DEN HAAG (ANP) - Het kabinet schuift de hete aardappel van een besluit over de Nederlandse rol in Afghanistan voor zich uit. Een gepland overleg tussen de top van het kabinet en de meest betrokken ministers werd woensdag uitgesteld tot volgende week, als premier Balkenende weer terug is van de Olympische Winterspelen in Vancouver. De door de Tweede Kamer gestelde deadline van 1 maart komt daarmee steeds dichterbij.
Afgelopen dinsdag heerste er nog kortstondig optimisme, toen het kabinet het na bijna een maand praten eens was over een gezamenlijke reactie op het kritische Irakrapport van de commissie-Davids. Ministers waren opgelucht over het bereikte resultaat waar CDA, PvdA en ChristenUnie zich goed in konden vinden.
Maar die stemming was van korte duur. Toen dinsdagavond uitlekte dat de NAVO toch echt vraagt om een langer verblijf van Nederland in Uruzgan, waren vooral bij de PvdA de rapen gaar. De sociaaldemocraten zijn fel tegen een langere militaire aanwezigheid in Uruzgan, maar willen wel elders in Afghanistan een trainingsmissie gaan uitvoeren.
Bij CDA en ChristenUnie groeit ondertussen de ergernis over de positie van de PvdA-fractie. De sociaaldemocraten verdedigen zich door te stellen dat ze niets anders doen dan vasthouden aan het kabinetsbesluit van 2007 over terugtrekking uit Uruzgan. Een uurtje gezamenlijk discussiëren werd in die sfeer niet erg nuttig geacht, waarna het overleg over het weekend heen werd getild.
Ondertussen maakte het kabinet de brief van NAVO-chef Anders Fogh Rasmussen aan premier Balkenende openbaar. De Deen verzekert daarin dat een ander land in augustus de leidende militaire rol in Uruzgan kan overnemen. Die troepen kunnen dan samenwerken met Nederlanders, als die met trainers en een reconstructieteam langer in die Afghaanse provincie zouden blijven.
Ook vraagt Rasmussen of Nederland de F-16-gevechtsvliegtuigen kan blijven leveren. De F-16’s zijn gestationeerd in Kandahar in het zuiden en kunnen ingezet worden boven heel Afghanistan. Binnen de coalitie wordt voorzichtig gedacht aan een compromis waarin Nederlandse trainers juist daar in Kandahar, waar een groot ISAF-kamp is, aan de slag zouden kunnen met het opleiden van Afghaanse veiligheidsdiensten.