BinnenlandVijf jaar na corona

Hoofdredactie RD blikt terug op coronaberichtgeving: „Er is veel reden om de overheid te gehoorzamen” 

Liep het Reformatorisch Dagblad tijdens de coronapandemie te veel aan de leiband van de autoriteiten? De hoofdredactie van het RD blikt terug op „de meest heftige” periode uit haar bestaan. „Er is heel veel reden om de overheid te gehoorzamen.”

20 February 2025 15:39Gewijzigd op 21 February 2025 09:16
Hoofdredactieleden Gijsbert Bouw, Pieter Ariese  en Steef de Bruijn (v.l.n.r.) op de redactievloer van het Reformatorisch Dagblad. beeld RD, Anton Dommerholt
Hoofdredactieleden Gijsbert Bouw, Pieter Ariese  en Steef de Bruijn (v.l.n.r.) op de redactievloer van het Reformatorisch Dagblad. beeld RD, Anton Dommerholt

Overleven we dit met z’n allen? Die angstige gedachte bekroop Gijsbert Bouw (41) toen de coronacrisis vijf jaar geleden losbarstte. „Bij eerdere pandemieën stierven hoge percentages mensen. Die wetenschap maakte mij en mijn gezin bereidwillig om maatregelen te treffen, zoals afstand houden en mondkapjes dragen”, vertelt Bouw. Hij maakt sinds 2022 deel uit van de driekoppige hoofdredactie van het RD.

De onzekerheid over de toekomst staat ook Pieter Ariese (46) bij. „Zelf kreeg ik twee keer corona”, zegt Ariese, die sinds 2024 in de hoofdredactie zit. „Zeker de eerste keer, aan het begin van de pandemie, gaf dat spanning. We moesten als gezin in quarantaine.”

Ook voor het RD brak in maart 2020 een bijzondere periode aan. Personeel werkte veelal vanuit huis. „We hebben weleens een krant gemaakt terwijl op de redactie in Apeldoorn slechts een viertal medewerkers zat”, zegt Steef de Bruijn (62). Hij is sinds 2017 hoofdredacteur en zit sinds 2004 in de hoofdredactie.

Blader hieronder door krantenpagina’s uit het jaar 2020.

Voorzienigheid

Steef de Bruijn. beeld RD, Anton Dommerholt

In journalistiek opzicht waren het boeiende tijden, zeggen ze alle drie. De Bruijn: „We konden lezers voorzien in hun enorme informatiehonger. Dat deden andere media natuurlijk ook, maar wij stonden ook nadrukkelijk stil bij de vraag: hoe moet je de pandemie zien in het licht van Gods voorzienigheid?”

Bouw: „Al in een commentaar in januari 2020, nog voordat corona in Nederland werd vastgesteld, schreven we over de noodzaak van Gods bescherming. Zoals je daarover in Psalm 91 leest.”

De Bruijn: „Prof. dr. Arie de Reuver schreef in die tijd een essay over een roepstem van God. De Heere spreekt tijdens de pandemie met twee woorden, zo stelt hij. Enerzijds zijn dat woorden van tucht en oordeel, anderzijds woorden van bewogenheid en trouw. Een prachtige duiding.

Ik vond wel dat sommige mensen in reformatorische kring heel snel invulden wat de oorzaak van dat oordeel van God was. Dan werden er allerlei zonden genoemd, zoals abortus en homoseksualiteit. Zelf wil ik daar voorzichtig mee zijn.”

Bouw: „De vraag is of het zinvol is om achteraf te gaan discussiëren over de vraag of de pandemie al dan niet een straf van God was. Je kunt denk ik beter de vraag stellen: als God met de coronapandemie een appel op ons wilde doen, heeft dat ons bij Hem gebracht?”

Ariese: „Er zijn in het RD vanuit Gods Woord heel indringende zaken aan ons voorgehouden. Wat heeft dat ons gedaan? Veel van Gods waarschuwingen raken snel weer uit ons geheugen.”

De Bruijn: „Leven we in het besef van onze afhankelijkheid van God?  Of stellen we ons vertrouwen op medische kennis? Zagen we onze zonden voldoende? Ik denk dat we daar veel in tekortgeschoten zijn.”

„Ik ken verhalen van mensen voor wie de coronacrisis een omslagpunt was”Gijsbert Bouw, lid hoofdredactie

Bouw: „Tegelijkertijd ken ik ook verhalen van mensen voor wie de coronacrisis een omslagpunt was.  Onkerkelijke mensen raakten via een YouTube-uitzending van een kerkdienst betrokken bij de kerk. Iemand vertelde me: „Wat De Reuver over Gods stem in de coronapandemie schreef, heeft mij op de knieën gebracht.””

Ongehoorzaamheid

Het Reformatorisch Dagblad riep zijn achterban op zich aan de coronamaatregelen te houden, concludeert het Dutch Bible Belt Network in 2024.  „Consequent wees het RD ongehoorzaamheid aan de maatregelen af”, noteren religiewetenschapper prof. dr. Fred van Lieburg en zijn medeonderzoekers. Hun rapport, opgesteld in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belicht onder meer de koers van het RD in coronatijd.

Liep het RD in coronatijd niet te veel aan de leiband van de overheid?

Gijsbert Bouw. beeld RD, Anton Dommerholt

Bouw: „In Romeinen 13 staan behartigenswaardige zaken: de overheid is Gods dienares, ons ten goede. We moeten ervoor buigen en ervoor bidden. Dat hoofdstuk moeten we heel lang lezen. En we moeten heel lang wachten voordat we ons een andere houding aanmeten.”

De Bruijn:  „In dat hoofdstuk staat ook dat wie zich tegen de macht van de overheid stelt, de ordinantie Gods wederstaat. Dus als je tekeergaat tegen de overheid, doe je nogal wat.”

Bouw, die ten tijde van de coronacrisis leidinggaf aan de binnenlandredactie: „Paulus schrijft niet over een overheid die, onder Nero, heel positief tegenover christenen stond. Toch roept hij op die overheid te gehoorzamen. Er is wat mij betreft veel, heel veel reden om de overheid te gehoorzamen. Juist tijdens een crisis, waarin een individu de consequenties van allerlei stappen niet overziet. De overheid zei zelf in de mist te varen. Nog meer reden om die overheid te gehoorzamen. Zo sta ik er persoonlijk in. Ik was dan ook blij dat het RD de lezers adviseerde regels rond het dragen van mondkapjes en het houden van afstand zeer serieus te nemen.”

Intussen vonden heel wat families binnen de RD-achterban dat de krant te weinig kritisch was op het coronabeleid van de overheid.

De Bruijn: „Ik betwijfel of dat heel veel families waren. Uit onderzoek blijkt dat een klein deel van de RD-achterban veel vrijer met de coronaregels en adviezen wilde omgaan. Die beperkte groep critici liet zich flink horen. Naar die mensen moet je luisteren, althans, je moet een antenne hebben voor hun zorgen. Maar dat betekent niet dat je als krant van koers wijzigt.”

Kerken

Spanningen ontstonden in reformatorische kerken over dringende overheidsadviezen rond het drastisch terugschroeven van het aantal kerkgangers, van bijvoorbeeld 600 naar 100. Door legere kerken zou het coronavirus zich minder kunnen verspreiden.

In het RD kreeg toenmalig justitieminister Ferd Grapperhaus, ook bewindsman van Eredienst, verschillende keren gelegenheid om kerken te vermanen zich aan de overheidsadviezen te houden.

De oproep van de minister staat op gespannen voet met de Bijbelse opdracht om onderlinge bijeenkomsten niet te verzuimen. Intussen kreeg Grapperhaus twee keer een podium op de voorpagina.

Ariese: „Grapperhaus speelde nu eenmaal een prominente rol in het coronabeleid, zeker ook richting de kerken. Dan ligt het voor de hand dat je hem als krant bevraagt.”

De Bruijn: „We spreken de minister ook niet elke dag natuurlijk. En hij is kritisch bevraagd. In commentaren hebben we maatwerk voor kerken bepleit. In oktober 2020 schreven we kritisch over forse bezoekersaantallen op een platenbeurs in de Brabanthallen, en dan afgezet tegen nagenoeg lege kerken in de Biblebelt.”

Exemplaren van het RD uit coronatijd. beeld RD, Anton Dommerholt

Bouw: „Het RD nam niet een heel unieke positie in. Ons standpunt dat het verstandig was om overheidsadviezen over aantallen kerkgangers in acht te nemen, was in lijn met wat de meeste kerkverbanden in onze achterban uitdroegen.”

Randen

Predikanten als de hersteld hervormde prof. W.J. op ’t Hof en de christelijke gereformeerde predikant ds. A.C. Uitslag hadden grote moeite met het overheidsbeleid. Zo schreef prof. Op ’t Hof in het Gereformeerd Venster, een digitaal periodiek verschijnend in de rechterflank van de reformatorische kring: „Er is niets te moeten. Hij (Grapperhaus, red.) heeft niets te dwingen.”

Hadden de RD-commentaren ook niet meer die sfeer moeten ademen?

Ariese: „Zeker later in de pandemie hebben we in commentaren van harte pleidooien gevoerd voor maatwerk in kerken.”

Bouw: „De overheid gaf adviezen, dus geen harde bevelen, en was zich bewust van de vrijheid van godsdienst. Ik kan wel meevoelen met wat toenmalig SGP-leider Kees van der Staaij in april 2020 zei: „Zoek als kerken nou niet de randen op van wat mag.” Toen dacht ik: want op die manier kun je de minister uitdagen om steviger maatregelen te nemen. Doe de goede dingen, denk ook aan de gezondheid van je kerkleden en van anderen in de maatschappij.  Tegelijk begrijp ik dat kerken gewetensvolle afwegingen maakten als ze besloten om met veel meer dan bijvoorbeeld dertig of zestig kerkgangers samen te komen.”

„Ik sta nog steeds achter onze lijn. Kerken deden er verstandig aan de overheidsadviezen te volgen” Steef de Bruijn, hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad

De Bruijn: „Dat sommige predikanten kritisch waren op het RD nemen we hen niet kwalijk. Maar ik sta nog steeds achter onze toen gekozen lijn. Kerken deden er verstandig aan de overheidsadviezen te volgen. Al vind ik wel dat de overheid richting de kerken wat rekkelijker had mogen zijn.”

Er kan toch een moment komen dat je God meer gehoorzaam moet zijn dan de overheid?

De Bruijn: „Natuurlijk. Maar ik heb echt niet het gevoel gehad dat we ook maar in de buurt waren van dat moment.”

Op de RD-redactie waren namen bekend van bepaalde kerkelijke gemeenten die zich niet aan de overheidsadviezen hielden. Toch publiceerde de krant daar niet specifiek over. Was dat bewust beleid?

De Bruijn: „We wisten dat sommige kerken in crisistijd vol zaten of met een grote groep samenkwamen. We zagen het niet direct als onze plicht om al dat soort zaken naar buiten te brengen. Beseffend dat na een RD-artikel de kans groot was dat andere media de volgende dag bij de kerken op de stoep zouden staan. Dat wilden we die kerken niet aandoen.”

Je wilt als krant toch ook nieuws brengen? Geeft het verzwijgen van dit soort zaken dan een innerlijk conflict?

„Inderdaad, op zo’n moment ben je niet de rasjournalist. Temeer omdat we wisten dat de betreffende gemeenten gewetensvolle afwegingen maakten. Ook zij hadden de gezondheid van hun gemeenteleden op het oog. Maar ze lieten het belang van samenkomen in de kerk zwaarder wegen.”

Stel dat het RD had beschikt over betrouwbare informatie dat in een grote moskee moslims coronaregels massaal overtraden. Zou u daarover een primeur hebben gebracht?

Nadat de drie hoofdredactieleden aanvankelijk ontwijkend hebben gereageerd, antwoordt De Bruijn uiteindelijk, met kennelijk enige tegenzin: „Een moskee is net als een kerk een religieuze instelling. Ik ga ervan uit dat mensen daar ook gewetensvol keuzes maken. Ik zou dus behoorlijk terughoudend zijn met berichtgeving. Een moskee vind ik anders dan een sportclub. We vinden de vrijheid van godsdienst, de vrijheid om bij elkaar te komen, van groot belang. Diezelfde vrijheid geldt ook de islam.”

Blader hieronder door krantenpagina’s uit het jaar 2021.

Balanceren

Midden in coronatijd, in april 2021, interviewde NRC Handelsblad RD-hoofdredacteur Steef de Bruijn. De interviewer concludeert dat het RD zeker ook in coronatijd worstelt „met een achterban die steeds meer zijn eigen koers kiest”.

Wat vindt u van die analyse?

De Bruijn: „Die is juist. We moesten zeker in coronatijd voortdurend balanceren tussen verschillende gevoelens die in de RD-achterban leven.”

Geruchtmakend was een RD-commentaar eind maart 2021 over ongeregeldheden in Urk en Krimpen aan den IJssel. Toen belaagden enkele kerkgangers journalisten die op zondag opheldering wilden over coronakwesties. ”Plaatsvervangende schaamte voor geweld tegen pers” luidde de online kop boven het RD-commentaar. De krant bekritiseerde dus de kerkgangers, maar was ook niet mals over „persmuskieten die met hun gedrag nauwelijks respect tonen voor de rustdag”.

Diverse krantenpagina’s van het RD uit coronatijd. beeld RD, Anton Dommerholt

Had de lijn van het commentaar niet onomwonden moeten zijn: Je belaagt geen journalisten, geen uitvluchten verzinnen, punt uit?

De Bruijn: „We hebben bewust beide kanten benoemd. Journalisten hebben die zondag weinig respect betoond voor kerkgangers. Aan de andere kant: die verslaggevers doen hun werk. Je moet hen gewoon netjes te woord staan.”

Er kwam kritiek van predikanten die vonden dat het RD partij had moeten kiezen voor de kerkgangers. Schrijft de hoofdredactie dat soort commentaren met buikpijn?

De Bruijn: „Buikpijn niet zozeer, maar de woorden ”plaatsvervangende schaamte” hebben we bewust gebruikt. Ik vind het moeilijk dat lezers uit het hele land me laten weten dat ze de gebeurtenissen in Urk en Krimpen aan den IJssel totaal anders zien dan ik. Ze vinden niet dat kerkgangers de media hebben belaagd, maar andersom. Ik begrijp dat bij predikanten en kerkgangers sentimenten kunnen opspelen, zo van: waarom staan journalisten ons in de weg? Terugblikkend hadden we als RD misschien nog meer ons best moeten doen die sentimenten van lezers te peilen.”

Bouw: „Mij trof het slot van het commentaar. De ongeregeldheden in Urk en Krimpen aan den IJssel speelden zich af in de Stille Week, als we het lijden en sterven van de Heere Jezus herdenken. Die toen Hij gescholden werd, niet terugschold.”

NRC Handelsblad stelt dat het RD bij gevoelige kwesties in de lezerskring „vakkundig de kool en de geit spaart”. Is dat zo?

Bouw, met een kwinkslag: „Mij valt vooral dat woord ”vakkundig” op.”

De Bruijn: „Ik denk niet dat het er ons om gaat personen of flanken binnen de RD-achterban te ontzien. We willen niet iedereen te vriend te houden of met meel in de mond te praten. Critici die aan één kant van de boot hangen, zitten met wezenlijke gewetensvragen, bijvoorbeeld over kerkgang in coronatijd. Daar willen wij niet zomaar overheen walsen.”

Vaccinatie

Heet hangijzer in reformatorische kring waren coronavaccins. Ook de vermeende onveiligheid van die vaccins hield de gemoederen bezig. Lang niet iedere RD-lezer was gediend van artikelen en (overheids)advertenties rond inenting.

„Als er veel nieuws is over vaccins en overheidscampagnes, heb je de taak lezer te informeren”Pieter Ariese, lid hoofdredactie

De lezers met principiële gemoedsbezwaren tegen vaccinaties voelden zich door alle aandacht voor vaccins weleens in de kou gezet door het RD.

Pieter Ariese. beeld RD, Anton Dommerholt

Ariese: „Ik kan me dat wel voorstellen. Punt is wel dat er in die tijd veel nieuws was over de ontwikkeling van vaccins en de campagnes van de overheid. Dan heb je als krant de taak je lezer daarover te informeren.”

Intussen kwamen in het RD artsen aan het woord die meldden: Laat je alsjeblief vaccineren, want dat komt de groepsimmuniteit ten goede.

De Bruijn: „Dat ligt genuanceerder. In ieder geval schreven we best veel over afwegingen rond vaccinatie. We lieten voor- en tegenstanders uit reformatorische kring aan het woord. Bijvoorbeeld bij monde van de predikanten ds. J.A. Weststrate, ds. P. Mulder en ds. R. van Kooten. Iedere lezer kon denk ik wel iets van zijn standpunt in het RD vinden.”

„Misschien deden we het te weinig, maar we stelden opdringerigheid van de overheid aan de kaak”Steef de Bruijn, hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad

Een bemoedigend woord van het RD zelf richting de gemoedsbezwaarden had ook gekund. Mede voor die groep is het RD een halve eeuw geleden toch opgericht?

De Bruijn: „Begin 2021 schreef ik een groot artikel onder de kop: ”Vaccinatie als toren van Babel”. Daar kreeg ik veel positieve reacties op. Ik plaats in het stuk grote vraagtekens bij het vertrouwen in de maakbaarheid van gezondheid. Verder hebben we ons in commentaren verzet tegen vaccinatieplicht en vaccinatiedwang die in de politiek besproken werd. Misschien deden we het te weinig, maar we stelden de opdringerigheid van de overheid wel degelijk aan de kaak.

Bedenk dat vanaf de oprichting van het RD de krant ook ruimte bood aan mensen in onze achterban die vaccinatie goedkeurden. Iemand als J.J. Verhage, voormalig secretaris van de reformatorische scholenorganisatie VGS en een man van een behoorlijke statuur, schreef al in 1971 dat hij inenting beschouwde als een middelmatige zaak.”

Bouw: „Als redactie waren we ons bewust van de gevoeligheid van berichten, maar zeker ook van foto’s rond vaccinatie. Wervende foto’s waarin een hotemetoot een prik ging halen, hielden we op een gegeven moment uit de krant.”

In het artikel ”Vaccinatie als toren van Babel” van begin 2021 schreef De Bruijn onder meer: „Er circuleren allerlei verhalen over bijwerkingen van de huidige vaccins. De bijwerkingen die nu bekend zijn, zijn echter minimaal.”

Was u niet wat al te positief ten opzichte van vaccins?

De Bruijn, die zijn loopbaan begon als wetenschapper aan de universiteit in Wageningen en promoveerde op een biochemisch onderwerp: „Op dat moment wisten we dat verschillende instanties de coronavaccins veilig hadden bevonden. In diezelfde week werden de eerste proefvaccins aan verplegend personeel toegediend. Ik schreef ook over minimale bijwerkingen van de coronavaccins in vergelijking met de pokkenvaccins die drie eeuwen eerder werden ontwikkeld, die nare bijwerkingen hadden en soms de dood tot gevolg hadden. Dat was nu niet aan de orde. De nadelen van een coronavaccin wegen zeker niet op tegen de positieve werking van het vaccin.

Hoofdredactieleden Pieter Ariese, Steef de Bruijn en Gijsbert Bouw (v.l.n.r.). beeld RD, Anton Dommerholt

Ik vind het eigenaardig dat mensen die vanwege godsdienstige gemoedsbezwaren afzien van vaccinatie, intussen toch beginnen over bijwerkingen van vaccins. Die zijn toch niet de reden van je  bezwaar? Daar zou je je dan toch niet zo druk over moeten maken?”

Was het RD niet te terughoudend met persoonlijke interviews met mensen die vertelden over bijwerkingen? Er gingen bijvoorbeeld verhalen rond over vrouwen van wie de menstruatie verstoord raakte.

De Bruijn: „Ik zou nog steeds terughoudend zijn met dat soort persoonlijke verhalen. Je kunt dan onnodig angst aanwakkeren. We hebben overigens wel diverse malen een gezaghebbend instituut als Bijwerkingencentrum Lareb aan het woord gelaten.”

Bouw: „We hielden in september 2020 en april 2021 peilingen onder lezers over dit soort thema’s. Opvallend vond ik dat ongeveer de helft van de RD-lezers die zich niet lieten inenten, die keuze niet alleen motiveerde op basis van de bekende argumenten rond de voorzienigheid van God. Ze kwamen vaak ook met het argument dat ze twijfels hebben over de betrouwbaarheid van vaccins. Van de mensen die zeiden zich niet te laten vaccineren, wilden vier op tien geen proefkonijn zijn bij een snel ontwikkeld vaccin tegen Covid.”

„Vaak ligt er onder wantrouwen tegenover de overheid angst en zorg. Mensen willen grip op de dingen”Pieter Ariese, lid hoofdredactie

Ariese: „Vaak ligt er onder wantrouwen tegenover de overheid angst en zorg. Mensen willen grip op de dingen. De vraag is of we als RD voldoende oog hebben gehad voor de oprechte zorg die mensen kunnen hebben.”

De Bruijn: „We hebben als hoofdredactie tijdens de coronacrisis gaandeweg geleerd om goed te luisteren, mee te veren. Al is dat soms best lastig. Zo kreeg ik een Zeeuwse lezer uit een behoudende kerk aan de lijn. Hij zei: „Als ik kon, zou ik nu in de auto stappen en minister Hugo de Jonge de nek omdraaien.” Dan denk ik: hoe bestaat het dat bij zo’n RD-lezer letterlijk moordgedachten opkomen?”

Bill Gates

Ook in reformatorische kring was menigeen in coronatijd gecharmeerd van complottheorieën. Zo ging het verhaal rond dat coronavaccins chips bevatten. Ook beweerden complotdenkers dat een soort geheim genootschap van mannen als Klaus Schwab van het World Economic Forum (WEF) en de steenrijke Bill Gates middels vaccinatiecampagnes de wereldbevolking wilde uitdunnen. En dat dan via de zogeheten Great Reset.

De Bruijn keerde zich in oktober 2021 stevig tegen dergelijke complottheorieën. „Dat Schwab een maatschappij wil waarin je je vrijheid moet inleveren of waarin je uitgeplugd wordt als je niet meedoet, is een verkeerde voorstelling van zaken”, noteerde hij.

Kunt u zich voorstellen dat menig RD-lezer redeneert: De Bruijn is veel te naïef over de gevaren van een Great Reset?

De Bruijn: „Ik vraag me werkelijk af of veel mensen het boek The Great Reset van Schwab gelezen hebben. Men praat elkaar vaak na. Ik heb het boek wel gelezen.”

Iemand als RD-columnist Laurens van der Tang ziet een dreiging in de Great Reset.

„Ik kijk daar zelf genuanceerder tegenaan. Ik vind het begrijpelijk en terecht dat je bij de coronapandemie denkt in termen van geestelijke strijd. Maar je moet oppassen dat je dan meteen allerlei verbanden gaat leggen. Bij journalistiek hoort recht doen aan wat iemand echt vindt.

Ik heb video’s van complotdenkers bekeken waarin mensen als Klaus Schwab en Bill Gates ervan werden beschuldigd dat ze alles en iedereen aan de spuit willen helpen en de wereldbevolking willen decimeren. Zo’n beschuldiging wordt volstrekt niet onderbouwd.

Die complotdenkers beweren, zelfs met een beroep op het Bijbelboek Openbaring, dat allerlei duistere machten over ons heersen. Met hun desinformatie jagen ze flinke groepen volgelingen angst aan. Dat vind ik kwaadaardig.”

Ariese: „Op onderdelen van Schwabs agenda kun je natuurlijk best kritiek leveren. Als het bijvoorbeeld gaat om zijn pleidooien voor inclusie en om zijn maakbaarheidsdenken.”

De Bruijn: „Die kritiek op het maakbaarheidsdenken vind ik inderdaad volkomen terecht.”

Ariese: „Ik vind het ook een lastige vraag welke journalistieke benadering je moet kiezen om in het geweer te komen tegen complottheorieën. Hoe doe je recht aan  oprechte zorgen van mensen? Onze journalistieke reflex is: Via een factcheck-artikel ontkrachten we met argumenten een complottheorie. Maar ik vrees dat je daarmee de complotdenker niet bereikt.”

De Bruijn: „We hebben inderdaad weleens de neiging om massief met allerlei tegenargumenten te reageren, in plaats van te luisteren naar oprechte zorgen van mensen.”

Ariese: „We kunnen ook niet zomaar het verhaal van complotdenkers de krant in tillen. Want wat is het effect daar dan weer van? In reformatorische kring is er vanouds nogal eens wantrouwen jegens de overheid en de wetenschap. De voedingsbodem daarvoor werd in coronatijd alleen maar groter. Toen voelden mensen overheidsingrijpen heel direct, misschien wel duidelijker dan ooit tevoren.”

Bouw: „Die houding tegenover de wetenschap is wel wat dubbel. Want we plukken ook de rijke vruchten van de wetenschap. Denk aan nieuwe behandelingen tegen ziektes.”

Werden mensen die het niet met het RD of de overheid eens waren, te snel afgeschilderd als wappie?

De Bruijn: „Met de term wappie zou ik sowieso oppassen. We hebben ruimte geboden aan opvattingen van mensen als statisticus Maurice de Hond en huisarts Rob Elens. Beiden zijn zeer kritisch op het overheidsbeleid rond corona.

Wel hebben we er bewust voor gekozen om geen discussie-interviews te organiseren tussen bijvoorbeeld iemand als topviroloog Marion Koopmans en een huisarts die zonder deugdelijk bewijs een middel tegen corona aanprijst. De lezer kan dan denken dat wij die twee als gelijkwaardige, even betrouwbare grootheden beschouwen en dat dan de lezer zijn keus mag maken. Zo bedrijf je geen goede journalistiek.

Wat wel prima kon, was een discussie-interview tussen bijvoorbeeld ds. D.E. van de Kieft en voormalig chirurg dr. Hilde Westerman. Ze komen beiden uit reformatorische kring, maar maken uiteenlopende keuzes rond vaccinatie.”

Film

Talloze kerken schakelden in de coronaperiode over op beelduitzendingen, bijvoorbeeld via YouTube. Het RD besteedde daar de nodige aandacht aan. Iemand als ds. M.T. Al-Chalabi, predikant binnen de Gereformeerde Gemeenten, toonde zich in een ingezonden brief kritisch over het gebruik van een platform als YouTube voor uitzending van kerkdiensten. „De eredienst is een samenkomst met een uniek karakter, geen entertainment dat zich op een platte wijze, op een goddeloos platform, moet gaan meten met de vermakelijkheden van de wereld.”

Verschillende predikanten en ambtsdragers verweten het RD het pad te effenen voor beelduitzendingen van een kerkdienst. Wat vindt u daarvan?

Ariese: „Digitale diensten zijn een noodgreep. We hebben aanvankelijk in commentaren laten doorklinken dat het een voorrecht is dat we audiovisuele middelen hebben om de eredienst bij de mensen thuis te brengen. Later werden we kritischer en schreven we dat er ook een risico zit aan digitale diensten. Zo werd het shoppen van de ene naar de andere gemeente een stuk makkelijker. Risico van beelduitzendingen kan ook zijn dat mensen zich uiteindelijk minder verbonden voelen met hun gemeente.”

„Als krant hadden we te weinig oog voor de stille ramp in de verpleeghuizen”Gijsbert Bouw, lid hoofdredactie

Bouw: „Beelduitzendingen vind ik nog steeds zowel een noodgreep als een voorrecht. Onze gemeente schafte na corona de beelduitzendingen af, maar voerde ze later toch weer in. Ik was het daar erg mee eens. Want 80-plussers vinden het fijn om mee te kunnen blijven leven met de diensten.”

Wat had u met de kennis van nu als krant anders gedaan met het oog op verslaggeving over corona?

Bouw: „We hadden ons dus wellicht beter kunnen inleven in de oprechte zorgen van mensen rond het coronabeleid en vaccinatie, en daaraan meer ruimte kunnen geven.

Nog iets anders. De Onderzoeksraad voor Veiligheid legde in februari 2022 de vinger bij de situatie in verpleeghuizen. Daar voltrok zich een stille ramp. De helft van de coronadoden viel in de eerste maanden van de pandemie in die verpleeghuizen. Oude mensen stierven alleen, zonder familie in de buurt. Als krant hadden we te weinig oog voor de ernst van die problematiek. Het gaat wel ergens over, hè. Niet een paar, maar vele ouderen stierven in eenzaamheid.”

Blader hieronder door krantenpagina’s uit het jaar 2022.

Nare mails

Tijdens de coronacrisis kreeg het RD bakken kritiek over zich heen. Ontevreden lezers haalden nogal eens in agressieve bewoordingen hun gram.

Is de coronacrisis de meest heftige periode in het RD-bestaan?

De Bruijn: „Ik denk het wel. Corona sleepte zich twee jaar voort, met discussies over bijvoorbeeld de avondklok, vaccinatie, coronaregels en maatregelen in kerken.”

Wat kreeg u zoal naar uw hoofd geslingerd?

De Bruijn: „Dat wil je niet weten.” Met enige tegenzin noemt hij een voorbeeld. „Iemand wenste dat er kernbommen op mijn woonplaats zouden vallen. Dat klinkt niet echt vriendelijk.”

Wat doet dat gescheld met een mens?

De Bruijn: „Eigenlijk niet zo veel. Nee, ik sliep er niet minder om. De redactie krijgt vaker nare mails en verwijten. Lastiger vind ik moeilijke, maar wel inhoudelijke discussies over bijvoorbeeld coronamaatregelen in kerken.”

Heeft u ook een mooie herinnering aan de coronatijd?

De Bruijn: „Ik merkte op de redactie saamhorigheid. Dat is het dubbele bij een crisis of oorlog. Dat zijn ernstige tijden, maar als journalist raak je er ook extra door gemotiveerd. Je voelt een drang om anderen te informeren.”

Bouw: „Ik herinner me nog dat een vrouw uit onze kerkelijke gemeente stierf. Ze had corona. Ik stond bij haar sterfbed, in beschermend pak. Na haar overlijden zat haar man alleen op bed, zó verdrietig. De man zou goed besmet geweest kunnen zijn. Ik dacht: blijf ik op afstand staan of ga ik naast hem zitten? Ik ben naast hem gaan zitten en heb mijn hand op zijn schouder gelegd. Intussen denkend: God zegene de greep. Ik vond het goed dat te hebben gedaan en ben ook niet besmet geraakt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer