Kerk & religieChristenvervolging
Schriftje van zendeling bracht ommekeer in het leven van Raju Adhikari uit Nepal

Hij woont in een land waar het hindoeïsme diepgeworteld en evangelisatie verboden is. Toch vindt Raju Adhikari (52) uit Nepal manieren om te getuigen van het christelijk geloof: door daden van barmhartigheid. De voormalige hindoe weet als geen ander hoe één ontmoeting met oprechte liefde levens kan veranderen.

Raju Adhikari, een voormalige hindoe, moest zich in het geheim laten dopen. beeld Bijzondere Noden
Raju Adhikari, een voormalige hindoe, moest zich in het geheim laten dopen. beeld Bijzondere Noden

Adhikari is verwonderd over de interesse in zijn levensverhaal. De directeur van Asal Chhimekee Nepal (De Goede Naaste) is in Nederland vanwege Nederlandse betrokkenheid bij het werk van zijn stichting, via diverse kerken en organisaties. „Ik had mij nooit voor kunnen stellen hoe ik hier mijn verhaal zou delen. Dat is allemaal door Gods genade. Terugblikkend zie ik het licht schijnen door de scheuren van mijn leven, hoe God toen al in mijn leven aan het werk was.”

De inmiddels 52-jarige Raju Adhikari kent een moeilijke jeugd. Geboren in India en opgegroeid in een hindoeïstische familie, verhuist hij op jonge leeftijd naar Pokhara in Nepal. Daar verliest hij zijn vader als hij slechts zes jaar oud is, waarna een zware periode volgt. Zijn moeder hertrouwt en verlaat het gezin, waardoor Adhikari bij zijn oma terechtkomt. Al snel stopt hij met school en uiteindelijk verlaat hij ook haar huis.

Dat betekent het begin van een zwervend bestaan, als 13-jarige. „Ik ging om met verkeerde vrienden. Ik begon flink te drinken en raakte zelfs aan de drugs: hasj, marihuana. Ik heb het allemaal geprobeerd. Dat was een eenzame tijd, puur gericht op overleven. We stalen ons kostje bij elkaar.”

„Samen met mijn vrienden roofde ik de tuin van de zendeling leeg, die vol lag met bloemkolen” - Raju Adhikari, directeur ACN

Het was juist in deze donkere periode dat u in contact kwam met christenen.

„Op een dag hadden mijn vrienden een schriftje bij zich. Dat hadden ze gekregen via een kerk uit de buurt. Daar had ik ook wel oren naar. Een paar dagen later bezochten we een Bijbelstudie van de kerk. Het gezin van de zendeling en veel andere jonge mensen bezochten de bijeenkomst. Ze zongen gezangen en soms sloten ze hun ogen en bogen het hoofd. Ik begreep er niets van.

De bijeenkomst maakte veel indruk op mij. Toch ging ik na afloop met mijn vrienden naar de tuin van de zendeling, die vol lag met bloemkolen. We hebben heel zijn tuin leeggeroofd en daar de volgende dag heerlijk van gegeten. Dit is hoe mijn reis in de kerk is begonnen. Later heb ik de zendeling om vergeving gevraagd.”

U bleef naar de kerk komen. Wat vond u daar?

„Tijdens een andere bijeenkomst van zendelingen toonde een vrouw oprecht interesse in mij. Ze stelde veel vragen, en ik verbaasde me: is er dan toch iemand die om me geeft? Die oprechte aandacht en liefde raakten me diep. Voor het eerst in lange tijd voelde ik me weer gewaardeerd, precies waar ik al die tijd naar verlangde.

„Haast elke dag arresteerde de politie christelijke leiders en bekeerlingen”, zegt Raju Adhikari over de tijd dat hij tot bekering kwam.

Om die reden bleef ik de diensten bezoeken. Op dat moment wist ik nog weinig van het christelijk geloof; vanbinnen was ik nog altijd hindoe. Zo geloofde ik bijvoorbeeld nog steeds in reïncarnatie: als ik in dit leven goed mijn best zou doen, dan zou mijn volgende leven hopelijk makkelijker voor mij worden.

Later legde een zendeling mij uit hoe Jezus naar deze aarde moest komen om te lijden en te sterven. En dat Hij weer is opgestaan, zodat wij mensen in Hem het leven kunnen ontvangen en weer in een goede verhouding met God kunnen komen. Daarna beleed ik al mijn zonden en mijn hart vulde zich met blijdschap.”

Hoe was het destijds om christen te zijn in Nepal?

„Op een dag vroeg mijn stiefvader of ik ook gedoopt was. Ik wist niet dat dat nodig was en ging terug naar de kerkleiders, maar die reageerden eerst terughoudend. Het was een tijd van hevige vervolging. Het hindoeïsme was de staatsreligie en de overheid trad op tegen alles wat daartegen inging. Haast elke dag arresteerde de politie christelijke leiders en bekeerlingen. Dat was een angstige tijd.

„Ik ben ’s nachts in de rivier gedoopt omdat het overdag te riskant was” - Raju Adhikari, directeur ACN

Toch was ik ervan overtuigd dat ik deze weg moest gaan en ik vertelde hen: Ik weet nog weinig van de Bijbel en van het christelijk geloof, maar ik ken Jezus. En ik ben bereid elk offer te brengen om Hem te volgen. Toen ben ik ’s nachts in de rivier gedoopt, samen met drie anderen uit de kleine gemeente, omdat het overdag te riskant was. Als mensen het opmerkten, zouden er problemen ontstaan. Bekeringen waren verboden, en als de politie het ontdekte, zouden ze ons arresteren. Daarom moesten we voor zonsopgang alweer uit het water zijn.”

U groeide op in een hindoefamilie. Hoe reageerde die op uw bekering?

„Mijn familieleden negeerden me en ik voelde mij afgewezen. We leven in een gemeenschapsgerichte cultuur, waarin tradities en hindoeïstische feesten een grote rol spelen. Mensen komen samen, bezoeken elkaar en voeren rituelen uit, zoals het aanbrengen van de tikka, de stip op het voorhoofd. Het dagelijks leven is hier zo sterk mee verweven dat het bijna onmogelijk is om je daarvan los te maken.

Ik kon niet langer bij mijn grootmoeder blijven wonen, dat zou haar tot schande worden. Zij nam een belangrijke plaats in binnen de gemeenschap en had veel contacten. In het hindoeïsme speelt het ontvangen van zegeningen een belangrijke rol en veel mensen vroegen haar om een zegen. Later is heel mijn familie christen geworden. Met name voor mijn grootmoeder was daar veel moed voor nodig.”

Organisatie

In de jaren 90 breekt er een volksopstand uit in Nepal, geleid door tegenstanders van de monarchie, die duurt tot in de jaren 2000. Het geweld kost aan duizenden mensen het leven, zegt de Nepalees. Ondanks alle tegenspoed groeit de kerk in Nepal flink. Adhikari: „We beseften dat we iets moesten doen voor de gemeenschap, want alles was ingestort: de samenleving, de economie, het werk en het toerisme.

We dachten veel na en reflecteerden vooral op het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Zo ontstond Asal Chhiminee Nepal (ACN), De Goede Naaste, in de stad Pokhara. We besloten dat de enige manier om contact te leggen met de lokale gemeenschap was door er actief naartoe te gaan. Met als doel een relatie op te bouwen tussen de lokale kerk en de gemeenschap, zodat zij de kerk ziet als een zegen voor de gemeenschap.”

Raju Adhikari leidt een vrouwenbijeenkomst in Nepal. beeld Bijzondere Noden

Hoe kan de kerk aanwezig zijn? Het is voor christenen in Nepal bij wet verboden om te evangeliseren.

„We mogen dat niet op een directe manier, nee. Maar wij kunnen als christenen wel op een andere manier het Evangelie verspreiden. ACN rust lokale kerken toe hoe ze een zoutend zout en een lichtend licht in hun gemeenschap kunnen zijn. We moedigen ze aan om in de noden van lokale bewoners te voorzien. Daarbij zijn we open over het feit dat we een christelijke organisatie zijn. Als iemand christen wil worden, is dat aan die persoon zelf; wij leggen niets op.

Neem mijn eigen leven. Dat er naar mij werd omgezien door evangelisten, maakte diepe indruk op mij. In de kerk ervoer ik hoop en liefde. Deze ervaring maakt mij ontzettend gepassioneerd om de kerk een plek in de lokale gemeenschap te geven.”

„De groei van het aantal christenen wekt weerstand op” - Raju Adhikari, directeur ACN

Op welke manier krijgt dat concreet vorm?

„In het begin was het echt zoeken. We zijn begonnen met een alfabetiseringsproject: ongeletterdheid was een groot probleem. We hebben toen met behulp van vrijwilligers uit lokale kerken cursussen opgezet. Vrouwen uit de gemeenschap kwamen naar de kerk en leerden lezen en schrijven. Uiteindelijk breidde dit werk zich steeds verder uit. Zo werkte de kerk steeds nauwer samen met de lokale inwoners.

Ook verlenen we via de kerken noodhulp na rampen, waar Nepal regelmatig mee te maken krijgt. Onlangs nog werd het land getroffen door zware overstromingen en aardverschuivingen, waarbij ruim 200 mensen zijn omgekomen. Het is met name sinds de aardbeving in 2015 dat we op deze manier hulp verlenen. We hebben bijgedragen aan de wederopbouw van scholen en ziekenhuizen en het levensonderhoud van mensen.

In het begin zijn de mensen vaak wantrouwend en denken ze dat christenen uit zijn op het bekeren van mensen. Het christendom wordt vaak nog gezien als een buitenlandse religie. Maar we maken altijd duidelijk dat we er voor iedereen zijn. Na verloop van tijd ontstaat er een goede verstandhouding en worden de lokale kerken gerespecteerd.”

Groei

De Nepalese kerk heeft in de afgelopen decennia een stormachtige groei doorgemaakt, zegt Adhikari. Van 1990 tot 2000 groeide de bevolking met zo’n 3 procent, terwijl het aantal christenen met 15 procent toenam. Voorheen was 95 procent van de bevolking hindoe, nu is dat 80 procent. In Pokhara, waar de Nepalees woont, zijn zestig kerken. In de regio gaat het om meer dan 150 kerken met in totaal zo’n 15.000 christenen.

Adhikari: „Het is weleens voorgekomen dat een compleet dorp overging tot het christendom. Een paar maanden terug was ik nog in zo’n dorp, dat vrij afgelegen lag. Het was ontzettend bijzonder om dat te zien; het leek wel een kleine hemel op aarde. Ik vroeg waarom ze christen waren geworden. Voorheen moesten ze allerlei offers brengen, dat ervoeren ze als een last. Het geloof in Jezus had hun vrijheid gebracht.”

Roept deze groei van het christendom geen weerstand op? Nepal blijft een hindoeland.

„Het merendeel van de Nepalese christenen is bekeerd vanuit het hindoeïsme. Voor hindoes betekent elke bekering daarom een verlies van hun aanhang. De groei van het aantal christenen wekt dan ook weerstand op. Er is sprake van stille onderdrukking: sociale uitsluiting, roddels, en soms kun je geen werk vinden.

Daarnaast vinden er incidenten tegen christenen plaats. Hoeveel vind ik moeilijk te zeggen, maar het aantal neemt zeker toe. Afgelopen jaar werd er in Dharan een kerk gebouwd in de nabijheid van een hindoetempel. Dat leidde tot een enorm protest van hindoes.

We merken duidelijk de invloed vanuit een groot buurland. Wanneer er daar vervolging plaatsvindt, heeft dat direct impact op Nepal. Over het algemeen zijn Nepalese hindoes niet zo vijandig, maar fundamentalistische groepen uit het buurland zorgen hier voor problemen. Vorig jaar kregen we in een van onze werkgebieden te maken met een vijandige groep, grotendeels afkomstig van over de grens. Ze vernielden de kerk, mishandelden de predikant en smeerden zijn gezicht zwart, als teken dat hij minderwaardig was.”

Stemt dat u bezorgd?

„Vervolging hoort bij de kerk. Hier in Nepal is die juist gegroeid door vervolging heen. Het is voor mij geen reden om op te geven waar we mee bezig zijn. We willen tot zegen blijven zijn voor Nepalese gemeenschappen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer