De Verenigde Naties willen dat er een onmiddellijk eind komt aan de gevechten bij de stad Al Fasher in Soedan. Volgens Martha Pobee, assistent-secretaris-generaal voor Afrika bij de Verenigde Naties, schenden zowel het regeringsleger als de paramilitaire RSF (Rapid Support Forces) de mensenrechten en het internationaal humanitair recht.
In een vergadering van de Veiligheidsraad woensdag sprak ze over standrechtelijke executies, gedwongen verdwijningen en martelingen van gevangenen. Er moet volgens haar worden gevreesd voor nog meer haat tussen verschillende bevolkingsgroepen in de regio.
Bij Al Fasher, dat in het noorden van de regio Darfur ligt, bevinden zich 700.000 vluchtelingen, die worden bedreigd door de strijdende partijen en die geen toegang hebben tot gezondheidszorg en voedsel. In het vluchtelingenkamp Zamzam, waar ongeveer 500.000 mensen verblijven, is hongersnood uitgebroken.
De commandanten van het leger en van de RSF hebben zich inmiddels onder druk van de Amerikaanse president Joe Biden bereid verklaard te onderhandelen over vrede. Tot nu toe zijn daartoe echter geen concrete stappen ondernomen. De strijdende partijen geven elkaar de schuld van de wantoestanden.
