Graag wil hij veel weten, veel lezen, veel onderzoeken. Daarom heeft ds. A. A. Brugge, predikant van de gereformeerde gemeente te Scherpenisse, veel boeken. „Ik lees heel breed, van de moderne devotie en dr. A. de Reuver tot moderne theologie en Geert Mak, van Theologia Reformata tot Oude Paden. Maar als je breed leest, moet je wel kritisch kunnen lezen.”
In de pastorie te Scherpenisse staan de boeken op drie verdiepingen, in de studeerkamer, op de overloop, en op zolder. Honderdtwintig meter in totaal. Allemaal theologie, de rest niet meegerekend.
In de huiskamer, naast zijn stoel, ligt een hoopje lectuur waar hij juist in bezig is: de inaugurele rede van dr. W. J. Op ’t Hof, de nieuwe Saambinder, een vreselijk dik boek over Mao Zedong, een prekenboek van ds. G. van Reenen, en Elseviers Weekblad. „Je kunt nóg zo veel weten, en nóg zo veel lezen, als je het ene nodige er niet uit kunt opdiepen, dan ben je nog een klinkende schel gelijk.”
De liefde voor theologische boeken kreeg ds. Brugge in zijn jeugd niet mee. Hij groeide op in een randkerkelijk gezin. „Bij ons thuis was meer aandacht voor de beeldcultuur dan voor de woordcultuur. Maar toen de Heere in mijn leven kwam, kwam daar zo veel liefde voor het Woord in mee dat ik alle stichtelijke lectuur wilde lezen die ik maar te pakken kon krijgen. Het voelde alsof ik een grote achterstand moest inlopen. Allereerst de Bijbel natuurlijk. Als er één druppel liefde voor de waarheid in je hart valt, dan wordt het vleesgeworden Woord je alles. Alleen dat Woord kon geheel mijn hart innemen en verblijden. Sola scriptura! Daarnaast is er nog één ander boek dat de eeuwigheid verduurt. Het boek des levens des Lams. Als onze naam daarin geschreven staat, vallen alle aardse boeken weg.”
Keurig geordend staan ze op de planken, allemaal gerangschikt op naam van de auteur. Ds. Brugge wijst aan, één voor één, wat hem boeide, wat hem raakte: ”De droefheid naar God” van prof. Wisse: „Zeer leerzaam.” De ”Christenreis” van Bunyan: „Aangrijpend, indrukwekkend geschreven, over de reis van een mens door de tijd naar de eeuwigheid.”
Wat de predikant ook veel heeft gedaan was ”Geestelijke printen” van Witsius: „Een heldere toets over ware en valse genade.” Een boek dat hem eveneens nog steeds heugt, is: ”De geestelijke pelgrim” van ds. A. Vergunst. „Daarin ligt veel geestelijk onderwijs over het beginnend genadeleven verklaard.”
Veel betekenis hadden voor hem de catechismusverklaringen van ds. G. H. Kersten en van Justus Vermeer. „Die heeft de Heere willen gebruiken om me wat licht te geven over mijn levensweg.” Maar Van der Groe greep hem het meest van alles aan: „Van der Groe heeft mij uitgedreven uit mijn vrome gestalten en uit mijn eigengerechtigheid.”
„Als ik aan een boek begin, moet het ’t liefst ook meteen uit zijn. Ik ben daarin nogal rusteloos.” Met onderscheid leest de predikant ook bekeringsgeschiedenissen. „Bekeringsgeschiedenissen mogen geen norm worden, mogen niet model gaan staan voor het werk Gods in het leven van een mens. In nogal wat bekeringsgeschiedenissen zie je de menselijke kant. Dat moeten we eerlijk onder ogen willen zien. De mooiste bekeringsgeschiedenis vind ik die van Thona Butijn-Melis, ”Doch Hij zal verschijnen tot ulieder vreugde”. Daar val ik bovenop. De bevindelijk-schriftuurlijke leiding die daarin wordt verklaard voert regelrecht terug naar het Woord.”
In de kast staat een forse rij Kohlbrugge. Van lieverlee groeide er bij ds. Brugge liefde voor de prediker uit Elberfeld. „Wat me in Kohlbrugge aanspreekt, is het directe, het scherp radicale. Hij gaat zonder omwegen recht op het doel af: „Laat u met God verzoenen.” Met veel waardering heb ik ook het proefschrift van dr. A. de Reuver, ”Bedelen bij de Bron” gelezen.”
Er is geen einde aan het bijeenvergaderen van boeken, zegt ds. Brugge. „Ik probeer veel bij te houden, maar dat wordt wel steeds moeilijker. Theologisch wil ik graag bijblijven, dus lees ik ook veel wat me niet altijd tot stichting is. Ik vind het belangrijk om te weten wat er in de wereld om ons heen gaande is. De moderne literatuur volg ik in grote lijnen. Ik weet wel zo’n beetje wat ze te zeggen hebben, en dat is niet zo veel. De vroomheid van de oudvaders, daar heb je ten diepste veel meer aan. De oudvaders reken ik tot mijn vrienden, de meeste moderne schrijvers niet.”
Speciale interesse heeft de predikant voor de moderne devotie. „De Reformatie kwam natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Luther en Calvijn bouwden voort op iets wat in de stilte aan het groeien was, op de mystiek van de middeleeuwen, op de vroomheidsbewegingen van de oude kerk. De reformatoren interpreteerden wat Gods kinderen vóór hen reeds hadden ondervonden en bestudeerd. Was er een Reformatie geweest zonder moderne devotie? Dat weet alleen de Heere.”
Ds. Brugge (40) werd in 2001 bevestigd tot predikant van de Gereformeerde Gemeenten. Hoe komt een beginnend predikant aan zo veel boeken? „Zonder klinkende munt is er geen boekenkast. Dat is duidelijk. Hier staat voor een vermogen. Tijdens je studie koop je alles wat je maar te pakken kunt krijgen. Later ga je meer selecteren. Wat ik op dit moment nog aanschaf, moet dienstbaar zijn aan mijn eigen geestelijke vorming.”
Als theologiestudent krijg je ook heel veel, zegt ds. Brugge. „Sommige oude banden zijn erfstukken. Veel heb ik op veilingen gekocht. Als er een bepaald boek is dat ik niet vinden kan, maar dat ik toch echt wil hebben, dan laat ik dat weten bij een aantal antiquariaten, in de hoop dat er een keer iemand belt: „Dominee, ik heb ’m!”
Veel series staan compleet op de plank: de prekenseries ”Genade voor genade”, ”Tot de Wet en tot de getuigenis”, ”Uit de Schat des Woords”. Coenraad Mel is compleet, Philpot ook. „Boeken vormen voor een predikant wel een verleiding. Het blijft een worsteling om ermee om te gaan als ze niet-bezittende.”
Ds. Brugge is lid van het deputaatschap voor de zending. Zending en zendingswetenschappen komen veelvuldig in de kast voor. Ter ontspanning leest hij graag over de Tweede Wereldoorlog, over de historie van Zeeland, de provincie waar hij opgroeide, over China, het land waar de drie geadopteerde kinderen van het echtpaar Brugge vandaan komen.
Wat is het mooiste uit de boekenkast? „De brieven van Rutherford, misschien? Wat een diep geestelijk inzicht had die man. Of nee, misschien toch maar ”Kruistriomf” van Hellenbroek.”
Op de overloop staat nog 15 meter boeken. „De secundaire afdeling”, zegt ds. Brugge. „Hier staat rijp en groen bij elkaar. Hoewel, hier staat ook kerkgeschiedenis, dogmatiek, meditatieve boeken, de complete serie van Loe de Jong, wijsbegeerte, filosofie. „Ordenen en catalogiseren, je blijft daarmee bezig.”
Is er tijd om alles te lezen? „Veel te weinig. Wat is een mensenleven toch beperkt. En hoe meer je leest, hoe meer je ontdekt dat je nog niks weet.”
Op zolder staat nog veel meer. Het verzamelde werk van Guido Gezelle bij voorbeeld. „Een geweldig werk, maar je moet er wel van houden. Bij zulke boeken verlang ik toch al gauw naar iets anders, naar Kersten of Comrie of zo, of de Erskines en Boston.”
In een hoek van de zolder staan nog een heleboel dozen. Daar zitten ook boeken in. „Maar, ik denk dat die wel in die dozen blijven zitten.”
Dit is de eerste aflevering van een vijfdelige serie ”De boekenkast van de predikant”. Volgende week woensdag deel 2.