Wilders mist in zijn partij mensen met autoriteit
Voordat Ronald Plasterk de ring had betreden, gooide hij de handdoek er al in. Pinkstermaandag maakte hij bekend niet beschikbaar te zijn voor de post van premier. Hoewel hij nog niet officieel was voorgedragen, wist iedereen dat zijn naam als enige op het briefje stond dat PVV-leider Geert Wilders bij formateur Van Zwol zou inleveren.
Het bedanken van Plasterk voor de post die hem formeel nog niet was aangeboden, is een nieuwe hobbel in het toch al moeizame formatieproces. Het maakt ook het welslagen ervan onzeker.
De grote vraag is wie Wilders nu naar voren gaat schuiven. Een leeg briefje inleveren –en daarmee de voordracht aan een van de drie andere partijen overlaten– wil hij niet, en of VVD, NSC en BBB daarvoor voelen, is ook maar zeer de vraag. Het is immers het ‘recht’ van de grootste coalitiepartner om de premier aan te dragen.
Bovendien weten alle drie dat een kandidaat die min of meer aan Wilders wordt opgedrongen, de kiem legt voor grote problemen. Dus de PVV’er mag en moet de klus klaren.
Vooralsnog is onduidelijk wie hij op de premierszetel wil hebben. Helder is wel dat hij soms met verrassende namen kan komen. Dat heeft hij in de achterliggende maanden bewezen.
De namen van de informateurs die hij aandroeg en hun politieke kleur, waren stuk voor stuk opzienbarend: Plasterk en Putters behoren beiden tot de PvdA, Van Zwol is CDA’er en Dijkgraaf SGP’er.
Het kiezen van informateurs die tot een andere partij behoren is vrij ongebruikelijk in de Nederlandse politieke geschiedenis. Het lijkt verfrissend en kan worden uitgelegd als teken dat iemand er alles voor over heeft om de kabinetsformatie te laten slagen.
Maar zo mooi is het in dit geval niet. Het is vooral een teken van armoede. Wilders heeft blijkbaar binnen de eigen gelederen geen mensen met voldoende autoriteit om een formatie in goede banen te leiden. Al zijn informateurs kwamen van buiten en alleen de eerste verkenner die hij naar voren schoof, senator Gom van Strien, was van de PVV. Maar die bleek al snel verwikkeld te zijn in een fraudeonderzoek en hield ook de eer aan zichzelf. Het tekort aan mensen lijkt zich nu ook te wreken als het gaat om het premierschap.
Bovendien is het probleem dat het DNA van PVV’ers hen niet geschikt maakt voor het werk van minister-president. Een van de allerbelangrijkste taken van de regeringsleider is samenbindend binnen zijn ministersploeg te zijn. Juist die eigenschap heeft Wilders niet op zijn mensen overgedragen.
Hoewel hijzelf als persoon zeker toegankelijk en hartelijk kan zijn, wordt zijn politieke optreden vooral gestempeld door opponeren en daarmee verdeeldheid zaaien. Juist die kwaliteit komt een premier niet van pas, zeker niet bij dit kwartet van partijen dat ternauwernood een verstandshuwelijk lijkt aan te gaan.