De kerk zal bestaan zolang ze staat op het fundament van Gods verlossende daden en op Zijn Woord. Een vijandige overheid, zoals die van Wit-Rusland, begint daar niets tegen.
De Wit-Russische overheid verwoestte op 20 juni het kerkgebouw van de evangelische gemeenschap ”Nieuw Leven” in de hoofdstad Minsk. Door toedoen van bulldozers en politiediensten zien de burgers van deze stad nu een ‘fraaie’ woestenij in plaats van een moderne kerk. Voorheen was dit een van de grootste gemeenten in Minsk. De kerk had bijna duizend leden. Waarom deed de overheid dit? Hoorde de kerk soms bij een totalitaire sekte? Nee.
Tegen de wet in wilde de regering de kerkgrond bemachtigen om die aan Russische of Arabische investeerders te verkopen. Het kerkgebouw zou de vooruitgang en ontwikkeling van de hele regio belemmeren. In de ogen van de autoriteiten verknoeide het kerkgebouw de buurt. De overheid liet weten dat er voor evangelische christenen geen plaats was in een moderne stad.
Oude koeienstal
Het was voor het eerst sinds 1991 dat de overheid een kerkgebouw vernielde. In dat jaar werd Wit-Rusland onafhankelijk van de Sovjet-Unie. Tijdens het communistische tijdperk waren dergelijke praktijken wijdverbreid. Duizenden kerken werden gesloopt, als uitvloeisel van de officiële atheïstische staatsideologie. Ook werden duizenden voorgangers vermoord of onderdrukt. De communisten probeerden de kerk uit de samenleving te verdrijven. Ze wilden af van de zichtbare aanwezigheid van de kerk, opdat die spoedig helemaal zou verdwijnen.
Het verhaal van ”Nieuw Leven” begon in 1992, toen er in Minsk een nieuwe evangelische gemeenschap werd gesticht. De gemeente kocht een oude koeienstal uit de Sovjettijd. Leden van de kerk zorgden in de jaren daarna voor een grote verbouwing. Na 2006 begon het regime van Wit-Rusland een enorme campagne tegen geloofsgemeenschappen die niet tot de Russisch-Orthodoxe Kerk behoorden. De regering verklaarde dat het kerkgebouw van ”Nieuw Leven” illegaal was en dwong de gemeente het onderkomen te verlaten.
Vanaf die tijd kwamen veel evangelische kerkleden samen om zich tegen het wetteloze overheidsoptreden te verzetten. Er kwam zelfs een massale gebedshongerstaking. Voor het eerst in zijn geschiedenis leek het politieke regime een gevecht te verliezen. Het kerkgebouw bleef zowaar nog zeventien jaar staan. Tot 20 juni 2023.
Het ruïneren van het evangelische kerkgebouw in Minsk lijkt een openingsverklaring in verband met het nieuwe tijdperk onder de aankomende wet op ‘godsdienstvrijheid’. Parlementsleden zeggen dat veranderingen in de regulering van kerkelijke activiteiten in Wit-Rusland het land zullen behoeden voor extremisme, terrorisme en godsdienstoorlogen. De staat wil controle over kerken krijgen, net als in de Sovjettijd.
Hierdoor moet elke kerk een proces van herregistratie doorlopen. Waarschijnlijk zal het veel evangelische en gereformeerde kerken enorm veel moeite kosten om de nieuwe registratie te krijgen. Veel predikanten hebben zich namelijk na de presidentsverkiezingen in augustus 2020 tegen de vervalsingen en brute arrestaties uitgesproken. Ook willen ze leerstellingen niet laten keuren door ideologische staatsinstellingen.
Voorgangers zonder registratie worden mogelijk gearresteerd en strafrechtelijk vervolgd, als ze besluiten in Wit-Rusland te blijven.
Ondergronds
Het totaalplaatje ziet er angstaanjagend uit. Veel christenen zullen binnenkort een prijs moeten betalen voor hun geloofstrouw. Het lijkt er bovendien op dat, als er niets verandert, sommige gemeenten problemen zullen krijgen als ze samenkomen. Mogelijk moeten ze onzichtbaar worden en ondergronds gaan.
De Wit-Russen van de 21e eeuw zijn niet de eerste christenen die met zulke moeilijkheden worden geconfronteerd. Johannes Calvijn zegt in zijn ”Institutie” dat de kerk vaak leed onder oorlogen, vervolgingen en ketterijen en dat ze dan zelfs onzichtbaar werd: „Wij bevestigen dat de Kerk kan bestaan zonder een zichtbare vorm te hebben. En nog meer, men kan de zichtbare vorm niet beschouwen als die uiterlijke luxe, die ze zo dwaas bewonderen. De Kerk onderscheidt zich door een heel ander teken: de zuivere verkondiging van Gods woord en het juiste gebruik van de sacramenten.”
Volgens de Bijbel is alleen Christus het Hoofd, de Stichter en het Fundament van de kerk. Het gaat niet om staatsgoedkeuring of een prachtig kerkgebouw. De Heere beloofde Zelf: „En ik zeg je, jij bent Petrus, en op deze rots zal Ik mijn kerk bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen” (Mattheüs 16:18).
We kunnen er zeker van zijn dat, ook al wordt een kerkgebouw vernield of een voorganger gearresteerd of gedood, de kerk zal bestaan zolang ze staat op het fundament van Gods verlossende daden en op Zijn Woord. Tot heerlijkheid van Hem.
De auteur studeert aan het Evangelisch-Reformatorisch Seminarie in Kiev (Oekraïne). Een Engelse versie van dit artikel verscheen eerder op CNE.news.