Een op de drie RD-lezers is wel van plan zich te laten inenten of liet dat al doen; 13 procent twijfelt nog.

Het onderzoek is een herhaling van een deel van de enquête die het RD in september vorig jaar hield. Het aantal respondenten dat aangeeft geen coronavaccin te willen is nagenoeg ongewijzigd: 53 procent nu tegenover 54 procent in september. Het aantal twijfelaars is ten opzichte van vorig najaar afgenomen; toen twijfelde 28 procent nog, inmiddels is dat percentage gedaald tot 13 procent. De groep die zich heeft laten inenten tegen Covid-19 of zegt dat te zullen doen als ze daarvoor wordt uitgenodigd, is gestegen van 18 naar 34 procent.

Hoe ouder de respondent, hoe groter de bereidheid zich te laten inenten. Zegt 64 procent van de 25- tot 34-jarigen niet te kiezen voor een coronavaccin, in de groep 45- tot 54-jarigen bedraagt dat percentage 55 procent en in de leeftijdsgroep 75 tot 84 jaar niet meer dan 30 procent. RIVM-onderzoekster Helma Ruijs, die is gepromoveerd op vaccinatiebereidheid in de reformatorische gezindte, noemt de bereidheid onder ouderen „een hoopvolle uitkomst en heel positief vanuit het oogpunt van volksgezondheid.”

Ook opleidingsniveau speelt mee: hoe hoger de opleiding, hoe groter het percentage ja-zeggers. Kiest ruim een kwart van de middelbaar opgeleiden voor een coronavaccin, van de universitair geschoolden is dat 52 procent.

Op de vraag door wie men zich laat beïnvloeden bij de keuze zich al dan niet te laten vaccineren, zegt 60 procent de keuze het liefst zonder beïnvloeding van buitenaf te maken. Een derde gebruikt informatie uit de media, 19 procent laat zich leiden door adviezen van een patiëntenvereniging zoals de NPV, 18 procent laat zich beïnvloeden door standpunten van predikanten of andere kerkelijke voormannen. Bij 13 procent speelt de mening van familie en vrienden een rol.

In de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) en de Oud Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) (OGG(iN)) hebben predikanten en kerkelijke voormannen de sterkste invloed op gemeenteleden: 21 procent van de GGiN-leden en 18 procent van de OGG-leden zegt zich in de beslissing over het coronavaccin te laten beïnvloeden door predikanten en kerkelijke voormannen. Elders is dat percentage veel lager: in de Protestantse Kerk in Nederland (Gereformeerde Bond) 7 procent van de leden, net als in de Hersteld Hervormde Kerk (HHK). In de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) is dat 8 procent, in de Gereformeerde Gemeenten (GG) 10 procent van de leden.

RIVM-onderzoekster Ruijs verbaast zich niet over deze cijfers: „Buitenstaanders denken vaak dat gemeenteleden altijd de predikant volgen. Zelf ben ik dat niet zo tegengekomen.”