Het aantal haatmisdrijven tegen christenen in Europa steeg vorig jaar drastisch. De daders publiceren op sociale media vol trots over aanvallen op kerken. „Het is heel verontrustend hoe het aanzetten tot geweld tegen christenen sociaal geaccepteerd lijkt.”
De vlammen lekken gretig aan het houten kerkje in het Finse plaatsje Rautjärvi. De dertig aanwezige kerkgangers moeten zich in allerijl in veiligheid brengen. Later blijkt dat de zijdeuren van de kerk met touwen zijn dichtgeknoopt. Duidelijk een opzettelijke aanval.
Het incident uit 2022 staat niet op zichzelf. Het aantal kerken in Europa dat in brand werd gesticht steeg van 60 in 2021 naar 105 in 2022. Een ontwikkeling die Anja Hoffmann grote zorgen baart. Ze is de algemeen directeur van het in Wenen gevestigde Observatorium voor intolerantie en discriminatie tegen christenen in Europa (Oidac).
De organisatie doet onderzoek naar haatmisdrijven tegen christenen. In 2022 waren dat er 748, blijkt uit een vorige week verschenen rapport. Dat betekent een stijging van 44 procent ten opzichte van 2021, toen het observatorium 518 incidenten documenteerde.
Dan gaat het om zaken als het in brand steken van kerken, maar ook het besmeuren daarvan met graffiti, de ontheiliging van christelijke plaatsen, fysieke aanvallen en bedreigingen, zegt Hoffmann. Het gaat hier niet om kleinigheden, maar om handelingen die daadwerkelijk bij wet zijn verboden, benadrukt ze, en die een duidelijk antichristelijk motief hebben.
Hoe verklaart u de stijging van het aantal haatmisdrijven?
„Het is lastig om daar de vinger achter te krijgen, aangezien er weinig onderzoek naar is gedaan. Wel zien we steeds meer dat daders berichten achterlaten die een extremistisch motief verraden. Het geweld is onder meer afkomstig van uiterst linkse politieke groeperingen zoals Antifa, enkele radicale feministische en lhbti-groeperingen, maar ook vanuit extreemrechtse hoek.
Wat mij het meest verontrust, is hoe het aanzetten tot geweld tegen christenen steeds meer sociaal geaccepteerd lijkt. We zien dat daders zelfs trots op sociale media hun misdrijf melden. In Europa is op sociale media de slogan ”De enige kerk die verlicht is degene die brandt” gebruikt om campagne te voeren tegen kerken. Je kunt online zelfs T-shirts kopen met deze tekst erop. Die is terug te leiden tot links-extremisme.”
Het aantal incidenten ligt volgens het rapport vermoedelijk nog hoger. Waarom denkt u dat?
„In lang niet alle gevallen kunnen we achterhalen of er sprake was van antichristelijke haat. Zo’n gebeurtenis nemen we dan ook niet op in onze cijfers. Dat betekent echter niet dat daar geen sprake van geweest kan zijn.
Daarnaast valt een deel buiten onze waarneming omdat er niet gemeld wordt. Een paar weken terug bezocht ik een kerk in mijn lokale parochie in Wenen. De dame die toezicht hield, vertelde mij dat de kerk kort daarvoor vanbinnen helemaal besmeurd was met rode verf. Tijdens het schoonmaken realiseerde ze zich dat ze de politie had moeten bellen. Uiteindelijk heeft ze dat niet meer gedaan. Weer anderen durven het niet te melden.”
Duitsland voert met 231 haatmisdrijven de lijst aan. In Nederland telde Oidac in 2022 er slechts zes. Dat ging om gevallen van vandalisme en brandstichting, licht Hoffmann toe. Zo werd op oudejaarsavond een molotovcocktail naar de Sint-Nicolaaskerk in Arnhem gegooid, waardoor er brand ontstond. In een ander geval werd een beeld van het Kind Jezus vernield.
Hoe staat het met de tolerantie en religieuze vrijheid in Nederland?
„In vergelijking met andere landen worden er in Nederland weinig haatmisdrijven gepleegd. Dat wijst op een lagere bereidheid om daadwerkelijk geweld te gebruiken. Tegelijkertijd speelt er een aantal kwesties die van belang zijn voor mensen met een traditioneel christelijk wereldbeeld. Denk aan het debat rondom euthanasie of therapieën om homo’s te genezen.
Wel zie ik dat Nederland gelovigen tegemoetkomt. Begin dit jaar verklaarde de Nederlandse Raad van State dat het voorgestelde verbod op zogeheten homogenezingstherapieën een schending van de godsdienstvrijheid zou zijn. Nederland heeft als een van de weinige landen in Europa zo’n verbod afgewezen.
Het probleem met zulke wetgeving is dat ze elke praktijk die gericht is op het veranderen van iemands homoseksuele geaardheid strafbaar stelt. En dat raakt ook kerken of anderen die bijvoorbeeld zouden willen bidden met iemand die daarmee worstelt. De bepalingen zijn zo vaag geformuleerd dat zelfs dat strafbaar kan zijn. IJsland nam in juni 2023 een wet aan die elke actie strafbaar stelt die „iemands identiteit ontmoedigt”.”
U waarschuwt voor de toenemende criminalisering van traditionele christelijke opvattingen. Hoe ziet u dat terug?
„We zien steeds meer gevallen waarin christenen worden ontslagen, aangegeven bij de politie of zelfs worden vervolgd voor de rechtbank vanwege hun opvattingen. Dan gaat het over kwesties rond het gezin en lhbti-kwesties, waarbij het conservatief-christelijke wereldbeeld het stempel discriminerend, niet-inclusief of zelfs haatdragend krijgt. Als een christen zegt vast te houden aan het feit dat er maar twee geslachten zijn en dat dit door God gegeven en onveranderlijk is, dan kan dat al beschouwd worden als haatzaaien.
Het is met name in dit soort wetgeving waar we grote problemen voorzien. Diverse landen hebben vaag geformuleerde wetgeving over haatzaaien, bijvoorbeeld dat het strafbaar is als dit voor het slachtoffer leed veroorzaakt. In zo’n brede formulering kan veel worden opgenomen.”
Oidac noemt het VK in het bijzonder. Daar kregen de leraren Ben Dybowski en Joshua Sutcliffe, en schoolaalmoezenier ds. Bernard Randall ontslag omdat ze hun christelijke overtuigingen over seksualiteit of gender deelden.
Toch werd de Finse politica Päivi Räsänen onlangs voor de tweede keer vrijgesproken van haatzaaien tegen homoseksuelen. Ook de aanklachten tegen Isabel Morgan Spruce, een vrouw in het Verenigd Koninkrijk die in stilte bij een abortuskliniek bad, zijn vervallen. Is godsdienstvrijheid echt in het geding?
„We waren erg opgelucht over de uitspraak van de Finse rechtbank. Het blijft echter afwachten of dit vonnis door andere rechtbanken zal worden overgenomen. Want helaas zal dit niet de laatste rechtszaak zijn die over zoiets gaat.
Ook de zaak-Spruce is duidelijk een overwinning. Tegelijkertijd lopen er nog vergelijkbare zaken in het VK. De wetgeving die hieraan ten grondslag ligt, is nog steeds van kracht en daarmee blijft het gemakkelijk om christenen voor de rechter te dagen. En dan kan het zomaar anders uitpakken. Dus we zijn nog niet zover dat de godsdienstvrijheid in Europa gewaarborgd is.”