DEN HAAG – Het is al jaren duidelijk dat de jonge Angolese asielzoeker Mauro Manuel terug moet naar het land van herkomst. Waarom debatteerde de Kamer er dan donderdag vele uren over?
Mauro kwam acht jaar geleden als een alleenstaande minderjarige asielzoeker naar Nederland. Zijn familie dacht dat de grenzen van ons land wijd openstonden voor deze groep jongeren.
Maar de gedachte van Mauro’s familie klopte niet. Nederland verleende in de jaren negentig wel ruimhartig verblijfsvergunningen aan kinderen die zonder hun ouders in ons land aankwamen, maar toenmalige staatssecretaris van Justitie Cohen –op dit moment fractievoorzitter van de PvdA in de Tweede Kamer– trof in 2000 maatregelen om een eind aan te maken aan de toestroom van alleenstaande minderjarige asielzoekers.
Op grond daarvan kreeg Mauro op 21 februari 2007 een onherroepelijke afwijzing van zijn asielaanvraag. Oud-staatssecretaris Albayrak van Justitie –op dit moment vicefractievoorzitter van de PvdA in de Tweede Kamer– bevestigde dat in 2009 nog eens. Op zijn minst opmerkelijk dat de PvdA nu schande spreekt van het besluit van minister Leers voor Immigratie en Asiel om Mauro terug te sturen, terwijl hij niets anders doet dan beleid van PvdA-bewindslieden voortzetten.
Maar ook de CDA-fractie heeft boter op het hoofd. Mauro kreeg de afgelopen zomer veel aandacht in de media, omdat hij in een persoonlijke brief aan minister Leers vroeg te mogen blijven. De CDA-fractie, die geraakt was door het schrijven, steunde toen een verzoek van de oppositiefracties om de kwestie nog eens te bezien. Daarmee werden bij Mauro verwachtingen gewekt die niet reëel waren. Bovendien is het de vraag of de Kamer zich bezig moet houden met individuele gevallen.
Toen lag de bal weer bij Leers. Hij beloofde –weliswaar onder protest– te zullen zoeken naar een oplossing. Dat was echter tegen het zere been van de PVV. Die vindt dat Mauro terug moet, omdat hij nooit heeft voldaan aan de eisen voor een verblijfsvergunning. Hij had ook in Angola opgevangen kunnen worden. Ook heeft hij tijdens zijn toelatingsprocedure onjuiste verklaringen afgelegd en is Mauro enige tijd illegaal in ons geweest.
Deze week kwam Leers met zijn besluit dat Mauro toch terug moet. Ongetwijfeld voelde hij de hete adem van de PVV in zijn nek. Enkele weken geleden gaf de bewindsman in CDV, het blad van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA een interview waarin hij stelde dat immigranten een verrijking van de samenleving zijn. Een gesprek tussen Wilders en Leers was nodig om de klokken gelijk te zetten.
In die zin heeft de linkse oppositie gelijk dat de PVV het beleid dicteert. Als Leers het alleen voor het zeggen had, was hij mogelijk wel bereid om een uitzondering te maken voor de groep jonge asielzoekers die al vele jaren in Nederland verblijft. Het zou gaan om enkele tientallen jongeren die in een vergelijkbare situatie verkeren als Mauro. PvdA en ChristenUnie pleiten voor een algemene regel voor deze gevallen.
Leers maakte enkele maanden geleden ook al een uitzondering voor meisjes die in Nederland zo westers zijn geworden dat ze in Afghanistan gevaar lopen. Daar kon eerder dit jaar Sahar, een 14-jarige gymnasiumscholiere uit Friesland die al tien jaar in Nederland verblijft, gebruik van maken. Maar er blijft wel een verschil tussen Afghanistan en Angola. Laatstgenoemde land is veilig voor een jongen van achttien. Dat kan niet gezegd worden van Afghanistan voor een verwesterd meisje van veertien.
Resteert de vraag: Waarom spreekt de Tweede Kamer zo uitvoerig over zo’n individueel geval? Dat komt doordat het parlement niet het lef heeft om vast te houden aan de vuistregel dat de Tweede Kamer wetten maakt en niet over individuele gevallen beslist. Dat is een van de uitgangspunten van de rechtsstaat waarin wetgevende, rechterlijke en uitvoerende macht gescheiden zijn. De Tweede Kamer mag niet op de stoel van de regering gaan zitten.