De Russische verkiezingsuitslag illustreert dat het de gewone Rus vooral te doen is om de roebels in de eigen broekzak, betoogt dr. Marcel de Haas.
Bij de verkiezingen van zondag voor het Russische Lagerhuis, de Doema, heeft de regerende partij van Poetin en Medvedev een gevoelige nederlaag geleden (RD 5-12). Dat is goed nieuws voor het andere geluid in Rusland, maar verandert dit ook de machtsverhoudingen in Moskou?
Verenigd Rusland, de partij van president Medvedev en premier Poetin, had hoog ingezet. De machthebbers in het Kremlin hadden opdracht gegeven om een verkiezingsuitslag te bewerkstellingen met rond de 65 procent van de stemmen voor de machtspartij, net als in 2007 het geval was.
Een bekend beeld, dat herinneringen oproept aan de Sovjet-Unie: de politieke partij (toen de communisten) dicteert het ambtelijk apparaat wat de uitslag moet zijn. Evenals toen zijn de media grotendeels in handen van de club die regeert, slechts enkele kranten en internet bieden ruimte aan het oppositionele gedachtegoed.
De vergelijking met de Sovjettijd gaat niet alleen op voor de uitvoerende macht (regering) en de wetgevende macht (parlement), maar ook voor de rechtsprekende macht (rechters). Zo veroordeelden de rechters oliemagnaat en oppositioneel policitus Chodorkovski. Ook werkten zij bij de jongste verkiezingen de oppositie flink tegen.
Met deze machtsconcentratie rond de partij van Poetin en Medvedev had een forse verkiezingssteun voor Verenigd Rusland in het verschiet moeten liggen. Toch is dat niet gebeurd: de partij kreeg ‘slechts’ 50 procent van de stemmen, ruim 15 procent minder dan in 2007.
Waarom dit verlies? Laten we voor een antwoord op de vraag eerst eens kijken naar het politieke bestel. Verenigd Rusland heeft fors verloren, maar behoudt waarschijnlijk net haar meerderheid.
De andere drie partijen in de Doema hebben behoorlijk gewonnen. Maar die winst betekent nog geen politieke aardverschuiving, omdat er van daadwerkelijke oppositie geen sprake is. De Liberaal-Democratische Partij steunt doorgaans de machtspartij van het Kremlin. Dat geldt ook voor Rechtvaardig Rusland. De enige partij die enigszins oppositie biedt is de Communistische Partij.
Echte oppositiepartijen, partijen die opkomen voor mensenrechten en democratie, zoals Jabloko, zijn opnieuw niet vertegenwoordigd in de Doema. Kortom,Verenigd Rusland heeft weliswaar een gevoelige nederlaag geleden, maar kan met steun van andere pro-Kremlinpartijen nog steeds als ‘stempelapparaat’ voor de machthebbers dienen. In die zin valt er nog weinig te juichen over het democratische gehalte van Rusland.
Vervolgens moeten we bezien waarom Verenigd Rusland ondanks alle inspanningen van media, ambtenaren, politie en rechters toch een zware klap te verduren heeft gehad. Dat heeft helaas niet te maken met een hang naar meer democratie. De gemiddelde Rus is doorgaans niet geïnteresseerd in democratie en mensenrechten, maar kijkt vooral naar zijn eigen portemonnee. En die geldbuidel is nu juist wat in het geding is.
Ook Rusland heeft te kampen met de gevolgen van de financiële crisis. En als dan de rijken toch nog rijker worden en corruptie welig tiert en de gewone man daardoor zijn besteedbaar inkomen ziet dalen, roept dat ontevredenheid op.
Medvedev heeft weliswaar frequent gezegd dat hij corruptie wil bestrijden en de economie wil moderniseren, maar roepen is wat anders dan doen. En Poetin propageert steeds consolidatie van het machtssysteem, wat stabiliteit moet geven. Helder is dat beiden slechts voortzetting van de huidige structuren beogen met één partij die de dienst uitmaakt en die aan haar aanhangers voordeeltjes geeft, net als destijds in de Sovjet-Unie het geval was.
In september hebben de heren op een partijbijeenkomst bekendgemaakt dat ze in maart 2012 de rollen omdraaien, met Poetin als president en Medvedev als premier. Zo gemakkelijk kan dat gaan in een land dat zich toch laat voorstaan op zijn democratisch staatsbestel.
Deze verkiezingsuitslag betekent dat grote delen van de Russische bevolking hier nu genoeg van hebben. Ze wensen zelf ook wat in de politieke melk te brokkelen te hebben en willen een daadwerkelijke bestrijding van corruptie, een eerlijkere welvaartsverdeling en een drastische modernisering van de economie. Daarvan is deze verkiezingsuitslag een duidelijk signaal.
Biedt dit verkiezingsresultaat nu een vooruitzicht op een omvorming naar een rechtstaat naar westers model? Jammer genoeg (nog) niet. De Russen hebben hun onvrede getoond, maar dit vanwege de roebels in hun broekzak, niet vanwege tekortkomingen inzake mensenrechten en democratie. Die belangen zijn hun grotendeels vreemd.
Het lijdt geen twijfel dat Poetin in maart 2012 voor waarschijnlijk twaalf jaar zijn greep op Rusland prolongeert. Zolang Iwan Modaal meer belang hecht aan zijn geld dan aan zijn democratische vrijheden, blijven de huidige machthebbers in alle rust op het pluche zitten.
De auteur is Ruslandkundige en verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, Instituut Clingendael en de Koninklijke Militaire School in Brussel.