Kerk & religie
Het verlies van Leeuwarden

De protestantse gemeente in Leeuwarden neemt noodgedwongen afscheid van vier kerkgebouwen. Zelfs de wetenschap dat de kleine luiden al hun zuurverdiende spaargeld in deze godshuizen staken, kan hier niets aan veranderen.

Jan van Reenen
De grote kerk in Leeuwarden blijft behouden voor de eredienst. Foto RD
De grote kerk in Leeuwarden blijft behouden voor de eredienst. Foto RD

De definitieve beslissing viel op 8 juni. Volgend jaar gaan vier van de zeven protestantse kerken in Leeuwarden dicht. De algemene kerkenraad van de protestantse gemeente (in wording) besloot om de Adelaarkerk, de Fenix, de Koepelkerk en de Pelikaankerk af te stoten. De zeven wijkgemeenten gaan verder met de Grote Kerk, de Schakel en de Open Hof.

Het is hard gegaan in de Friese hoofdstad. In 2001 telde de inmiddels gefedereerde gemeente in totaal meer dan 8000 leden, nu zijn het er minder dan 6000. Nadat in de laatste halve eeuw al verschillende Leeuwarder kerken hun deuren sloten, sloegen de kerkrentmeesters in 2005 alarm met de mededeling dat er opnieuw gebouwen dicht zouden moeten. Onder het motto ”Op koers komen” bracht de algemene kerkenraad in 2008 het plan om drie kerken te sluiten. Hierop kwam echter veel kritiek, waarop hij de plannen in de ijskast zette.

Herfst vorig jaar opperden de kerkbestuurders een nieuw plan: vier kerken sluiten in plaats van drie. In het voorjaar leidde dit tot een besluit over de gebouwen die open zullen blijven. Ook tegen dit besluit rees veel verzet. De algemene kerkenraad ontving in totaal 58 brieven van gemeente­leden. Tijdens bijeenkomsten voor gemeenteleden over de voorgenomen sluiting verlieten sommigen voortijdig de zaal.

Een van de bezwaarmakers is A. Ploegstra, van huis uit gereformeerd. Hij begrijpt dat er ingeleverd moet worden, maar het is hem een raadsel waarom de gemeente juist alle gereformeerde kerken afstoot. „Ze zijn opgebouwd door de kleine luiden die voor de ”lytse tsjerke” (gereformeerde kerken, JvR) al hun spaargeld opofferden. Ik voel me met alle vezels verbonden met deze kleine luiden. Het geld dat heit en mem offerden voor de kerk zie ik nóg liggen op de schoorsteenmantel. Ik weet nog dat er vier gereformeerde predikanten in West waren en vier in Oost. In de Koepelkerk werden op zondag dubbele diensten gehouden, ’s morgens twee en ’s middags twee. Het doet me vreselijk veel pijn dat de gereformeerde kerken zo ter ziele gaan.”

Ploegstra vraagt zich verder af waarom de monumentale Koepelkerk en de Pelikaankerk, twee prachtige kerken, dichtgaan. „De Open Hof heeft veel minder allure en moet voor minstens 100.000 euro verbouwd worden.” Zowel de Koepelkerk als de Pelikaankerk kan naar zijn mening met veel minder kosten in orde gemaakt worden. De oud-ouderling had graag gezien dat een commissie alles nog eens zou bekijken, maar die kwam er niet. Relativerend: „Gods kerk blijft in Leeuwarden, hoe dan ook.”

Volgens H. Drewel, voorzitter van de algemene kerkenraad en ouderling met een bijzondere opdracht, is de besluitvorming rond de kerksluiting „zeer zorgvuldig” geweest. „De gekozen oplossing is de beste voor de lange termijn”, zegt hij. „We moeten de zaak nu goed oplossen.”

Het college van kerkrentmeesters presenteerde vijf financieel verantwoorde opties, waarna deze in de algemene kerkenraad in stemming zijn gebracht. „De stemmingsprocedure is zeer zorgvuldig geweest”, benadrukt Drewel. „Eerst hebben we, schriftelijk, de minst geliefde combinatie laten afvallen. Daarna stemde men telkens over de overgebleven mogelijkheden, totdat er één combinatie overbleef. Ten slotte kwam ook deze in stemming: voor of tegen. Er was geen tweederdemeerderheid voor. Twee dagen later werd het proces herhaald en volgde een nieuwe stemming. Toen kwam er een andere combinatie uit de bus, waarmee 80 procent van de aanwezigen akkoord ging. Elke combinatie zou in de gemeente op veel weerstand gestuit zijn.”

Op 8 juni werd het besluit definitief. Van de 34 aanwezigen stemden er 12 tegen en 22 voor, een ruime meerderheid. Drewel: „Het doet mij pijn als mensen zeggen dat er is gesjoemeld met de stemming.”

Waarom zijn er geen gereformeerde kerkgebouwen behouden?

„Dat is geen criterium geweest en het is tijdens al die vergaderingen door niemand zo benoemd. Ik ben zelf van gereformeerde afkomst en het doet mij ook pijn. We moeten echter niet naar het verleden kijken maar naar de toekomst. De tijd van vroeger komt niet meer terug.”

Er is ook niet gekozen voor een historisch kerkgebouw.

„De vergadering heeft beslist. Het lijkt wel mooi om een monumentaal kerkgebouw als de Koepelkerk te behouden, maar die is in onderhoud duurder dan de Open Hof. Het is waar dat we ettelijke honderdduizenden uitgeven aan de Open Hof. Dat is nodig om de kerk voor een langere tijd geschikt te maken voor een grote groep mensen. De Open Hof brengt echter meer op dan de Koepelkerk of de Pelikaankerk, omdat de zalen gemakkelijk te verhuren zijn.”

Hoe bent u hier persoonlijk bij betrokken?

„Ik kerkte in de Fenix en moet zelf ook ergens anders gaan kerken. Ik heb thuis nog wat uit te leggen. Maar laten we onthouden dat het niet gaat om een gebouw, het gaat om de verkondiging van het Woord en om de gemeenschap. We moeten niet in een kramp blijven steken, maar proberen om levende brieven van Christus te zijn.”


„Ik zal huilen als de kerk sluit”

Gerrit Fokkema kwam ter wereld in 1923, het jaar waarin de Koepelkerk in Leeuwarden werd gebouwd. Hij heeft er vanaf zijn vierde jaar gekerkt. „Ik zal huilen als deze kerk volgend jaar dichtgaat en velen met mij”, zegt de 87-jarige Fries.

In het straatbeeld valt de monumentale kerk niet zo op, ingebouwd als zij is tussen de huizen aan de rand van het centrum van Leeuwarden. Maar binnen is de aanblik overweldigend. „Het is een gereformeerde kathedraal”, zegt Fokkema, niet zonder trots.

De ruim duizend zitplaatsen staan in een halve cirkel gegroepeerd rond de kansel, zodat de kerkgangers allemaal zicht hebben op de preekstoel en op elkaar. Drie grote galerijen versterken de indruk van massaliteit. Reusachtige roosvensters zorgen voor voldoende licht. Het gebouw heeft een vijfhoekige koepel en wordt daarom de Koepelkerk genoemd.

In vroeger tijd zat de kerk op zondag regelmatig stampvol. Fokkema heeft, toen hij jong was, wel op de trap van de preekstoel gezeten tijdens een kerkdienst. In de jaren vijftig en zestig werden er dubbele diensten gehouden.

Een bord bij de ingang vermeldt de tijden. De oud-verzetsstrijder heeft een emotionele band met het gebouw. „Mijn leven ligt in deze kerk. Hierin werden mijn jongere broers en zussen gedoopt, hier heb ik catechese ontvangen en belijdenis gedaan. Hier ben ik getrouwd, zijn mijn kinderen gedoopt en van hieruit vond de begrafenis van mijn eerste vrouw plaats. En hier heb ik als ouderling anderen gediend en zegen ontvangen.”

Hij loopt naar de voorste bank aan de rechterkant, waar hij vroeger met zijn ouders zat en waar hij nu met zijn tweede vrouw de dienst volgt. „Achter mij zit in dit gedeelte niemand”, vertelt hij. Even blijft het stil, dan zegt hij: „Vroeger liepen er op zondag rijen mensen naar de kerk en was het hier vol. Het ergste is dat mensen de kerk de rug toekeren.”

Hij vervolgt, peinzend: „Misschien hebben we zelf ook wel schuld. Mijn kinderen gaan niet allemaal meer naar de kerk. Dat doet pijn.”

Fokkema weet wel dat God niet gebonden is aan de Koepelkerk en dat hij ook wel geloven kan in de Open Hof, maar dat is gemakkelijk gezegd. „Ik houd van deze kerk.” De sluiting is voor hem geen reden om afscheid van de gemeente te nemen, behalve als de Koepelkerk dienst gaat doen als moskee.

Boos is hij niet. „Er moest iets gebeuren. Daarover was iedereen het wel eens. Het is geen boze opzet geweest dat er geen gereformeerde kerk is overgebleven. Maar pijn doet het wel.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer