit is. Dat menselijk leven bungelt tussen verlossing en verlorenheid. Dat de weg naar het eeuwige leven openstaat voor iedereen maar dat je die weg ook kan missen. De hele vraag of dat nu allemaal wel kan, is voor hen misschien wel passé. Er is zoiets als wat C. S. Lewis ooit „mere christianity” noemde, en wat vertaald is met „onversneden christendom.” Dat aanvaard je of je doet het niet.”

Volgens de scriba is het best mogelijk dat er „hardgebakken vormen van fundamentalisme” zijn, ook onder jonge christenen. Hij vindt het echter te „simplistisch” om de trend onder kerkelijke jongeren in zijn geheel fundamentalistisch te noemen. „Hoe dit ook allemaal zij, duidelijk is dat horen bij een kerkelijke gemeenschap iets is van een kleiner geworden minderheid. Tien procent. Zo ongeveer wisten we dat al. Natuurlijk trek ik me dat aan en met mij vele anderen. Het zit me zelfs dwars. Tegelijk voel ik er niets voor om er alleen maar over te kniezen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer