Opinie
Kerk moet Statenvertaling leesbaar maken voor komende generatie

Het thema Bijbelvertaling is zwaarwegend. Allereerst omdat het over Góds Woord gaat. En wie van de godvrezenden is niet met diepe eerbied vervuld als het gaat om dat heilige spreken van de Almachtige? Ten tweede vanwege de grote invloed die de Bijbel op mensen heeft.

Ds. W. Pieters
28 December 2023 16:32Gewijzigd op 18 January 2024 13:41
„Het wordt hoog tijd dat de kerk van Nederland zich er kordaat en doortastend, voorzichtig en eerbiedig voor inzet om de Statenvertaling voor de komende generatie leesbaar te maken.” beeld RD, Henk Visscher
„Het wordt hoog tijd dat de kerk van Nederland zich er kordaat en doortastend, voorzichtig en eerbiedig voor inzet om de Statenvertaling voor de komende generatie leesbaar te maken.” beeld RD, Henk Visscher

Het tweede punt betreft niet alleen feiten maar ook emoties en gevoelens. En op het terrein van God en Zijn dienst, het geloofsleven van genade en gehoorzaamheid, zijn deze gevoelens bij allen die de Heere liefhebben bijzonder diep. Daarom is bijna elke verandering in de vertrouwde vertaling van de Bijbel voor velen ongeoorloofd. Maar hoe begrijpelijk ook, en met hoeveel sympathie we zulke oprechte zielen ook tegemoet willen treden, toch is het niet goed om dit tot principe te verheffen. Dan zouden er immers geen verbeteringen mogen worden aangebracht en geen moderniseringen mogen plaatsvinden.

Over verbetering van de Statenvertaling wil ik het nu niet hebben. Alleen over modernisering ervan. Al jarenlang geef ik catechisatie. Het is mij gebleken dat het verstaan van de woorden van de Statenvertaling in de loop van de jaren steeds moeilijker is geworden. Bij het laten lezen van een Bijbelgedeelte blijkt slag over slag dat jongeren het niet (meer) verstaan. Niet alleen gaat het over woorden die we niet meer gebruiken, maar ook over woorden die we nog wel gebruiken, maar niet meer in de betekenis die deze woorden hadden in de tijd van de Statenvertalers.

Voorsichticheyt

Een paar voorbeelden. Afgelopen zondag preekte ik over Lukas 1:17. Daar stond: „Ende hy sal voor hem henen gaen in den geest ende cracht Elie, om te bekeeren de herten der vaderen tot de kinderen, ende de ongehoorsame tot de voorsichticheyt der rechtveerdige, om den Heere te bereyden een toegerust volck.” Van de 39 woorden die in dit vers staan, zijn er in de loop van de tijd zestien terecht aangepast. Toen ik mij afvroeg wat toch het woord ”voorzichtigheid” hier betekende, ontdekte ik in het Middelnederlandsch handwoordenboek (over de Nederlandse taal in de dagen van de Statenvertalers) dat het toen de betekenis ”doorzicht” had. Zo zei ook mijn woordenboek Grieks-Nederlands dat het grondwoord (”phronesis”) ”inzicht” betekende. De Herziene Statenvertaling heeft er ”bedachtzaamheid” van gemaakt, wat geen verbetering is.

Een tweede voorbeeld is Handelingen 3:19. Daar lezen we een oproep van Petrus tot zijn luisteraars: „Betert u dan, ende bekeert u.” Vele malen had ik me afgevraagd hoe onze hooggeachte Statenvertalers de woorden ”beter u” hadden kunnen gebruiken voor een Grieks woord dat 32 keer in het Nieuwe Testament voorkomt en dat zij maar twee keer met ”beter u” weergaven. Het Griekse woord betekent helemaal niet ”je verbeteren”, maar berouw hebben en van gedachten veranderen. Het was mij dus een raadsel, totdat ik het net genoemde Middelnederlandsch woordenboek raadpleegde. Daarin staat onder andere deze betekenis ervan: ”door boete zich met iemand verzoenen”. Dit stemt overeen met de vertaling van Luther: „So thut nu Busse.”

Lopen

Een derde voorbeeld is het woord ”lopen”. Dit hoeven we natuurlijk niet te vervangen? Jawel, toch wel. En waarom dan wel? Omdat het woord ”lopen” in de dagen van de Statenvertalers een andere betekenisnuance had dan nu. Iedereen weet wat we bedoelen met: „Zijn vader liep naar hem toe.” Maar de grondtekst doet denken dat dit toch geen goede weergave is van wat die vader van de verloren zoon eigenlijk doet. Er staat in het Grieks namelijk het woord ”trecho” en dat betekent ”rennen, zich haasten”. En wat staat er in mijn Middelnederlandsch woordenboek bij het woord ”lopen”? ”Hard lopen”.

Kijken we naar de Schriftplaatsen waar dit woord voorkomt, dan blijkt dat het voor het goed verstaan van de Schrift een duidelijke verbetering is om het woord ”lopen” te vervangen door ”rennen/snellen/zich haasten”. Liep Maria Magdalena van het graf naar Petrus (Johannes 20:2)? Nee, zij rende. En liep Petrus vervolgens naar het graf (Lukas 24:12)? Nee, hij haastte zich. Denk ook aan Jesaja 55:5, waar staat: „Het volk, dat U niet kende, zal tot u lopen.” Hierbij schrijven de Statenvertalers: „Dat is, met grote ijver en begeerte uw leer aannemen.” Dus het woord ”lopen” betekent zeker niet ”op je gemak ergens heen gaan”.

Van

Nog drie voorbeelden noem ik waaruit blijkt dat het niet-moderniseren van de verouderde taal(constructie) tot onbegrip of misverstand leidt.

Het woordje ”van” is niet zo moeilijk, wel? Toch wel. Want wat betekent het woordje ”van” in 2 Korinthe 5:4: „…opdat het sterfelijke van het leven verslonden wordt”? Ik vroeg mij af: wat zou toch dat sterfelijke van het leven, dat verslonden wordt, betekenen? Maar het gaat niet over het sterfelijke van het leven. Als ik de woordvolgorde iets verander, wordt het al duidelijker: „opdat het sterfelijke verslonden wordt van het leven.” En het woordje ”van” betekent (zoals tientallen malen in de Bijbel) ”door”. Er staat dus heel eenvoudig: „opdat het sterfelijke door het leven verslonden wordt.”

Verwarrend is het gebruik van het woordje ”van” in twee totaal verschillende betekenissen, zoals in Lukas 2:17-18: „En als zij Het gezien hadden, maakten zij alom bekend het woord, dat hun van (betekenis: over) dit Kindeken gezegd was. En allen die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd van (betekenis: door) de herders.”

Zo

De woordjes ”zo” en ”als” werken ook vervreemdend. Denk aan deze zin: Als ik gisteren thuiskwam, zat de directeur op mij te wachten. Niemand gebruikt in deze zin meer het woordje ”als”, maar het woordje ”toen”. Het woord ”als” is gewoon fout. Maar tientallen malen staat het in onze Bijbel, omdat ”als” vroeger ”toen” betekende…

We kunnen ook denken aan de totaal verschillende betekenissen die het woordje ”zo” heeft in (bijvoorbeeld) Johannes 7, en die in gewoon en begrijpelijk Nederlands kunnen worden weergegeven:

Vers 3: „Zo zeiden dan (betekenis: dus zeiden) Zijn broeders tot Hem: Vertrek van hier, en ga heen in/naar Judea.”

Vers 4: „Indien Gij deze dingen doet, zo openbaar Uzelf (betekenis: openbaar Uzelf dan) aan de wereld.”

Vers 14. „Als/toen het nu in het midden van het feest was, zo (betekenis: toen) ging Jezus op in/naar de tempel, en leerde.”

Vers 17. „Zo (betekenis: als) iemand wil Deszelfs wil doen…”

Denk als laatste aan de volgorde in deze zin: „Maar nu ziet U mijn oog” (Job 42:5). Het woordje ”U” functioneert in het Nederlands van nu als het onderwerp. De betekenis van de zin is dan ook (zoals een ouderling bij hoog en bij laag volhield): God ziet mijn oog. Terwijl Job dat niet zegt, de Statenvertalers dat niet bedoelden en de lezers van toen het ook zo niet opvatten. Als dit de bedoeling van onze Statenvertalers was geweest, hadden ze geschreven: „Maar nu ziet Gij mijn oog.” Nee, ze bedoelden (en Job zei): „Nu ziet mijn oog U.”

Al met al wordt het hoog tijd dat de kerk van Nederland zich er kordaat en doortastend, voorzichtig en eerbiedig voor inzet om de Statenvertaling voor de komende generatie leesbaar te maken.

De auteur is hersteld hervormd predikant in Elspeet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer