GezondheidIn de praktijk
Medicijn niet op voorraad – wat nu?

Het komt steeds vaker voor dat bepaalde medicijnen niet leverbaar zijn. Soms worden ze vervangen door een alternatief, maar vaak zijn ze helemaal niet leverbaar. Patiënten zijn daar de dupe van, en als het gaat om kinderen is dat extra schrijnend.

Een medewerker van een apotheek aan het werk. beeld ANP, Bart Maat
Een medewerker van een apotheek aan het werk. beeld ANP, Bart Maat

Dit probleem komt vooral in Nederland voor, maar nauwelijks in andere landen. Het is geheel te wijten aan het gevoerde preferentiebeleid. Zorgverzekeraars kiezen een of twee fabrikanten uit van wie de geneesmiddelen worden vergoed. Vaak zijn dat de goedkoopste. Het gevolg is dat het voor andere fabrikanten niet meer zinvol is om geneesmiddelen in Nederland te registreren. Die zijn dus niet meer beschikbaar. En als er productieproblemen zijn of tekorten om andere redenen –zoals transportproblemen, demonstraties of stakingen– dan komt Nederland vanwege het goedkopere preferentiebeleid niet op de eerste plaats, en hebben onze buurlanden vaak nog wel medicatie.

Daar sta je dan als patiënt aan de balie bij de apotheek om te horen dat het geneesmiddel niet leverbaar is. De apotheker belt dan vaak met de voorschrijvende arts om samen te kijken of er een goed alternatief is. Maar het komt steeds vaker voor dat ook dat niet lukt. Sommige mensen rijden er dan zelfs voor naar het buitenland – met name België of Duitsland.

Trucjes

Regelmatig gaat het om ziektebeelden waarbij het uitermate belangrijk –en vaak van levensbelang– is dat de geneesmiddelen worden ingenomen. Denk aan antibiotica bij kinderen met bacteriële infecties. Veel antibioticadrankjes waren de afgelopen maanden niet verkrijgbaar. Kleine kinderen kunnen geen pillen slikken, en die pillen hebben vaak een veel te hoge dosering. Dus moesten er trucjes worden uitgehaald, zoals het delen van een tablet in kwarten, fijnstampen en ongeveer de juiste dosering met een beetje appelmoes geven. Dat kun je niet zo nauwkeurig afmeten als bij een drankje, waarbij je met een spuitje de precieze dosering kunt optrekken.

Een ander schrijnend voorbeeld betreft kinderen met epilepsie. Ook met hun medicatie waren er regelmatig grote leveringsproblemen. Dan is het niet zomaar mogelijk om uit te wijken naar een ander middel. Veel van de anti-epileptica moeten wekenlang langzaam worden opgebouwd. En abrupt stoppen kan niet, want dat kan leiden tot het uitlokken van epileptische aanvallen. Ouders van deze kinderen waren begrijpelijk in paniek.

Politiek

Dit leidde tot veel extra werk voor apothekers en dokters. Ze moesten regelmatig met elkaar bellen en overleggen over alternatieve mogelijkheden. Of bellen naar andere apotheken met de vraag of die misschien nog een voorraadje hadden. Ze moesten boze ouders te woord staan, die zich vaak terecht afvroegen hoe dit in zo’n welvarend land als Nederland kan voorkomen.

Gelukkig krijgen deze problemen steeds meer aandacht van de politiek. Zowel op landelijk als op Europees niveau gaan er steeds meer stemmen op om grotere voorraden medicijnen in te slaan. Ook wil men de Europese farmaceutische industrie nieuw leven inblazen om weer meer medicatie zelf te kunnen maken en niet afhankelijk te zijn van landen als China en India.

De auteur is kinderarts bij het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer