Wat er verder ook in Rusland gebeurt, één ding is duidelijk: het wordt nooit meer zoals het was. Ook tot de eigen bevolking is nu doorgedrongen dat Poetins partij Verenigd Rusland alleen maar een meerderheid krijgt door met de stemmen te sjoemelen.
Alles lijkt erop dat de bevolking dit niet langer pikt. Na de parlementsverkiezingen op 4 december zijn er tienduizenden de straat op gegaan om tegen de (soms vrij openlijke) stembusfraude te protesteren.
Tot nu toe was het vooral het buitenland dat de legitimiteit van de verkiezingen in twijfel trok. Maar, met alle respect, dat had soms ook iets van een ritueel. Je had dan verkiezingen, vervolgens kwam er iemand van de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) op het scherm die wat afkeurende woorden sprak, en dan trok de karavaan verder. In Rusland zelf vernamen de meeste mensen hier niets van. De televisie is daar de belangrijkste nieuwsbron, en juist die is op de hand van Poetin.
Aanvankelijk was er ook onder de demonstranten onzekerheid hoeveel ruimte ze zouden krijgen om daadwerkelijk te demonstreren. In Rusland moet je voor elke betoging een vergunning hebben. Onder het mom van de eigen veiligheid. De aanvragen voor zulke vergunningen bieden een autocratisch regime natuurlijk de mogelijkheid om de oppositie in toom te houden.
Het is opvallend dat dit uiteindelijk niet grootschalig is gebeurd. Wel werden er veel bekende leidinggevende betogers opgepakt en voor korte tijd gevangengezet. Dat is beslist kinderachtig, maar uiteindelijk niet effectief tegen de kracht van het volk.
Inmiddels heeft president Medvedev politieke hervormingen aangekondigd. Zo moet het makkelijker worden om een politieke partij te registreren. Ook het tegenwerken van de registratie van een nieuwe partij is een manier van de zittende partij om nieuwe spelers buiten het veld te houden. Hetzelfde geldt voor het verhogen van de kiesdrempel van 5 naar 7 procent.
Nu is het Kremlin een gesloten blok, dus niemand weet precies wat de motieven van president Medvedev en premier Poetin zijn. Op de pleinen van de grote Russische steden zijn de feiten echter duidelijk: er is meer ruimte voor protest. Uit de ervaringen in andere landen waar autocratische regimes zijn verjaagd –denk vooral aan Georgië in 2003 en Oekraïne in 2004– is het duidelijk dat deze nieuwe ruimte veel aarzelende mensen nieuwe moed geeft. Ook werkgevers zullen hun arbeiders minder snel onder druk zetten om op Poetin te stemmen.
Deze ontwikkeling in Rusland zouden op zich al belangwekkend zijn, maar ze winnen aan actualiteit vanwege de presidentsverkiezingen begin maart. Premier Poetin wil dan opnieuw president worden (hij was dit al twee termijnen tussen 2000 en 2008). Tot nu toe heeft hij nog geen echte tegenstanders, maar als zich iemand meldt, kan hij die nu niet meer echt tegenhouden. Tot voor kort leek dit ondenkbaar.
Intussen moeten we niet denken dat Rusland ineens een echte democratie wordt. Een democratie is ook meer dan alleen een gekozen regering. Het is vooral een bestuur dat zich richt op het dienen van het volk, door het recht te bevorderen en te voorkomen dat het land een roversnest wordt.
Door christelijke denkers is wel aangevoerd dat democratie een vorm van volkssoevereiniteit is. Dit zou op gespannen voet staan met de belijdenis dat de overheid Gods dienares is. Dit geluid klonk vroeger vaker dan vandaag. Een goede reden hiervoor kan zijn dat de ervaring leert dat basale noties van rechtvaardigheid in een democratie doorgaans beter functioneren dan in regimes waarin de overheid geen rekening hoeft te houden met tegenspraak.
Enkele simpele voorbeelden kunnen dit verduidelijken: in het Oude Testament worden de profeten meermalen naar het paleis gestuurd om de koning te bestraffen. Omkoopbare rechters zijn een gruwel.
Kom daar in Rusland eens om. Niet alleen de kerk, maar vooral ook de rechterlijke macht eet uit de hand van het Kremlin. En het volk, dat zucht. Of protesteert.
Reageren? buza@refdag.nl