Opinie
Oogst Arabische lente: politieke strijd in Egypte, oorlog en chaos in Syrië

Zowel in Egypte als in Syrië is de Arabische lente blijven steken. In Egypte beperkt de strijd zich tot het politieke toneel, maar Syrië is vervallen in totale oorlog en chaos, schrijft Martin Janssen.

Verwoeste gebouwen in het Syrische Azaz in de provincie Aleppo. Foto EPA
Verwoeste gebouwen in het Syrische Azaz in de provincie Aleppo. Foto EPA

Het loont de moeite om de recente ontwikkelingen in de twee belangrijkste Arabische staten, Egypte en Syrië, met elkaar te vergelijken. In Egypte kwam een substantieel deel van de bevolking in januari 2011 in opstand tegen haar langzittende president Hosni Mubarak. Het verraste Westen eiste reeds snel het aftreden van Mubarak, die plotseling een dictator werd genoemd. Dat was hij ongetwijfeld, maar het Westen had met deze dictator wel decennialang goede zaken gedaan. Bovendien ontwikkelde Egypte onder Mubaraks leiding zich tot de belangrijkste westerse regionale bondgenoot die garant stond voor stabiliteit.

Met het snelle vertrek van Mubarak eindigde de eerste fase van de revolutie. Daarna barstte de politieke strijd om de macht los. Zoals verwacht werd deze gewonnen door de goed georganiseerde islamitische partijen. Toen president Morsi zichzelf vorige maand verstrekkende volmachten gaf, leken de Egyptische moslimbroeders hun hand overspeeld te hebben. Dat zou ook verklaren waarom president Morsi de verklaring na een aantal dagen weer introk.

De belangrijkste reden voor het laatste was echter dat Morsi en zijn Partij voor Vrijheid en Gerechtigheid hun doelstelling bereikt hadden. Het Egyptische constitutioneel hof zou zich namelijk op 1 december uitspreken over de legitimiteit van de speciale commissie die een nieuwe grondwet voorbereidde. Algemeen werd verwacht dat het hof de ontbinding van deze commissie zou gebieden. Door zijn constitutionele verklaring zette Morsi dit hof buitenspel en in ijltempo werd de nieuwe ontwerpconstitutie voltooid, die veel meer shariagericht is dan de oude grondwet.

De weerstand hiertegen bleek verrassend groot en wijdverspreid. Het belangrijkste verschil met januari 2011 is echter dat de oppositie dit keer geen steun hoeft te verwachten van het Westen en het leger. De werkelijk democratische krachten in Egypte staan er daarom alleen voor en Egypte zal het toneel worden van langdurige politieke turbulentie.

De nieuwe grondwet bepaalt dat het Egyptische parlement geen enkele controle krijgt over het budget van het leger, dat tevens zijn eigen buitenlandse politiek mag blijven voeren. Dat laatste zal waarschijnlijk voorkomen dat Egypte het vredesverdrag met Israël zal opzeggen. Dat stelt het Westen gerust en garandeert de legertop dat de westerse geldstromen blijven vloeien. Het Egyptische leger ontvangt namelijk jaarlijks voor 1,3 miljard dollar aan Amerikaanse militaire en financiële steun.

Apocalyptische scenario’s

Heel anders ontwikkelt de situatie zich in Syrië. Ook hier brak begin 2011 maatschappelijke onrust uit. Anders dan Mubarak werd diens Syrische collega Assad door het Westen gezien als een notoire onruststoker. Zijn vertrek was dus uiterst welkom. In tegenstelling tot Egypte had Washington echter geen enkele invloed op de Syrische legertop, die militair en financieel vooral door Moskou wordt gesteund.

Het ingewikkelde religieuze en etnische maatschappelijke mozaïek in Syrië weerspiegelt zich bovendien in de samenstelling van het Syrische leger, dat wél bereid bleek voor hun president te vechten. Lange tijd bleef er nog een politieke oplossing mogelijk, maar zowel de westerse fixatie op het ten val brengen van Assad als de halsstarrigheid van het Syrische regime verhindert dit. Het Syrische regime op zijn beurt voelde zich gesterkt door de onvoorwaardelijke steun van Iran, Rusland en China.

Anders dan in Egypte is in Syrië de eerste fase van de revolutie nog niet voorbij. De kans dat er een tweede fase volgt, wordt met de dag onwaarschijnlijker. Syrië wordt momenteel totaal verwoest door een huiveringwekkende oorlog en slechts wapens zullen de uitkomst van dit conflict bepalen.

De VS hebben nu de aan al-Qaida gelieerde Jabhat al-Nusra op de lijst van terroristische organisaties gezet, wat een impliciete erkenning is van de enorme invloed van deze groepering binnen Syrië. En dat de Syrische oppositie dit besluit bijna voltallig fel afkeurde, maakt duidelijk hoe moeilijk het voor het Westen is om in Syrië het kaf der extremisten van het koren der gematigden en seculieren te scheiden.

Syrië lijkt steeds meer op een herhaling van het Afghaanse drama en ontwikkelt zich richting een jihadistische staat, met alle hieruit voortvloeiende gevaren voor de veiligheid van de buurlanden én Europa. Het is bekend dat er op meer dan vijftig lokaties in Syrië grote hoeveelheden chemische en biologische wapens liggen opgeslagen. Anders dan in Egypte, waar de steeds grimmigere strijd zich tenminste nog afspeelt binnen de politieke arena, kunnen momenteel in Syrië de meest surrealistische en zelfs apocalyptische scenario’s niet worden uitgesloten, omdat niemand meer de regie over de gebeurtenissen lijkt te hebben.

De auteur is correspondent voor deze krant en woont momenteel in Jordanië.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer